Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Veluwsche brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Veluwsche brieven

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De komende dagen beloven voor onze Theologische School dagen van bijzondere beteekenis te zijn. Aan den vooravond van de opening van den cursus 1938-1939 zal D.V. de installatie plaats hebben van Prof. L.H. van der Meiden door den voorzitter van het Curatorium, Ds. J. Tamminga. Onze nieuwe hoogleeraar doorleeft in zijn ambtelijk leven tijden van ontroer en den ernst. Allereerst heeft hij Dinsdagavond van zijn gemeente, te ’s Gravenhage (C), afscheid genomen. Dit beteekent het brengen van een offer, waartoe de Heere hem het hart had overgebogen, maar dat niettemin niet zonder zielsontroering plaats vond. De kudde te verlaten, waarover de groote Herder der schapen hem had aangesteld, eischt volkomen overgave der ziel. Het herderlijk werk in het midden der Gemeente legt banden, die zoo innig en teer kunnen zijn. Onder de jeugd is gearbeid met groote toewijding, een arbeid vooral in onze groote steden van niet te onderschatten beteekenis. Een breede rij van zieken en ouden van dagen, weduwen en weezen, hulpbehoevenden en kruisdragers, moet de hand ten afscheid gereikt worden. De plaats in het midden van den Kerkeraad moet verlaten worden, waar hij zoovele goede uren heeft doorleefd. Er is zoo ontzaggelijk veel, dat niet onder woorden kan gebracht, zooveel goeds, dat vaarwel moet gezegd worden. Men moet in gelijke omstandigheden verkeerd hebben, om eenigermate te kunnen verstaan, wat zulk een afscheid beteekent. Gaat de weg naar een andere Gemeente, welnu, men is en blijft in den vollen omvang der evangeliebediening, maar dat is nu uit. Dat is een offer, een groot offer, dat niet vergoed kan worden door des Zondags Gemeenten in Woord en Sacramenten te dienen. Men komt daar Zaterdags en vertrekt ’s Maandags. De tijd en volle belangstelling behoort van nu voortaan aan de opleiding der a.s. dienaren des Woords. Ook een schoone taak! Ook een hoogst verantwoordelijk werk! De Heere gedenke Prof. L.H. van der Meiden in de aanvaarding dezer heerlijke bediening en stelle hem tot in lange jaren tot zegen voor de Theol. School en in haar voor geheel de Kerk.
Maar met de intrede van Prof. L.H. van der Meiden valt ook saam het afscheid van Prof. P.J.M. de Bruin. Het is een afscheid, waarbij de lof des Heeren niet mag ontbreken. Drie-en-dertig jaren mocht Z. Hooggeleerde gaven en krachten wijden aan de vorming en opvoeding der studenten. Op enkele uitzonderingen na, zijn onze predikanten hun opleiding mede aan Prof. De Bruin verschuldigd. De dagen zijn te tellen, waarin hij geen college kon geven wegens ziekte. In gelijkmatigen tred was zijn gang op het breede terrein der theologische wetenschap. Het Hebreeuwsch had zijn voorliefde. Maar niet minder was Prof. De Bruin historicus. Hij wekte bij elk examen de algemeene verwondering door de wijze, waarop door hem een onderzoek werd ingesteld naar de kennis der geschiedenis van de Kerk in het algemeen en bijzonder. De Bijbelsche en Vaderlandsche Geschiedenis bevatte geen bladzijde die hem onbekend was. Op het laatste Juli-examen moesten allen zich verbazen over de groote gemakkelijkheid, waarmede de eeuwen met haar gebeurtenissen onder de loupe werden genomen. Een enkel staaltje van een scherp geheugen. Een der studenten noemde als eerste bisschop van Rome Linius. Maar het antwoord viel niet in goede aarde. Het was niet Linius, maar Linis. Noemt dat nu kleinigheden, waardoor geen student zal zakken voor het examen, het getuigt toch wel van een goed stel hersens, al is Prof. De Bruin dan al ruim zeventig jaren. En dan het Kerkrecht, om de Encyclopaedie niet te vergeten. De scheidende hoogleeraar heeft een staat van dienst, die hem de dank der Kerk waarborgt. Hij gaat heen. Het zal ons vreemd zijn als zijn ambtsbroeders als we hem dagelijks niet meer aan de Theol. School ontmoeten zullen. De verhouding liet nimmer iets te wenschen over. Van weerszijden hartelijke en welgemeende vriendschap, één in liefde voor de Kerk. Ook onze studenten zullen aan de gedachte moeten wennen, dat zij niet meer bij Prof. De Bruin college loopen. Hij was hun een goed vriend, neen, een vader, die in al hun belangen medeleefde. Maar het meest zal het afscheid voor Prof. De Bruin zelf beteekenen. Hij legt een werk neer, waaraan hij in den besten zin des woords, zijn leven had gewijd. Hij en de School waren saamgegroeid. Eerst vele jaren als Curator, toen als opvolger van wijlen Ds. J. Wisse Czn als docent. De Heere gedenke Zijn knecht ook in de moeilijke ure van afscheid, waarop we uit den aard der zaak niet verder willen vooruit loopen. Maar wel wekken we de Kerk in haar geheel op om den voorgaanden Zondag onze Theol. School te gedenken aan den troon der genade, inzonderheid onzen veel geliefden Broeder, die zooveel in en voor de Kerk heeft mogen verrichten.
Moge de vriendelijke uitnoodiging van den Secretaris van het Curatorium weerklank vinden, zoodat velen door hun tegenwoordigheid de plechtigheid verhoogen.

A. (Apeldoorn) G.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 1938

De Wekker | 4 Pagina's

Veluwsche brieven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 1938

De Wekker | 4 Pagina's