Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

H.W. te M. zou graag eenige toelichting ontvangen bij Jakobus 5:14, 15, waar sprake is van het zalven met olie bij krankheid. Hij begeert dat temeer, omdat de Roomsche kerk zich daarop beroept voor haar sacrament der stervenden, het laatste oliesel.
Laat ons beginnen met vast te stellen, dat de Apostel niet allereerst hier den nadruk legt op de zalving. Hoofdzaak is hier het gebed. De zalving is ondergeschikt en bijkomstig. Gelijk in heel den brief meermalen, zoo legt de Apostel ook hier de hooge waardij en beteekenis van het gebed in het leven bloot. Het 13e en het 15e vers laten dat duidelijk uitkomen.
Vooral de voorbede der gemeente kan, in moeilijke dagen zulk een rijke waarde krijgen. Daarom moeten de ouderlingen der gemeente geroepen worden bij ernstige krankheid. Zij zijn het, in wie de gemeente vertegenwoordigd is. Niet dat zij de genezing in handen dragen; de Heere alleen doet het, zegt vrs. 15.
Men kan verschillen over de vraag waartoe zij geroepen worden. Onze kantteekenaren meenen, in navolging van Calvijn, dat de ouderlingen geroepen werden, omdat zij de gave der gezondmaking hadden.
Hoewel men deze gedachte niet behoeft uit te sluiten, is het toch niet noodzakelijk daar alleen aan te denken. Immers de herstelling behoeft niet altijd wonderdadig tot stand te komen. Zij kan ook in den middellijken weg, op het gebed geschonken worden, Dan treden de ouderlingen meer op als de vertegenwoordigers der gemeente. De krankheid van het eene lid wordt dan een zaak, waarbij de gemeente betrokken wordt. Zoo kan ook de herstelling straks de blijdschap van velen zijn en een gemeenschappelijke dankzegging ontlokken.
Nu echter de vraag: welke beteekenis had daarbij de zalving?
Hieromtrent is drieërlei gevoelen. Sommigen willen denken aan een medische beteekenis. De zalf zou medicijn moeten zijn. Natuurlijk zou dat in een geval als van Luk. 10:34 kunnen. Toch is dat in alle gevallen niet vol te houden. Misschien heeft bij deze „verklaring” de zucht van hen, die den dominé graag als dokter zien optreden, wel parten gespeeld. En de dominé, die het graag doet, zou hier dan steun voor zijn liefhebberij gevonden hebben.
Anderen hebben in deze zalving alleen een bewijs van toegenegenheid willen zien. Zooals een gastheer zijn gasten uit hoogachting met welriekende olie zalft, bij hun ontvangst, zouden wij dan hier aan een uiting van liefde en genegenheid, door den ouderling namens de gemeente aangeboden, hebben te denken.
Zoo iets dus als het fleschje eau de cologne, de bloemen en het fruit, waarmede wij nu, al is het dan niet namens de gemeente, de zieken verkwikken.
Meer is te voelen voor de symbolische opvatting. Het schijnt gebruikelijk te zijn geweest om bij het gebed om genezing, en ook bij het wonderdadig genezen zelf, olie te gebruiken. Daardoor werd dan, als in een teeken — een symbool — heen gewezen naar de kracht des Heiligen Geestes of naar de wondermacht van Christus. Vandaar de toevoeging, dat de zalving in den naam des Heeren diende te geschieden. Zoo werd men er voor bewaard aan den ouderling de eere te geven, die den Heere toekwam. Zulk een zalving ondersteunde dan het geloof van den zieke in zijn genezing en wekte dat op. In Markus 6:13 wordt ook van een dergelijke zalving gesproken. Toch bleef zij ondergeschikt. Hoofdzaak was het gebed.
Overigens blijven wij hier bij gissingen staan, daar er nergens anders in de Schrift licht over dit gebruik verspreid wordt en ook de historie hier geen nader licht ontsteekt.
Dat Rome nu op deze eene uitspraak zijn opvatting van het laatste oliesel als sacrament bouwt, is dus al een zeer wankele grond.
Van een sacrament is hier absoluut geen sprake.
Allereerst is een sacrament een zichtbaar teeken van een onzichtbare geestelijke zaak. En het betreft hier niet geestelijke maar lichamelijke weldaden. Het gaat om de herstelling van het lichaam, Het wezen van het sacrament wordt hier dus gemist.
Daarbij is Rome met zijn sacrament in strijd met de bedoeling van des Apostels woorden. Rome maakt het tot een sacrament der stervenden, terwijl de Apostel het oog heeft op de hersteiling van een ziekte. Aan de uitdrukking: den zieke behouden, mag hier geen geestelijke zin worden opgedrongen. Dat is de bedoeling niet.
Daarbij heeft Rome, gesteld hier ware van een sacrament sprake, de beteekenis der zaken verwisseld. Zij stelt de zalving in het middelpunt en de Apostel het gebed. En dat is bij Rome, dat de werking der genade aan het sacrament bindt, hier een radicale omkeering van de orde, door den Apostel gesteld.
En eindelijk blijkt nergens, dat wij hier aan een goddelijke blijvende instelling hebben te denken. Zelfs de Apostelen die, gesteld Rome had gelijk, het bevel in Marc. 6 tot zalving hadden ontvangen, hebben dit niet immer opgevolgd. Zij volstaan menigmaal met een opleggen der handen. Soms zijn zij zelf niet aanwezig en werden hun kleedingstukken naar de kranken gedragen.
Daarbij doet de uitspraak van den Apostel: Is iemand onder u krank, er sterk aan denken, dat wij hier niet aan een algemeen gestelden regel, maar aan bizondere gevallen hebben te denken. Dit is te aannemelijker, omdat in vrs. 13 voor „lijden” een woord in het oorspronkelijke gebruikt wordt, dat op bizonder moeilijke omstandigheden wijst. In zulke moeilijke en zware wegen kon het geloof gaan tanen en de hoop dreigen te sterven. Dan kon een symbolische zalving de gekrenkte hoop doen herleven en het oog op God richten voor lichaam en ziel.
Dat wij aan bizondere gevallen en niet aan een algemeenen regel hebben te denken is ook in verband met vrs. 15 zeer aannemelijk. Daar is sprake van: Zoo hij zonden zal gedaan hebben, het zal hem vergeven worden. Hier is speciale zonde bedoeld, in verband met zijn ziekte. Wij zouden hier dus een aanwijzing ontvangen tot behandeling van „moeilijke gevallen” zooals elk, die veel kranken bezoekt, wel kent. Een pastorale onderwijzing dus van den door en door practischen Jakobus. Allerminst derhalve een sacramentsafkondiging.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 1938

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 1938

De Wekker | 4 Pagina's