Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij hebben in de achter ons liggende week weer kritieke dagen doorleefd. Toen wij de vorige week schreven, dat wij niet geloofden in een oorlog, werd in deze week ons geloof toch even op de proef gesteld. Toen wij lazen, dat het Memelgebied door de Duitschers bezat was. Op zich zelf beschouwd, was dit nu niet iets zoo geweldigs, dat men daarom ‘n oorlog zou beginnen, want van achteren blijkt nu toch wel dat Memel dit zelf gewild heeft en al de sensationeele berichten, die daar-over werden medegedeeld, alsof deze overdracht onder zoo hoogen druk tot stand zou gekomen zijn, blijken volgens een officieele mededeeling van den president van Memel toch wel tot het rijk der fabelen te behooren. De internationale pers is in deze dagen niet onvoorwaardelijk te gelooven. Er is veel sensatie, veel overdrijving en veel onwaarheid, in het-geen er medegedeeld wordt. Maar toen wij lazen dat Memel bezet was en de ver-ontwaardiging daarover in Engeland en Frankrijk groot was, dachten wij een oogenblik aan oorlogsgevaar. De rede van Chamberlain in Birmingham over deze bezetting gehouden, was zoo agressief, dat men wel tot de conclusie komen moest, dat de uiterste grens van geduld en toelaatbaarheid bereikt was en dat men thans Hitler een gebiedend halt zou toeroepen. Maar het oude spreekwoord: „dat de pap nooit zoo heet gegeten wordt als zij wordt opgediend,” is ook thans weer bevestigd. De berg heeft een muis gebaard, als het nog een muis is, want toen wij lazen, dat men een soort van blok wilde vormen om Duitschland het verder onmogelijk te maken zijn grenzen uit te breiden en zelfs daarvoor de hulp van den Paus en van Rusland in te roepen, hebben wij ons toch even verbaasd en onmiddellijk gevoeld, dat dit nu juist een weg was waardoor een samenwerking als door Engeland werd nagestreefd, verijdeld moest worden. Stel een oogenblik voor, dat dit inderdaad zou geschied zijn en dat Rusland accoord zou gegaan zijn met Enge-land en Frankrijk, zouden deze dan een oorlog tegen Duitschland hebben kunnen beginnen? Heeft men nu één oogenblik gedacht, dat de Paus van Rome zijn zegen daarop geven zou? En de Roomsch-Katholieke kerk in Duitschland en Oostenrijk en Italië dan? En wat zou Japan doen als Rusland zich met Engeland en Frankrijk verbonden had? Hoe is de toestand in Rusland zelf? Kan het werkelijk in Europa een oorlog gaan voeren? Weet men daar niet hoe Japan onmiddellijk aan Rusland den oorlog zou hebben verklaard en de Duitschers dwars door Polen heen naar de Oekraïne zouden opgerukt zijn, waar zeer waarschijnlijk de Duitschers met open armen ontvangen waren geworden? De toestanden in de Oekraine zijn anti-Russisch en men zou daarmede in de kaart van Duitschland gespeeld hebben. Daarbij kwam nog iets: Toen onze copie reeds naar de drukkerij verzonden was, heeft Mussolini gesproken en on-voorwaardelijk zijn instemming, met het-geen Hitler gedaan had, uitgesproken. De consequentie van het Verdrag van Versailles heeft Mussolini de daad van Hitler genoemd en daarmede wist men, dat Italië zijn bondgenoot niet in den steek zou laten. Wel poogt Frankrijk thans Italië van Duitschland los te maken en aan den kant van Frankrijk te brengen, maar dat lijkt ons op dit oogenblik onmogelijk. De as Berlijn-Rome indertijd in Londen door Eden gesmeed, is hechter dan men denkt. Er is een moment geweest, dat dat misschien mogelijk zou zijn geweest, als men Laval maar gesteund had. Maar Laval werd op zij gezet en Rome bleef bij Berlijn en wij gelooven niet, dat het mogelijk is om Italië en Duitschland te scheiden.
Daar is nog iets: Als men een blok vormen wil, dat inderdaad wat zal beteekenen, dan zal Polen daarin opgenomen moeten worden, maar Polen zou daar geen bezwaar in hebben, als ’t de garantie had, dat, wanneer Duitschland het aanvallen zou Engeland en Frankrijk het dan onmiddellijk daadwerkelijke hulp zouden moeten verleenen, want anders zou Polen door de Duitschers onder den voet geloopen worden en Hitler zou in Warschau zijn intocht gehouden hebben, terwijl men in Londen nog aan het confereeren was, wat men at of niet zou doen. De bezetting van Tsjecho-Slowakije heeft Polen wel het een en ander omtrent die hulpverleening op het papier geleerd. De Poolsche minister van B, Z. Beck is een diplomaat, die niet over een nacht ijs gaat en die waarborgen hebben wil voor hij zijn beslissing neemt. En het is voor ons de groote vraag, of Engeland die waarborgen zal willen geven? Wij gelooven het voorshands niet. Engeland is altijd eert tegenstander van de collectieve veiligheid geweest. Het wil zich voorop niet tot iets verbinden dat het niet kan overzien. En toen wij Chamberlains rede gelezen hadden, hebben wij voor ons zelven gedacht, dat, wanneer hij een dag later die rede nog eens rustig overleest, hij misschien wel een weinig geschrokken kan zijn, van hetgeen hij daarin beweerd heeft. Als men een vuist wil opheffen moet er een hand zijn, die de vuist maakt en een lichaam, dat kracht aan die vuist geeft. Twee dagen na die rede begon de animo in Engeland al te minderen en op ’t oogenblik zien wij niet meer, dat Engeland tot daden zal overgaan, ’t Is heel grof en pijnlijk, wat Hitler gedaan heeft en nog doet, maar wij zien nog geen mogelijkheid om te komen tot een zoodanige combinatie van landen en krachten, die Hitler, gesteund door Italië en als het noodig zou zijn ook door Japan, de verdere uitvoering van zijn plannen zal beletten.
Wij lezen altijd met groot genoegen de verslagen van den correspondent van „Het Handelsblad”, den journalist Nypels, die inderdaad een kenner van de toestanden en verhoudingen in Midden-Europa is. Hij is eenige dagen in Praag geweest en heeft de toestand daar nauwkeurig opgenomen en wat schrijft hij nu in „Het Handelsblad’ van 23 Maart j.l. „Eerlijk gezegd” schrijft hij, „begrijp ik voorloopig van de mentaliteit dezer Tsjechen niet veel!
Ik heb ze Woensdag, toen de eerste Duitsche troepen hun oude hoofdstad binnentrokken, met van wanhoop en woede verwrongen gezichten, met gebalde vuisten zien tieren tegen die overweldigers, die toch elk oogenblik van hun wapens gebruik hadden kunnen maken. Ik heb mannen en vrouwen zien huilen en weeklagen over deze nationale ramp en het verlies van de onafhankelijkheid. Ik heb het Tjechische volsklied hooren zingen door duizenden, die daarvoor met ontbloot hoofd in een vinnig koude sneeuwjacht bleven staan. Dat was alles heel indruk-wekkend.
Maar na een etmaal was men blijkbaar al over die woede en rouw heen. En toen ik, drie dagen later, Praag weer verliet, wandelden Pragenaren en Duitsche soldaten en officieren, alsof er niets gebeurd was, vreedzaam naast elkaar, hadden vele Duitsche soldaten al een „G’spusi” gevonden; zaten alle lokalen en alle bioscopen propvol met gewoon uitziende en gewoon doende menschen, alsof het Tsjechendom niet in diepen rouw was gedompeld!
Tot nu toe is den Duitschers alles weer zoo buitengewoon meegevallen en meege-loopen!
Het verzet van dat eens zoo trotsche en schitterend uitgeruste Tsjechische leger was zeer onbeduidend. Noch de enorme ondergrondsche munitiedepôts, noch de prachtige wapenfabrieken, die tot de allerbeste van de wereld behooren, noch het park hypermoderne en, naar wel in Spanje gebleken is, bovenstbeste Russische vliegtuigen, werden vernietigd of weggevoerd! Alles is gaaf, en in geweldige hoeveelheden, zonder slag of stoot en zonder ongelukken, in de handen der Duitsche weermacht gevallen, of overgedragen……
Ook dat weer is, voor wie de Tsjechen, en hun soldaten en officieren, verleden voorjaar over hun plannen hoorde, verbijsterend.
Even verbijsterend als dat na 24 uur al weer correct of onverschillig leven naast den overweldiger.
Hier heeft de Duitsche propaganda en voorbereiding werkelijk een sterk bewijs geleverd van haar organisatie, haar kunnen en kennis van de psyche van het in te palmen volk.
Tot nu toe deed eigenlijk nog overal dat voorbereidings- en propaganda-apparaat al het werk.
Zooveel, dat de Duitsche weermacht haast geen schot meer hoefde te lossen. In Oostenrijk, in het Sudetenland, in Tsjecho-Slowakije……
Van deze dingen heeft de internationale pers ons niets verteld, maar hier spreekt een ooggetuige. En zijn woord zal noch in de Engelsche noch in de Fransche pers worden overgenomen. Wij zijn met Hitler nog niet aan het eind. Hij gaat door den corridor naar Danzig. Let maar op!

d.H. (Den Haag) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 1939

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 1939

De Wekker | 4 Pagina's