Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Veluwsche Brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Veluwsche Brieven

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De weg naar het graf is wel de kortste, welken de mensch in zijn leven gaat. De dood werpt zijn dreigende schaduwen reeds lang vooruit, welke mensch voortdurend in vrees omklemd houden. Er is dan ook een natuurlijk verzet in den mensch tegen dit onteerende levenseinde. Het past niet bij zijn sprong en bestemming. De dood degradeert hem volkomen, in het graf ontzinkt hem alle luister, die hem ook na zijn uitbanning uit het paradijs nog was gelaten. „Alle vleesch is als het gras, en alle heerlijkheid des menschen is als een bloem van het gras. Het gras is verdord, en zij bloem is afgevallen.”
Maar nu de mensch den dood niet kan ontvluchten, tracht hij zich te troosten. Dood is dood, meent hij. Het pessimism buigt in fatalisme het hoofd, omdat tegen den dood geen wapen is. Het Naturalisme idealiseert den dood en strooit bloemen rondom de geopende groeve. Weer anderen, „die ’t ruim genot der wereld tot hun heilgoed achten, geen deel dan in dit leven wachten”, zeggen: „Komt laat ons eten en drinken en vroolijk zijn want morgen sterven wij.” Men tracht van de aarde den hemel te maken, en van van het leven te halen wat er nog van halen is. Een enquête onder vooraanstaande mannen en vrouwen in Frankrijk gehouden, „wat men in het laatste uur van zijn leven nog zou willen doen?’ bracht een eensluidend antwoord, hoe ook in vorm verschillend, maar dat aan dit epicurisme deed denken. Het schrikbeeld laat zich echter niet verjagen. Overal en altijd verheft de dood zijn stem, het graf is niet te ontvluchten.
In de vorige eeuw is de moderne wereld begonnen om het graf te verbannen door het crematorium. Liever alles op eenmaal aan de vernietiging prijs gegeven, dan aan een langzame ontbinding in het graf. Men heeft de crematie verdedigd op grond van hygiëne, maar het is in principe een weerkeer tot het heidendom, dat zijn dooden op den brandstapel bracht. Hoe hopeloos en troosteloos is deze moderne levensbeschouwing. Zij geeft geen uitzicht op den morgen der opstanding, waarin de graven geopend zullen worden en de kinderen Gods met een nieuw lichaam zullen bekleed worden, Eenige jaren geleden verloren ouders hun zoon, een luitenant bij de marine. Hij had geen zeemansdood gevonden, en zoo meenden zij het aan zijn nagedachtenis verplicht te zijn hem een zeemansgraf te bereiden. Het stoffelijk omhulsel werd verbrand en de overgebleven asch vanuit een vliegmachine op de zee uitgestrooid. Arme, arme ouders! Dit grootsch gebaar van hun ouderliefde demonstreerde op ontroerende wijze hun geestelijke armoede. Men moge het crematorium boven het graf kiezen, de dood heeft daarmede niets van zijn schrikkelijke macht verloren.
Op dezen Goeden Vrijdag verwijlen we op Golgotha, waar het pleit tusschen dood en leven, zonde en genade, waarheid en leugen, voor immer is beslecht. Het geloof doet in aanbidding knielen aan den voet van het kruis, waaraan Christus den dood inging. Nimmer onderging een mensch het doodvonins als de Zoon des menschen. Maar zijn ingaan in den dood is de triumf over den dood. Hij nam weg den prikkel des doods, dat is de zonde. En nu is voor allen, die door een oprecht geloof Hem zijn ingeplant, de dood een afsterving van den ouden mensch, en een doorgang tot het eeuwig leven. De dood als dood hield op te bestaan voor Gods volk. Hij heeft door Zijn dood te niet gedaan dengene, die het geweld van den dood had, d.i. den duivel. Hij komt uit diens heerschappij vrij te maken, die met vreeze des doods door geheel hun leven bevangen waren. De dood is en blijft een vijand, maar voor altijd overwonnen. Blij-moedig aan den dood te denken, is ook een vrucht, die het kruis ons gaf. De vrouwen zaten eenmaal in overstelpende droefheid neer aan het graf van Jezus. Maar hun, die gelooven in den opgewekten Christus, wordt bij deze woonstede des doods het licht der levende hope ontstoken. Geheiligd door Christus, is het qraf voor Gods kinderen een rustplaats, waarvan Hij de sleutel draagt. Zalig zijn de dooden, die in den Heere sterven! Zij slapen, totdat de dag zal aanlichten, waar-in het licht der opstanding zal aangloren over hunne slaapstede, en zij de stem van hun verrezen Koning zullen hooren, Die hun tot eeuwige zaligheid, naar ziel en lichaam, zal opwekken.
„Gestorven en begraven”
Dus roemt het geloof aan den voet van het kruis, bij het graf in den hof. Er mogen zich donkere wolken saâmpakken in het leven van Gods kind, even als het nachtdonker was voor de vrouwen aan het graf; de kruisweg moge voor Gods kind lang en moeilijk zijn, straks rijst de Paaschzon ter kimme. Het gaat door lijden tot heerlijkheid, door den dood tot het leven, langs het kruis tot de kroon, uit het graf tot den troon.
In dat geloof gaat Gods volk den weg naar het graf. Maar in het aanzien van den dood roemt de hope:

O, blij vooruitzicht, dat mij streelt,
Ik zal, ontwaakt, Zijn lof ontvouwen,
Hem in gerechtigheid aanschouwen,
Verzadigd met Zijn godd’lijk beeld.

A. (Apeldoorn) G.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 1939

De Wekker | 4 Pagina's

Veluwsche Brieven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 1939

De Wekker | 4 Pagina's