Kerkelijke Berichten

Na een vacant zijn van slechts enkele maanden, mocht onze gemeente Zondag 2 April het voorrecht smaken Ds. J. Tamminga als haar Herder en Leeraar te ontvangen. In den morgendienst werd Z.Eerwaarde daartoe bevestigd door den Wel Eerw. Heer Ds. J. M. Visser van Midwolda, naar aanleiding van de woorden uit Ezech. 33 : 7: De wachter op Sions muren:
1e. Den naam dien hij draagt.
2e. De bazuin, die hij blaast.
3e. De kracht, waarin hij staat.
Na het uitspreken dezer treffende pre-dicatie, welke met stille aandacht werd aangehoord, werd het bevestigingsformu-lier gelezen, en op de daartoe gestelde vragen met een duidelijk: Ja ik, van gan-scher harte, door Ds. J. Tamminga geant-woord.
Hierna werd deze op hartelijke wijze door zijn bevestiger, Ds. J. M. Visser toe-gesproken, welke als zijn vriend, het een voorrecht achtte, dit te hebben mogen doen en richtte zich daarna tot de gemeente, welke tenslotte Ds. J. Tamminga toezong Ps. 20 : 1.
Was des morgens de kerk vol, des middags was de belangstelling overweldigend, toen Ds, J. Tamminga zich aan de gemeente verbond door de intree-predicatie met het woord der H. Schrift uit Coll. 1 vs. 28, Het prediken van den gezant des Heeren: 1e de inhoud, 2e de wijze, 3e het doel van die prediking.
‘t Was een welsprekende doorwrochte rede, waarin ten volle de tekst tot haar recht kwam, en in spanning werd aangehoord.
Achtereenvolgens richtte spr, zich na de predicatie tot de gemeente, den Kerkeraad, zijn bevestiger, de afgevaardigden van Harderwijk en der gemeente Almelo, alsmede tot het Hoofd onzer school en het verdere onderwijzend personeel, onder welke toespraken vooral uitkwam de liefde tot de jeugd, waarna ds. J. Tamminga besloot met nog eens te betuigen, niets anders als Christus te willen verkondigen, vermanende een iegelijk mensch, en leerende een iegelijk mensch in alle wijsheid, opdat wij zouden een iegelijk mensch volmaakt stellen in Christus Jezus.
Oud. H. Brasz heette daarna in hartelijke bewoordingen namens Kerkeraad en Gemeente den nieuwen Herder en Leer-aar welkom, vertolkende de blijdschap en dankbaarheid, en liet zingen Ps. 134 : 1. Hierna voerden het woord: Ds. J. M. Visser, als bevestiger, namens den Kerke-raad van Harderwijk Oud. P, Kok, na-mens den Kerkeraad van Almelo Oud. A. Leïsz, waarna als slotzang werd gezongen Ps. 89 : 7.
De Heere zegene onzen Herder en Leeraar en zijn gezin en stelle hem ten zegen voor de gemeente Enschedé, doch moge óók de thans herderlooze gemeente van Harderwijk spoedig in ’s Heeren gunst weder een eigen Dienaar des Woords ontvangen.

Namens den Kerkeraad,
G. Scholten. Scriba.

P.S. Hierbij zeggen wij allen, Hoogt., Predikanten en Stud. hartelijk dank voor hun optreden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen