Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een brief van Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een brief van Christus

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als die openbaar zijt geworden, dat gij een brief van Christus zijt en door onzen dienst bereid; die geschreven is niet met inkt, maar door den Geest des levenden Gods, niet in steenen tafelen, maar in vleeschen tafelen des harten.2 Corinthen 3 : 3.

Het is opmerkelijk, dat we onder de 66 boeken des Bijbels geen enkel boek of brief hebben eigenhandig door den Heere Jezus geschreven.
Wel hebben wij brieven van Paulus, Petrus en Johannes, doch wat zouden we gaarne een brief bezitten van Christus zelf.
Een eigen geschrift des Heeren. Allicht dringt zich de vraag wel eens aan ons op: wat zou toch de reden zijn, dat we geen enkel geschrift hebben aan de pen van Christus ontvloeid?
En toch mogen we ook hierin de diepe wijsheid Gods zien. De Heere wist, wat in den mensch is. Zou zijn kerk zulk een geschrift zijn toevertrouwd? Er zou afgoderij mee bedreven worden. En toch heeft de Heere Jezus brieven nagelaten en schrijft Hij nog telkens brieven. Doch niet met inkt of pen, maar door Zijn Geest.
Ja, er zijn brieven van Christus. Of is elk wedergeborene niet een levenden brief, een brief, die ons iets van Jezus te lezen geeft, die van Zijn werk, Zijn ontferming, Zijn genade getuigd? Dat zijn levende brieven.

De Apostel Paulus spreekt in het ver-band van onzen tekst over zijn bedie-ning, zijn arbeid onder de Corinthiërs. „Want wij zijn Gode een goede reuk van Christus, in degenen, die zalig worden.”
Nu gaf het al den schijn, alsof de Apostel zich zelf begon aan te prijzen, en daarmede gelijk stond met de valsche leeraars, die aanbevelingsbrieven medebrachten.
Hij heeft geen getuigschrift van menschen noodig. Zijn aanbevelingsbrief was de gemeente Corinthe.
Dat er in die groote wereldstad Corinthe een gemeente van Christus was, dat er geestelijk levende menschen waren, was zijn aanbevelingsbrief.
Daarin heeft de Evangeliedienaar de goedkeuring Gods op Zijn werk, als er onder Zijn dienst zondaren bekeerd worden.
Daaraan heeft de Dienaar des Woords behoefte, daar ziet hij naar uit, dat de Heere het zegel Zijner goedkeuring aan zijn werk hecht.
Nu, dat was daar in Corinthe geschied.
De gemeente was een brief van Christus, en als zoodanig is zij openbaar ge-worden,
Geschreven niet met inkt of pen, maar door den Geest des levenden Gods. Niet op papier, maar in de vleeschen tafelen des harten.

Een brief van Christus, dit is beeldspraak. Een brief, als het geen zakenbrief is, vloeit voort uit het hart.
Als gij een brief ontvangt, zijt gij begeerig naar den inhoud, maar meer nog naar de onderteekening, die maakt den inhoud voor u waardevol.
Elk kind Gods nu is een brief van Christus, een levende brief.
Zij zeggen u iets van Christus. Christus schrijft die brieven door Zijn Geest, Hij onderteekent ze met Zijn naam.
Paulus kan genoemd worden de pen, het instrument, dat de Heere gebruikt, dat zijn de Dienaren, meer niet. Maar versta het, de pen schrijft de brief niet, doch hij, die de pen hanteert.
Door zijn arbeid, door de prediking des Evangelies werden zondaren toege-bracht en openbaar als levende brieven van Christus, Die ze schreef.
Die brieven van Christus zijn niet ge-schreven met inkt, maar door den Geest des levenden Gods. De Apostel trekt de vergelijking nog verder door, als hij wijst op het papier.
Niet ingegrift in steen, in steenen tafelen, maar in de harten, in vleeschen tafelen.
De Apostel maakt hier een vergelij-king met de Wet des Heeren, ingegrift door Gods eigen vinger in de steenen van Horeb.
De letteren in de steenen tafelen der Wet zijn niet alleen het geschrift Gods, er is ook schrift door Zijn Geest ge-schreven.
Die letteren van deze brieven getuigen van genade, bewezen aan schuldigen en verlorenen, spreken van het werk Gods, dat die steenen harten week maakte vatbaar voor het schrift des Heeren. „Ik zal hun eenerlei hart geven”, getuigt de Heere door Ezechiël, en „Ik zal een nieuwen geest in het binnenste van u geven, en Ik zal het steenen hart uit hun vleesch weg doen, en hun een vleeschen hart geven.”
Alleen daarop schrijft Gods Geest, dat is het papier.
Neen, de zondaar, zooals hij van nature is, bezit een hart harder dan metaal. Eerst moet dat hart vernieuwd, levend gemaakt.
In de wedergeboorte is het steenen hart levend gemaakt, weggenomen en een vleeschen gegeven.
Gods Geest schrijft op harten, die zacht gemaakt zijn door Goddelijke ge-nade. Steenen harten spreken niet van Gods ontferming, evenmin als de stee-nen van Horeb.
En vraagt gij dan, wat Gods Geest op die levende brieven schrijft? Wat die brieven geven te lezen? Laten wij mogen opmerken, dat het niet alle brieven zijn van denzelfden inhoud, al is de grond-toon dezelfde!
Gij zult in alle dezen grondtoon vin-den: „In mij zelven een verdoemelijk zondaar, die alleen uit genade kan zalig worden om de verdienste van Christus.”
Dan zullen die brieven u te lezen geven berouw over de zonden, zondekennis en zondeschuld. Maar ook leest gij er in de bede om gena. Neem een anderen brief en ge leest meer van ’t geloof, van ’t geloofsvertrouwen, van steunen op de borggerechtigheid van Christus.
Weer een andere zal u meer geven te lezen den jubel des geloofs: „Zoo is er dan geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn.”
Neem nog weer een anderen brief en hij bevat meer over de liefde. „Wij heb-ben Hem lief omdat Hij ons eerst heeft lief gehad.”
Weer een andere zal u meer spreken over de hoop en u laten hooren:

Maar blij vooruitzicht, dat mij streelt!
Ik zal, ontwaakt, Uw lof ontvouwen,
U in gerechtigheid aanschouwen,
Verzadigd met uw Goddelijk beeld.

Zie, dat is iets, een uittreksel slechts. De Heere schrijft op die brieven Zijn naam.
Doch niet op allen denzelfden naam, op den eene meer den naam Ontfermer, op een anderen weer meer den naam Ge-trouwe.
De eene van Gods kinderen zal u meer spreken over de leidingen Gods in Zijn leven, waarin de deugd van trouw schittert en een ander meer over de ontfermingen.

Zijt gij nu, Lezer, als zulk een brief van Christus openbaar geworden? Paulus zegt: „als die openbaar zijt geworden, dat gij een brief van Christus zijt.” Kan dat ook van u gezegd? Zijt gij een leesbare brief?
Gods werk toch kan niet verborgen blijven. De verandering van den dood tot het leven, van arm tot rijk, de open-baring van een steenen of een vleeschen hart is zoo onderscheiden, dat het openbaar wordt.
Daarom, wat getuigt gij van Christus ? Wat getuigt uw handel en wandel?
Is het leesbaar, dat gij Gods werk zijt?
Neen, het is niet altijd in de eerste plaats de vraag, of zij ’t van u gelooven, dat gij een kind Gods zijt, die ge op ’t kerkpad ontmoet, of met wie gij in gezelschap samenkomt om over ’t werk der genade te spreken, maar gelooven uw huisgenooten het ook, zij met wie gij dagelijks verkeert op den akker of in de werkplaats, omdat ze moeten zeggen: een leesbaren brief.
Het is toch wel zoo, dat menige klein-geloovige, die voor zich zelf in ’t donker gaat, predikt door handel en wandel, een getuigenis geeft van godsvrucht.
Het zijn levende brieven, dat is, ze zijn nog niet afgewerkt,
Zij zijn nog niet voltooid. De Heere schrijft in de ervaring van het genade leven er aldoor weer wat bij.
Nieuwe ervaringen, nieuwe genietingen, nieuwe ontdekkingen.
Wat schreef de Heere er de laatste dagen bij?
Vraag u zelven dit eens af, gij, die door genade gelooven moogt ’t werk zijner handen, ’t schrift zijner vingeren te zijn?
Leesbare brieven Christi.
Doch dan moet met schaamte beleden, dat Gods kinderen veel te veel zwijgen. Hoe is het mogelijk, dat gij zoo van den Heere, Zijn ontferming aan u, Zijn liefde u bewezen zwijgen kunt.
Hebt gij dan niets van den Heere Jezus te vertellen?
Hij heeft Zich toch een volk geformeerd, opdat het Zijn lof verkondige.
O gij, die des Heeren doet gedenken, laat geen stilzwijgen bij u wezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 april 1939

De Wekker | 5 Pagina's

Een brief van Christus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 april 1939

De Wekker | 5 Pagina's