Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Iets over Evangelisatie-Lectuur (V)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Iets over Evangelisatie-Lectuur (V)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Om aandacht te trekken, om gelezen te worden moeten de tractaten van de evangelisatie geschreven zijn in een taal, die verstaanbaar is in de door en door wereldsche kringen, De realiteit van het leven van heden mag dus niet worden verwaarloosd, al moet het niet worden een boodschap, die eigenlijk in den modernen vorm ondergaat. Daarbij mag ook wel gezorgd worden voor verscheidenheid in de lectuur.
Hier is er een, die zich onverschillig toont inzake de hoogste dingen des levens; daar een theosoof, die zweert bij zijn reïncarnatie- idee daarnaast een Jood, wien het deksel immers nog ligt op het aangezicht; verderop een oud afgeleefd man, die alleen nog maar vraagt naar een vriendelijk woord. Zeker, het is niet verkeerd, aan ieder, die aan uw deur komt een tractaatje te geven, en als ge niet anders hebt aan alien een zelfde soort te geven (het menschenhart is en blijft toch overal en altijd hetzelfde) maar een orgeldraaier en reiziger van een groote firma zijn ook wellicht weer zeer onderscheiden in hun ethische en geestelijke mentaliteit. M.i. mag daarmee in de tractaat-verspreiding toch wel rekening gehouden worden, indien het eenigszins mogelijk is.
Op de manier van de Adventisten-colportage te werk te gaan verdiend m.i. eigenlijk geen aanbeveling, Overal hetzelfde praatje en hetzelfde tractaatje! Onlangs vroeg mij iemand, wat ik dacht van het apologetisch element in de evanqelisatie-lectuur. Ik wil hem in dit artikeltje van antwoord dienen. M.i. kan dat element werkelijk niet geheel uitgeschakeld worden. We] moet, dunkt mij, het apologetische karakter, vooral in ‘t opschrift, er niet dik bovenop liggen. Want, dan weten de menschen al wel wat er komt en zij rollen hun ziel op als een stekelvarken, zoodat ze gesloten zijn voor alles en niet anders willen do en dan… prikken. Ze zien in het tractaat een rauwen aanslag op hun overtuiging, reeds voordat ze van den inhoud van het geschriftje hebben kennis genomen. Ook moet de apologetiek in het tractaat geen geredeneer zijn, wat goed voor de studeerkamer is of op een debatingclub. (vereeniging, waar men zich in het elkander tegenspreken en bestrijden oefent).
Sommigen hechten niet de minste waarde aan een apologetisch tractaat, maar ‘t is maar de vraag, welke plaats de bestrijding inneemt en welk karakter zij draagt. Is zij alleen negatief ingesteld, ja, dan is zij niet te verkiezen, maar de apologetiek in de lectuur behoeft m.i. niet alleen maar negatief te werk te gaan.
Wel zal zulk een tractaat door een apologeet geschreven moeten worden, die in het wapenhuis goed thuis is en het slagveld met zijn bonte formatie terdege overziet. Een andere zaak is, dat een tractaat, ja elk tractaat vooral niet langdradig, eentonig, zeurderig moet zijn.
Veel woorden, die niets zeggen doen meer schade dan weinig woorden, die iets zeggen. Wij reizen niet meer met de trekschuit. Toch meene men niet, dat onze vaderen in het bloeitijdperk onzer kerkgeschiedenis zoo langwijlig waren, als men het wel eens hoort voorstellen. O, ja er waren er ook toen, die een paar uur noodig hadden om iets te zeggen, wat heel best in een kwartier kon afgedaan worden, maar daar staat tegenover, dat velen onder hen werkelijk de gave hadden om met weinig woorden veel te zeggen De Amsterdamsche predikant Hellenbroek hield kerkdiensten van een goed uur en velen zijner preeken zijn zwaar geladen met zinvolle gedachten. Het is nog de groote vraag, of we de langwijligheid niet veel meer moeten zoeken bij de pas voorbijgegane generatie.
De geschriften van een halve eeuw terug toonen m.i. dikwerf aan, dat ons voorgaande geslacht de eigenaardige kunst goed verstond om met heel veel omhaal van woorden den lezer op de proef te stellen in zijn geduld, instee van in sobere, wel gekozen bewoording recht op het doel af te gaan.
Een kort geschrift, een enkel vlammend woord, als leuze, als slagwoord recht op den man af, kan in de evangelisatie-lectuur goeden dienst bewijzen.
Met één oogopslag dringt dit in zijn geheel door het oog naar het bewustzijn en het geweten. Het valt ons menschen van dezen tijd toch 200 moeilijk om lang met onverdeelden aandacht iemand aan te hooren of zijn geschrift te lezen, Het leven eischt zooveel van ons, het verdeelt, versnippert onze aandacht en ons concentratie-vermogen is bijster zwak.
Een evangelist mag een koopman zijn. Wil deze op handelsgebied wat bereiken, dan kiest hij een pakkende reclame. Welnu, een goedgekozen „slagwoord” kan wonderen doen. Het hecht zich in de ooren der menschen, blijft staan voor hun oog, nestelt zich in hun denken, haakt zich vast in hun geweten.
Een woord, voor ieder duidelijk, met één keer te onthouden, kan ontzaglijke kracht doen. Mits we immer voor oogen houden, dat het God is, Die den wasdom geeft, mogen wij met Paulus planten, met Apollos natmaken op de meest doeltreffende en voor onzen tijd meest geschikte manier.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 april 1939

De Wekker | 4 Pagina's

Iets over Evangelisatie-Lectuur (V)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 april 1939

De Wekker | 4 Pagina's