Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Doopserkenning

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Doopserkenning

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

H. F. te Z. zendt ons de volgende vragen, die wij in de Wekker beantwoorden en niet per brief, omdat wij geen port voor antwoord daarbij ontvingen.
De vragen luiden: Wat is het verschil in den doop, zooals die in de Herv. Kerk en in de Christ. Geref. Kerk toegediend wordt?
Wordt de doop, toegediend in de Herv. kerk, in de Christ. Geref. kerk erkend?
Daar deze vragen niet gaan over de leer des Doops, maar over de practijk der doopsbediening, behooren zij tot het Kerkrecht, zooals dat in de Christ, Geref. Kerk geldende is.
Wat de eerste vraag betreft, deze is zeer eenvoudig, omdat er geen verschil is tusschen den doop in beide kerken. Zelfs al waren er de ceremoniën niet gelijk, dan zou nog daardoor de doop niet ongeldig zijn. Zelfs de doop, toegediend in de Roomsche kerk, wordt nog door de Christ. Geref. Kerk als geldig erkend. Immers de reformatoren, zooals Calvijn en anderen hadden hun doop in de Roomsche Kerk ontvangen, maar zijn niet herdoopt, maar als gedoopten erkend. Er is ook in onze kerk de vraag opgekomen, welke doop als geldig moet worden erkend. Aan deze vraag is oplossing gegeven door het besluit der Synode van 1872, aldus luidende:
“De doop van genootschappen of vereenigingen, die formeel met het triniterisch geloof gebroken hebben, kon niet erkend worden. Doch overigens worden, met handhaving van de bepalingen der Synode van Groningen 1872, art. 17 en in aansluiting van de beginselen van Calvijn, aan de Belijdenisschriften der Gereformeerde Kerk en in overeenstemming met de besluiten der Synode van 1571 tot tot 1618 en ‘19, personen, die hetzij als kinderen, hetzij als volwassenen den doop ontvangen hebben, buiten de Christ. Geref. Kerk. zoo zij tot haar overkomen, als gedoopten beschouwd, ingeval zij gedoopt zijn in of vanwege eene Vergadering van Christenen, door een, door zulk eene vergadering geroepen en erkend, dienaar des Woords, met water en in den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes.
Deze bepaling geldt van af 1882, op de Synode van Zwolle, die dus in de Herv. Kerk gedoopt is, met gebruik van de Doopsformule Matth. 28 : 19, is wettig gedoopt, Zijn doop is geldig in onze kerk.
Die echter in de Herv. Kerk gedoopt is met gebruik van andere woorden dan de Doopsformule is niet wettig gedoopt. In de jaren, toen het modernisme in de Herv. Kerk heerschappij vierde, doopte men aldaar niet meer in den naam des Drieëenigen Gods. Zoo werden b.v. 19 Februari 1868 te Workum twee personen gedoopt met de woorden: “Deze druppel water doet het niet, maar ik vertrouw van harte, dat gij, op den grond, waarop gij belijdenis gedaan hebt, ook dezen doop wilt ontvangen.” De Synode der Herv, Kerk verplichtte zelfs niet meer de Doopsformule te gebruiken. Door dit besluit was het voor Roomschen, Lutherschen, Christ. Gereformeerden enz. niet zeker meer, of zij kinderen in de Ned. Herv. Kerk gedoopt, wel als gedoopten kon erkennen. De Synode van onze kerk te Groningen 1872 art. 117 maakte daarop deze bepalingen. Voortaan zal aan allen, die leden onzer kerk willen worden en zich daartoe bij den Kerkeraad aanbieden, gevraagd worden, of zij voor zich zelven er zeker van zijn, dat zij en hunne kinderen met den christelijken doop, d.i. in den naar van den Drieëenigen God, gedoopt zijn. Wordt dit bevestigend beantwoord, dan wordt de wettigheid van den doop erkend. Bij een twijfelachtig of ontkennend antwoord worden de redenen door den Kerkeraad gevraagd, en de Kerkeraad beslist of de doop al dan niet moet worden toegediend.”
Wanneer onze vrager dus zeker is, dat hij in de Herv. Kerk is gedoopt met gebruik van de Doopsformule van Matth, 28 : 19, dan is er geen verschil tusschen zijn doop in de Herv. Kerk aan hem bediend en die der Chr. Geref. Kerk. Daar ik vermoed, dat hij in deze eeuw geboren is, toen de doopsformule weder in gebruik is genomen, voor zoover ik weet, zal er tusschen zijn doop in de Herv. Kerk en die in de Chr. Geref. Kerk wel geen verschil meer zijn.
Als vrager zich aanmeldt bij den Kerkeraad, der Chr. Geref. Kerk te Z. en hij kan op de vraag van dien Kerkeraad. antwoorden, dan is zijn doop wettiq. Wij raden H. F., eens met den predikant te Z. te gaan spreken.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 1939

De Wekker | 4 Pagina's

Doopserkenning

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 1939

De Wekker | 4 Pagina's