Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onvolledig

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onvolledig

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de „Saambinder” van 14 Maart ‘40 antwoordt Ds. Kersten op eene vraag van X, om iets mede te deelen over Ds. D. Klinkert, vroeger Chr. Geref. predikant te Rotterdam in de kerk aan de Raampoort. Het antwoord dat Ds. K. geeft is echter zeer onvolledig en berust op „hooren zeggen”, dat Klinkert driftig van aard was. In de Acte van de Synode der Kruiskerken, gehouden 19 Oct. 1858 lees ik: Wij mogen het als een zegen van God aanmerken, dat C van den Oever op de vergadering driftig is geworden”, terwijl Ds. K. schrijft: Ds. Klinkert was zoo geheel anders dan Ds. C van den Oever. Dit klopt niet. En waarom maakt Ds. K. in zijn antwoord eene vergelijking tusschen Ds. Klinkert en C. van den Oever? Dit zou niet noodig zijn als er niet eene commissie Klinkert—van den Oever was geweest, welke v.d. Oever in het ongelijk stelde, waardoor hij zelfs buiten de Kruiskerken kwam te staan. Ja, Ds. Kiinkert was zoo geheel anders dan Ds. v.d. Oever, wiens onkerkelijke handelingen en scheurmakerij Ds. Klinkert niet kon goedkeuren.
En zou Ds. K. dan niets weten van die handelingen, waardoor Ds. v.d. Oever de kerk Raampoortlaan moest verlaten en op het Wenaplein te Rotterdam in een ander gebouw moest intrekken en later de kerk op den Boezemsingel te Rotterdam, waarin Ds. Kersten nu nog predikt.
Die scheuring van Ds. v.d. Oever wijst op een treurig tijdperk in de geschiedenis der Kruiskerken, waarin het ontstaan ligt der „Geref. Gemeenten” tegenover de Kruiskerken en na 1869 (de vereeniging met de afgescheiden Geref. kerken) tegenover de Chr. Geref. Kerk.
Ds. C. v.d. Oever was predikant in de Kruisgemeente te Roterdam. Twee van zijn zonen waren ook predikant. Ds. C. v.d. O. was consulent van de Kruisgemeente in den Haag, Ds. C. v.d. Oever liet voor de Haagsche gem. een kerk zetten op het Hoogezand, waarvoor die gemeente huur moest betalen aan Ds. C. v.d. O.
Het zingend den Haag zong hiervan spottend:

Op zek’re plaats in ‘t Vaderland
Daar bouwde men een kerk op zand,
Ondanks veel profetijen.
Men nam een leeraar bij de week,
Die gretig naar de centen keek,
Die g’ in de bus liet glijen.

Ds. C. v.d. Oever dreef door dat op zeer onkerkelijke wijze zijn zoon Janus in den Haag beroepen werd. Een ouderling Fransciscus Koers, grootvader van onzen prof. Lengkeek protesteerde tegen deze wijze van beroepen en weigerde als ouderling den beroepsbrief te onderteekenen. Evenzoo een diaken. Boers werd beschuldigd de zonde tegen den H. Geest bedreven te hebben en werd geschorst. De zaak en het protest kwam op de Synode van Zwartsluis in Juli 1856. Hier stelde Ds. Klinkert eene commissie van onderzoek voor, die een juist rapport moest opstellen. Van die commissie werd Ds. Klinkert voorzitter. Door bedrog werd de comm. Klinkert om den tuin geleid. Onderscheidene gemeenten werden echter wantrouwend tegenover Ds. C v.d. O. en op de Synode van Dordt 1858 verklaarde Ds. Klinkert, dat de notabelen der Haagsche gemeente onwettig waren en de beroeping niet naar K.O. was geschied. Dit woord van Ds. Klinkert werd door Ds. C. v.d. O. beantwoord met vreeselijke vloekspraken en beschuldiging van de Synodebroeders, dat zij bondsbrekers waren, zoodat de afgevaardigden van 4 gemeenten de Synode verlieten.
De Synode-commissie riep nu eene nieuwe synode vergadering te Amsterdam bijeen tegen 19 October 1858. Ds. C. v.d. Oever kreeg de lucht van wat dreigde en kwam niet ter synode, noch zijne zoons. De afgevaardigden, die in Augustus ‘58 de synode hadden verlaten, kwamen terug; de comm. Klinkert werd in het gelijk gesteld en de verzoening der broeders uit de kruisgemeenten kwam tot stand, de censuur afzetting en afsnijding van Boers en de andere Haagsche Kerkeraadsleden werd opgeheven, de beroeping van A. v.d. Oever werd onwettig verklaard en Ds. C. v.d. Oever geschorst.
Gaarne had ik mijn pen niet gebruikt om deze echt historische mededeelingen niet te vermelden, noch minder om Ds. C. v.d. O. voor het nageslacht aan de kaak te stellen, maar liefde tot de volle waarheid en historie deden mij naar de pen grijpen. Ik bemin het spreekwoord: Over de dooden niets dan goed, maar altijd zoover dit aan de volledigheid beantwoordt.
Wil Ds. Kersten er meer van weten, dat Ds. Klinkert en dan in gunstigen zin geheel anders was dan Ds. C. v.d. Oever. dan leze hij het pas verschenen werk van Dr. van der Does over de kruisgemeenten, zooals dat in „Woord en Geest” verleden jaar verschenen is. Ook het boek van Ds. Rulman over het leven van Ds. H.W. Gispen en het niet in den handel zijnde boekje van prof. Vollenhove, over de Geref. Kerk van ‘s-Gravenhage 1831 — 1924.

Apeld. (Apeldoorn), d. B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 maart 1940

De Wekker | 4 Pagina's

Onvolledig

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 maart 1940

De Wekker | 4 Pagina's