Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De week van 17 Maart is wel een week van spanningen geweest, zij begon met een door niemand verwachte samenkomst van Hitler en Mussolini op den Brenner, waarbij alleen Von Ribbentrop en Ciano tegenwoordig waren, en waarover ook niets gepubliceerd is. Maar dat daar zeer gewichtige besprekingen gevoerd zijn. kunnen wij rustig als vaststaande aannemen. Er moeten wel zeer dringende redenen én voor Hitler én voor Mussolini geweest zijn, om zoo onverwacht deze samenspreking te houden. Van zelf sprekend is het dan ook, dat men in Londen en Parijs van deze bespreking onmiddellijk nota genomen heeft en de terugslag daarvan heeft men én in Frankrijk én in Engeland duidelijk kunnen constateeren. Men wist reeds, dat er én in het Engelsche parlement én in de Fransche Kamer, iets broedde. Men was om het eens rondweg te zeggen in beide landen ontevreden over de capitulatie van Finland, omdat men gevoelde, dat deze capitulatie toch feitelijk in lijnrechten strijd was met het doel, waarvoor én Frankrijk én Engeland den oorlog begonnen waren. En nu zag men plotseling Hitler en Mussolini op den Brenner bij elkander. De as was dus nog volkomen normaal, terwijl men in Frankrijk en Engeland zich vleide, dat de as meer in zijn vorm dan in wezen bestond. En nu die zeer vertrouwelijke bespreking op den Brenner, waarover men niets te weten kwam? Dat heeft in beide landen geleid tot een crisis in het Ministerie. In Frankrijk is het ministerie Daladier afgetreden. Wij wisten, dat er heel veel ontevredenheid in Frankrijk was, over dit ministerie. De Franschen willen opschieten en dat men voor Finland niets gedaan heeft zit velen dwars. Daladier heeft dit wel geconstateerd en daarom heeft hij zich willen verzekeren of hij het vertrouwen van de volksvertegenwoordiging nog had. Daarover is een langdurige geheime zitting van de Kamer gehouden, zoodat eerst in den nacht van 25 Maart om 3.05 uur de openbare vergadering weer voortgezet kon worden. Herriot, de voorzitter deelde toen mede, dat de regeering een door Chichery ingediende resolutie aanvaardde en hieraan de kwestie van vertrouwen verbond.
Het eerste deel dezer motie „De Kamer betuigt de Finsche natie en het Finsche leger haar hulde en bewondering voor hun prachtigen moed”, werd bij handopsteken met algemeene stemmen aangenomen.
Daarop werd gestemd over het tweede deel der motie: „Zij stelt vertrouwen in de regeering voor het onmiddellijk en op elk gebied nemen van de noodige maatregelen om de kracht van Frankrijk zoo hoog mogelijk op te voeren en in nauwe samenwerking met onze bondgenooten den oorlog, welke ons werd opgedrongen, en waarin wij met de veiligheid des lands, onze vrijheden en die van de wereld verdedigen, tot de overwinning voeren, en met afwijzing van iedere toevoeging gaat zij over tot de orde van den dag.”
De socialistische fractie besloot, zich van de stemming te zullen onthouden. De motie van vertrouwen werd daarop aangenomen met 239 tegen 1 stem, met talrijke onthoudingen.
Het getal onthoudingen bedroeg echter 300, welke stemmenverhouding de oppositie als een nederlaag voor het Kabinet heeft opgevat. Gevolg daarvan was, dat het ministerie Daladier aftrad en vervangen geworden is door het Kabinet Reynaud.
Dit nieuwe Kabinet bestaat uit niet minder dan 22 ministers en 13 onder Staatssecretarissen, maar de president Reynaud heeft van meet af goed ingezien, dat de verwachting van het Fransche volk is, dat er nu eens iets zal gaan gebeuren. Men heeft wel oorlog verklaard, maar nog geen oorlog gevoerd. En men wil, dat men oorlog zal gaan voeren. Diezelfde stemming is ook in Engeland aanwezig en het is de vraag of Chamberlain, nu dat in Frankrijk geschied is, niet door het zelfde gevaar bedreigd wordt.
Ook in het Engelsche ministerie is het geen „pais en vree”. Reynaud heeft dit goed begrepen en daarom heeft hij na de beëediging van de ministers de volgende verklaring afgelegd:
„Het zoo juist gevormde ministerie telt evenveel leden als het oorlogskabinet van Clemençeau. Er zijn echter twee nieuwigheden:
1e. een oorlogscomité, bestaande uit den minister-president, den ondervoorzitter van den ministerraad, de ministers van Oorlog, Marine, Luchtvaart, Koloniën, Financiën en Blokkade, zal driemaal per week onder voorzitterschap van den premier bijeenkomen;
2e. Een interministerieele raad, bestaande uit den minister van Financiën, alsmede die ministers, wier functies op economisch terrein liggen, zal minstens eenmaal per week onder voorzitterschap van den minister-president vergaderen”.
Het nieuwe Fransche Kabinet is in Engeland zeer gunstig ontvangen en dit moet waarschijnlijk worden toegeschreven aan het feit, dat premier Reynaud pro-Russisch is en steeds de beteekenis van een samengaan van Frankrijk en Rusland niet heeft onderschat. Hoewel de omstandigheden wel eenigszins gewijzigd zijn, meent men dat Reynaud zal trachten Rusland van Duitschland los te maken. Want het samengaan van Rusland met Duitschland zit én Parijs én Londen, die beiden om de vriendschap van Rusland gedongen hebben, nog steeds dwars Zij voelen dit als een groot echec en zij hebben in Von Ribbentrop een grooten tegenspeler gekregen. En dit klemt nog te meer, nu reeds duidelijk gebleken is, dat het Kabinet Reynaud in Frankrijk niet zoo sterk staat, want wat is er geschied? Bij zijn eerste contact met de Kamer heeft het Kabinet Reynaud een overwinning kunnen behalen, die echter veel lijkt op een Pyrrhus-overwinning. De motie van vertrouwen, waarmede de besprekingen over de regeeringsverklaring waren beeindigd, verkreeg 268 stemmen, terwijl 156 stemmen tegen de regeering werden uitgebracht en 111 leden zich van stemming onthielden. Men kan dus zeggen. dat de regeering een meerderheid gekregen heeft van één stem. Desniettegenstaande heeft het ministerie besloten zijn taak te aanvaarden en de oorlogsraad zou den volgenden morgen reeds bijeen komen.
Wij wachten thans niet zonder spanning op hetgeen wij van Duitsche zijde zullen vernemen. Hitler heeft immers officieel aangekondigd, dat hij bezig was zijn tegenstanders een verrassing te bereiden, waarop zij niet waren voorbereid.
Wij hebben vroeger al gezegd, dat wij rekening moesten houden met de mogelijkheid van een driemanschap Hitler—Stalin —Mussolini, dat wil dus zeggen dat Duitschland—Rusland en Italië zouden samengaan en wij heben dit toen reeds als het gevaar voor Europa gezien. Want dit driemanschap zou in staat zijn het Balkanprobleem op te lossen. En het schijn dat Duitschland daar reeds een begin mee gaat maken, want zoo juist lezen wij in „Het Ochtendblad” dat Duitschland een nota aan Roemenië gezonden heeft. die gelijk zou staan met een ultimatum.
De Duitsche nota is overhandigd door den handels-deskundige Clodius, wiens bezoeken aan Boekarest werden uitgelegd als een teeken van toenemenden Duitschen druk op Roemenië.
De Duitsche regeering geeft in de nota te kennen, aldus Reuter, dat zij „de voortdurende veranderingen” in de bepalingen voor den Roemeenschen buitenlandschen handel en de behandeling der buitenlandsche valuta’s niet kan toelaten. De nota oefent felle critiek op het eenige weken geleden ingevoerde handelssysteem en doet een scherpen aanval op Christu, die de vorige maand tot minister van Buitenlandschen Handel is benoemd.
De verlangens, die de Duitsche economische delegatie bij de Roemeensche regeering heeft kenbaar gemaakt, kunnen. volgens Havas, in 5 punten worden samengevat:
1. Verhooging van de koopkracht der rijksmark door revaluatie van de lei;
2. Verlaging der uitvoerrechten op Roemeensche producten;
3. Verlaging van de prijzen der voor Duitschland bestemde Roemeensche producten.
Wij zullen moeten afwachten, wat er in Europa gaat gebeuren. Wij staan aan den vooravond van groote gebeurtenissen. Maar laten wij den 2en psalm in deze ernstige tijden niet vergeten.

d. H. (Den Haag), J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 maart 1940

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 maart 1940

De Wekker | 4 Pagina's