Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

J. S. te L. deed mij een vraag toekomen over het getal 666 uit Openb. 13:18.
In zijn schrijven wijst hij op de thans onder ons bijbellezend volk opeens populair geworden nieuwe vinding, dat men in dit getal zou kunnen lezen de naam van een zeer bekend hoofd van een staat in Europa.
Mijn vrager wil nu graag weten of daar misschien ook nog waarheid in schuilt of dat deze en dergelijke speculaties met deze aanduiding der Schrift van nul en geener waarde zijn.
Laat mij maar dadelijk zeggen, dat de belangstelling, die men aan dergelijke becijferingen geeft, nuttiger aan iets anders besteed kan worden.
Wie meenen mocht, dat dit toch wel iets nieuws is, zij gezegd, dat zes jaar geleden dezelfde vinding reeds door anderen gedaan is. Ze had toen schijnbaar den tijd nog niet voldoende mee.
De manier, die men hierbij toepast, om in de getallen letters te lezen, is al oud. Telkens weer heeft men getracht op deze wijze dit getal zijn geheim te ontwringen en den menschen te kunnen zeggen, dat men in dezen of geenen persoon kon zien het Beest, zooals de Schrift dat teekent.
Telkens op andere wijze, maar altijd naar dezelfde methode, heeft men tientallen van namen gevonden. En de reeks gaat immer voort. Dat is geen wonder. Immers het is de kwestie maar, wie men wil vinden. Er is reeds op gewezen, dat men er den naam van Adolf Hitler in lezen kan, maar evengoed dien van Lebrun, den Franschen president. Hiermede is een dergelijke vinding geoordeeld.
Daarbij is zij geheel in strijd met de beteekenis der getallen in den Bijbel en wel in het bijzonder in de Openbaring van Johannes.
De getallen toch willen daar niet gezien worden als vernuftig samengestelde optelsommen, maar als symbolische aanduidingen van de gedachte van datgene wat met zulk een getal wordt aangewezen. Het komt dus meer op het totaalbeeld van zulk een getal aan, dan wel op de optelling, die er uit te maken valt.
Dat wordt trouwens hier in Openb. 13:18 ook tot voorwaarde gesteld om dit getal te kunnen verstaan.
Hier is de wijsheid, zoo wordt gezegd. D.w.z. hier is de wijsheid noodig. Nu is wijsheid juist het inzicht in het geheel der dingen, in hun samenhang met het geheel. Wie dus het geheel der openbaringsgedachten Gods eenigermate vermag te zien, zal niet de meeste moeite hebben met wat Gods Geest hier zeggen wil. Die een zoodanig toegerust verstand heeft, berekene het getal van het beest. Dit getal is een getal zijns naams, vrs. 17, d.i. in het getal ligt iets van de ontsluiting van zijn wezen, zijn beeld ligt er als in afgeteekend. Het gaat hier dus niet allereerst om een letterlijken naam uit het register van den burgerlijken stand hier beneden, maar om een naam, een noeming, een aanduiding, naar den trant der wijsheid.
De berekening zal dus niet naar willekeurig gekozen uitgangspunten mogen worden opgezet, maar met de gegevens der openbaring Gods hebben te rekenen.
Nu staat in dit naam-getal het cijfer zes op den voorgrond.
Wat is nu in de Schriftgedachten de beteekenis van het getal zes? Deze vraag dient eerst beantwoord.
Hierbij gaat men nu veelal tweeërlei weg. De eerste is de negatieve. Zes is dan de uitbeelding van niet-zeven. Zeven hierbij gezien als het getal Gods. Hoe hoog het beest zijn prestaties ook opvoere en hoeveel hervormingen op sociaal gebied het ook tot stand vermag te brengen, het komt niet tot zeven, het getal Gods en van zijne heerlijke rust.
Deze zelfde gedachte nu kan ook op meer positieve wijze worden uitgedrukt. Hierbij komt de beteekenis van het getal 6 zelf meer uit.
De omschrijving zelf wijst dezen weg. Immers er staat, dat het een getal eens menschen is.
Zes is het getal van den mensch. Op den zesden dag ontving hij het leven. Zes is bovendien het getal van het arbeidsven, van ’s menschen bemoeiingen met de aarde. Zes dagen zijn hem daartoe gegeven.
Zoo gezien is het tegelijk, vooral na de zonde, het getal van zijn zorg, zijn kommer, zijn moeite. Het zweet zijns aanschijns en de smart zijner handen kleeft er aan.
666 is nu dit alles tot zijn hoogte opgevoerd. Zes éénheden, zes tientallen en zes honderdtallen. Tot duizend alleen kan het niet komen.
Het blijft hier alles in de vlakte der menschheid. Wel zal het oppermenschelijke worden bereikt, maar het bovenmenschelijke wordt niet gevonden.
666 is het getal van de prestatie, de topprestatie, maar niet van de verlossing. Het blijft alles 6, ook in zijn moeite en smart en onzekerheid.
Wie bij het licht van deze wijsheid het naam-getal leest, zal niet meedoen niet alleen met de aanbidding, maar hij zal er tegelijkertijd den troost uit putten, dat er geen duurzaamheid kan schuilen in het optreden van het beest.
In een dergelijke wijze van zoeken te verstaan zit, meenen wij, wat meer perspectief dan in een becijfering als men thans presenteert.

Kremer.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1940

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1940

De Wekker | 4 Pagina's