Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met groote spanning hebben wij uitgezien naar het oogenblik waarop de Rijkscommissaris Rijksminister Seysz-Inquart zijn ambt zou aanvaarden en met belang stelling kennis genomen, van de rede, die hij daarbij gehouden heeft. En dan is onze indruk, dat zijn woord ons niet tegengevallen is. Hij heeft op een duidelijke wijze uiteengezet, waarom het thans gaat en alles vermeden, wat ons ook maar eenigszins zou kunnen kwetsen. Dat hij het verdrag van Versailles aan een vernietigende kritiek onderwierp, was te ver wachten. Hij heeft dit verdrag als een vloekwaardige daad gebrandmerkt, dat millioenen Duitschers aan het Moederland ontrukt had. Onze lezers weten, dat wij in dit Verdrag den oorsprong van den tegenwoordigen oorlog hebben gezien, ondanks de kritiek, die op onze beschouwing van verschillende zijden gegeven is. En thans moeten de volken, wier vertegenwoordigers dit Verdrag destijds hebben opgesteld er helaas de bloedige vruchten van inzamelen. Hij heeft waardeering uitgesproken, voor hetgeen er door onze weermacht is gepresteerd en gezegd: dat de Duitschers door ons land gaan met een blik, welke gescherpt is door het begrip voor de waarden van de banden des bloeds en de ontbinding des bloeds in een volk en verheugen ons over de Nederlandsche menschen. Wij verheugen ons over de kinderen, wij wenschen dat de jongens hier moedige, krachtige en energieke mannen en de meisjes gelukkige moeders mogen worden in groote gezinnen. Maar ieder lezer zal de rede van den Rijksminister Seysz-Inquart wel gelezen hebben.
Wanneer wij alles, wat er door den Regeeringscommissaris gesproken en beloofd is, nog eens rustig overdenken, komen wij tot deze conclusie: dat deze man gevoeld heeft, wat het voor ons land en volk moet zijn, dit te moeten ondergaan. Hij, die zelf voelt voor zijn land en volk, zal zich kunnen indenken, wat het voor ons land en volk moet zijn, zijn zelfstandigheid te moeten verliezen, ook al wordt de belofte gedaan, dat het nieuwe bewind met onze nationale eigenaardigheden zal rekenen, voor zoover de bijzondere omstandigheden zulks toelaten. Dat in uitzicht gesteld werd, dat ons Nederlandsche recht zooveel mogelijk van kracht blijven zal en dat bij de uitoefening van het bestuur gebruik zal worden gemaakt, van de Nederlandsche autoriteiten en de onafhankelijkheid van de rechtspraak, gewaarborgd zal blijven is een oorzaak van dankbaarheid. Wij zullen thans rustig afwachten hoe de zaken zich verder zullen ontwikkelen.
Heel veel zal thans afhangen van het verdere verloop van den oorlog zelf. Want zoolang deze door Duitschland niet definitief gewonnen is, hebben al deze maatregelen niet meer dan een tijdelijk karakter. In den oorlog van I914/18 had Duitschland België overwonnen en in bezit genomen, maar toen het den oorlog verloren had, kreeg België zijn zelfstandigheid en onafhankelijkheid weer terug en werd Duitschland zefs gedwongen, van zijn bezit aan België wat af te staan. Op dit oogenblik is met geen mo gelijkheid te overzien, hoe de oorlog nog eindigen zal. Feit is, dat het er voor de Engelschen niet rooskleurig uitziet.
Tevergeefs hebben zij getracht zich naar zee te redden. Voor het opnemen van dit verslagen leger heeft Engeland in grooten getale oorlogs- en transportschepen gereed gehouden. In een grootscheepschen aanval heeft de Duitsche luchtmacht ook deze laatste reddingsmanoeuvre der Engelschen verijdeld. Ieder zal zich afvragen waar is eigenijk de Britsche vloot? Het antwoord is eenvoudig: voor de voortdurende vernietigende slagen der Duitsche strijdkrachten ter zee en in de lucht heeft de Engelsche vloot zich teruggetrokken in moeilijk te bereiken schuilhoeken. Ook door het lot van het Engelsche expeditieleger op het vasteland is zij niet tot optreden te bewegen. De groote vernietigingsslag tegen de Geallieerden in Vlaanderen en Artois begon tien dagen geleden. In den kortst mogelijken tijd is hij voortgezet tot volledige ontbinding der vijandelijke legers. Wat thans in dit gebied nog strijdt, zijn slechts brokstukken der ontbonden legers, die thans overwonnen of ontwapend zijn.
Ook de tegenstand der Engelschen aan de kust en bij Duinkerken heeft nog slechts ten doel de vlucht eenigszins te dekken. De onverbiddelijke vernietigingsstrijd aan de Vlaamsche kust is tevens het einde van een grooten strijd, die in de wereldgeschiedenis zijns gelijke niet heeft. Voor het eerst heeft de Duitsche weermacht in dezen oorlog tegenover een werkelijk gelijkwaardigen tegenstander gestaan en hem haar superioriteit aangetoond. Het succes heeft een krachtige en taaie actie der Duitsche troepen geëischt. Tevergeefs hebben de Fran-schen getracht, naar het binnenland van Frankrijk door te breken. Vergeefsch waren hun ontlastende aanvallen aan Somme en Maas. Het Duitsche Zuidelijke front aan Somme, Aisne en Maas had een ijzeren gordijn voor den strijd op den Noordelijken vleugel geschoven. Wanhopig hebben de Ëngelschen te land gevochten. Zij zonden deelen van hun luchtmacht en lichte strijdkrachten ter zee om den Duitschen opmarsch te stuiten. Maar er is niets beslissends gedaan om de situatie te wijzigen. Van dag tot dag werd het duidelijker, dat de Engelschen vroegtijdig het reusachtig gevaar hebben ingezien, dat hun expeditieleger op het vasteland bedreigde. Zij hebben hun bondgenooten in den steek gelaten en getracht, hun expeditieleger nog bijtijds terug te trekken. Troepen echter, die onder een dergelijke wapenactie van den tegenstander gestaan hebben, troepen, die ook bij een wanhopig persoonlijk worstelen zich niet hebben kunnen handhaven tegen den aanvallenden geest en de aanvalswapenen van den tegenstander, troepen, welker laatste resten nog slechts zwemmend het vege lijf konden redden en die zelfs in volle zee nog waren bloot gesteld aan de uitwerking van het Duitsche luchtwapen, dergelijke troepen kunnen voor langen tijd niet meer als bruikbaar voor het front beschouwd worden. Dat is de toestand, waarin Engeland zijn expeditieleger, waarop het zijn hoop gbouwd had, terugziet.
De mensch wikt, maar God beschikt.

d.H. (Den Haag), J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juni 1940

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juni 1940

De Wekker | 4 Pagina's