Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

A. te P. vraagt naar de plaats en de beteekenis van den voorlezer in onze godsdienstoefeningen. Is het gewenscht dat dit door een ouderling geschiedt of behoort dit eigenlijk tot het werk van den dienaar des Woords?
Het voorlezen der H. Schrift in de gemeente is al oud. Het was reeds in gebruik in de Synagoge, gelijk blijkt uit wat de Schrift zegt over wat geschiedde, toen Jezus ter Synagoge ging.
De eerste Christelijke kerk behield dit gebruik. In de eerste eeuwen was dit lezen in de vergadering der gemeente opgedragen aan de ambtsdragers, ouderlingen of diakenen.
Later, omstreeks de derde eeuw, werd dit lezen opgedragen aan afzonderlijke ambtsdragers, de z.g.n. lectoren. Dit lectorschap was een der lagere ambten, waaruit men dan, bij gebleken geschiktheid, kon opklimmen tot een hoogere ambtelijke positie. Het werd een soort oefenschool, Dit werd zelfs zoo overdreven dat er een bepaling gemaakt werd dat niemand jonger dan 18 jaren in de gemeente voorlezen mocht.
Naarmate in den voortgang der geschiedenis het Woord Gods meer uit het middelpunt van de samenkomsten der gemeente werd teruggedrongen, raakte ook de voorlezer uit het oog.
De Reformatie bracht het Woord en met het Woord ook de voorlezing daarvan in de gemeente weer naar voren.
Wij zien dan echter het eigenaardige verschijnsel dat de voorlezing der Heilige Schrift buiten de eigenlijke vergadering der gemeente valt.
Aanvankelijk vond zij alleen plaats bij de viering van het Heilig Avondmaal. In oude uitgaven van de formulieren vindt men daarom nog de aanteekening: Terwijl men communiceert zal men stichtelijk zingen ofte sommige capittelen lezen.
Later ging men uit de H. Schrift voorlezen, vóór dat de eigenlijke dienst begon. Men wilde op deze wijze het volk wegwijs maken in de Schriften. Op zichzelf een lofwaardig pogen en althans beter dan het voor den dienst behandelen van allerlei nieuwtjes van den dag. Toch betwijfelen wij sterk of op deze wijze het beoogde doel bereikt werd.
In vele plaatsen werd toen het voorlezen een betrekking. De plaatselijke overheid benoemde den voorlezer en de kerkeraad beproefde en bezoldigde hem.
Zelfs schijnt weer de gedachte van de oude kerk in die dagen opgedoken te zijn om lezers te benoemen als een soort semiambtsdragers, althans de Synode van Emden waarschuwde om daar niet lichtelijk toe over te gaan.
Dat men den voorlezer desondanks toch als een soort ambtsdrager ging zien, bewijst het feit, dat men hem tot ziekentrooster en in sommige gevallen tot catechiseermeester ging benoemen. Zoo vermeerderde zijn werk en daarmede zijn gezag en inkomen.
Er is dus in den loop der eeuwen om en over „het bordje” nogal zoo een en ander te doen geweest. Verwonderen doet ons dat niet. Immers het geeft voor korte oogenblikken een plaats hooger dan de anderen in de vergaderde gemeente en dit is voor stervelingen, wie de ijdelheid aangeboren is, nu eenmaal een begeerlijke zaak.
Maar wie moet het nu eigenlijk doen, zegt mijn vrager.
Eenparig van oordeel is men daarover nog niet. Er zijn er, die er voor pleiten dat de dienaar des Woords het zal doen. Uit zijn mond, zoo meent men, moet de gemeente het Woord des Heeren hooren. Het gezag van zijn ambt eischt, dat hij het doet. Daarbij, hij kan het ook het beste doen. Immers hij kan lezen zooals het behoort. Hij verstaat wat hij leest, vooral omdat hij het gedeelte, waaruit straks zal gepreekt worden, heeft bestudeerd en overdacht.
In al deze argumenten ligt veel waars. Het is niet aan alle voorlezers gegeven zoo te lezen, dat het Woord waarlijk spreekt. Daarbij, er kunnen namen in voorkomen die den onontwikkelden lezer groote moeite baren. Zoo herinner ik mij uit mijn jongensjaren, de voorlezing van Genesis 14 door een overigens achtenswaardigen broeder-ouderling die op een totale mislukking uitliep. De man kreeg het te kwaad met Kedor-Laomer en zijn bondgenooten.
Gezien uit het oogpunt, dat de samenkomst der gemeente een vergadering is pleit er veel voor om een der ambtsdragers ook mede te doen dragen in wat er in den gemeenschappelijken eeredienst te verrichten valt. De gemeente zelf treedt handelend op in haar zingen en offeren en ook de ouderlingen en diakenen hebben dan een aandeel in den gemeenschappelijken dienst Gods.
Laat men den dienaar des Woords alles doen, dan krijgt men — gelijk Dr, A. Kuyper in zijn „Onze Eeredienst” opgemerkt heeft — zoo het karakter van. een samenkomst in een gehoorzaal, waar men alleen komt om dien eenen man te hooren. En dat juist is niet het doel van de samenkomst der gemeente. Zij komt om gezamenlijk God te dienen.
Laat daarom de ouderlingen om beurte lezen. Hebben zij daartoe niet de vereischte gaven, dat zij er zich van onthouden. Zij zijn er niet minder om. Mogelijk hebben zij iets wat een lezende ouderling met jaloerschheid vervullen kan.
Maar dat die lezen zich dan ook de hooge waarde van de juiste lezing van het Woord Gods bewust zijn.
Desnoods zie men het te lezen gedeelte tevoren over. Dit is beter dan dat men de gemeente ontsticht door een verkeerd lezen.
Het beste en het schoonste is voor den dienst Gods maar net toereikend.
Immers de Heere mint de volkomenheid der schoonheid. Ps. 50:2.

Kremer.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1940

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1940

De Wekker | 4 Pagina's