Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Huisbezoek en jeugd. (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Huisbezoek en jeugd. (1)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het staat onder ons wel vast, dat het huisbezoek ook de jeugd geldt. We gelooven wel, dat de wetenschap daarvan meer beredeneerd dan betracht is. Het is, dunkt ons, niet zonder beteekenis in dezen tijd er de aandacht nog eens op te vestigen. Onze jeugd heeft het lang niet altijd gemakkelijk. Uit tal van gesprekken met de jongeren weten we dat wel. Ook op huisbezoek deden we deze ervaring menigmaal op. De groote moeilijkheid is om met de jongeren in contact te komen. Ook op huisbezoek. Hoe gaat het gemeenlijk? De predikant of de ouderling begint met de ouders te spreken. De kinderen — wij gaan er nu maar eens van uit dat ze aanwezig zijn — moeten zwijgen. In het oog van sommige ouders zijn zij toch onbekeerd en kunnen dus ook niets zeggen. Zulke ouders nemen het den predikant ook zeer kwalijk als hij den jongeren vraagt naar het leven der ziel en tracht te weten te komen hoe hun verhouding tot God is. Als vader of moeder zegt, dat ze onbekeerd zijn, dan is het daarmee uit. De huisbezoeker moest dit ook direct kunnen zien. Als dat meisje een ander leven kende zou het wel anders gekleed zijn en zou het andere boeken lezen enz. Maar zoo eenvoudig is de zaak niet. Wel is met dergelijke redeneeringen bereikt, dat de jongeren niets zeggen op huisbezoek. En zeker niet als vader en moeder er bij zijn. Vooral niet als opmerkingen, als boven genoemd, gemaakt worden. Gesloten karakters zwijgen dan in alle talen.
Getrouwe en wijze huisbezoekers zullen zich aan dwaze opmerkingen niet storen, maar den weg tot het hart zoeken te vinden. Dat is lang niet gemakkelijk. Toch moeten zij het doen. En de jongeren zullen er dankbaar voor zijn. Op huisbezoek moeten we tot het hart der jongeren komen. Wij waren eens op huisbezoek. In dat huisgezin was een jongmensch, dat zeer luidruchtig was. Een ijdeltuit zoudt ge zeggen. Wij kenden dien jeugdige wel. We keken door het uitwendige heen. Toen we eerlijk onze meening zeiden, kwamen de tranen. Weenend werd erkend dat het leven der ziel zoo moeilijk was. Geschreid werd naar verandering. Gedorst werd naar ontkoming. Ge moet dan maar niet ineens de ziel op een rustbankje zetten, maar wel moet ge dan biddend leiding geven. Het hart is opgegaan en ge kunt binnenkomen. Het hart openbaart zich. Mogelijk is, dat ge nooit weer zulk een oogenblik meemaakt. Maak er dan biddend gebruik van, herder der zielen. Ge kunt in die oogenblikken ontzaglijk veel bederven. Mogelijk is ook, dat ge onder den zegen des Heeren in die oogenblikken voor zulk een gesloten karakter heerlijke eeuwigheidsvrucht nalaat. Laten ook de ouders met deze dingen ernstig rekening houden. Menige jonge ziel is door de verkeerde handeling van de ouders voor goed van de waarheid afgestooten.
Er is wijsheid noodig om met de jongeren om te gaan. Met jongeren bedoel ik dan zoowel de kinderen, de knapen en de meisjes, als de jongelingen en de jonge dochters. Wat hebben we ons dikwerf bedroefd over verkeerde handelingen. We hoorden een grootmoeder eens tot een kind van een jaar of vijf, dat ongehoorzaam was, zeggen: „je zult het laten, anders ga je naar de hel”. Die uitdrukkingen worden dan telkens herhaald. Ge kunt wel begrijpen, dat zulk een kind dan bij het hooren van „hel” gaat denken aan het begrip kelder of bed. Immers sommige ouders dreigen altijd met bed of kelder of schuur. En zulk een grootmoeder gevoelt van de verschrikkelijkheid van de hel bij zulk een oppervlakkige opmerking niets. Verschrikkelijk vinden we zulk een doen.
Niet minder ontzetend is het als de ouders door bun voorbeeld het christenzijn voor de kinderen tot een aanfluiting maken. Wij spraken eens een meisje, dat ons zeide: „Als christen-zijn is, wat m’n vader openbaart, dan wil ik het nooit zijn”. Die vader behoorde tot de „zwaren”. Is het niet ontzettend? Het voorbeeld zegt zoo ontroerend veel Ouders en ambtsdragers hebben dit gedurig te bedenken. Ook onze studenten moeten dit altijd voor oogen houden. Onze jongeren letten op het voorbeeld.
Laten de ambtsdragers de jongeren niet vergeten. Laten zij vooral zorgen, dat de jongeren op hen kunnen zien. Heel goed weet ik, dat ik voor het eerst een ouden christen bezocht. Toen ik ‘s avonds naar huis ging was mijn gedurige bede twee deelen van het vele te ontvangen, dat de Heere hem gegeven had. Heerlijk vond ik het zulk een christen te ontmoeten. In mijn ambtelijk leven heb ik broeders en zusters leeren kennen, die christenen waren met de daad. Voorbeelden. De ambtsdragers moeten dit zijn. Dan bereiken zij bij de jongeren het meeste.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 november 1942

De Wekker | 4 Pagina's

Huisbezoek en jeugd. (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 november 1942

De Wekker | 4 Pagina's