Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. Hendrik de Cock. 12 April 1801 — 14 November 1842. (4)

Bekijk het origineel

Ds. Hendrik de Cock. 12 April 1801 — 14 November 1842. (4)

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zooals gezegd, werd de Cock ook tot schrijven gedrongen. Reeds in 1832 schreef hij zijn Ernstige en Hartelijke toespraak aan mijn landgenooten in deze zorgvolle en droevige dagen vooral met betrekking hunner eeuwige belangen. Het werd door omstandigheden niet terstond uitgegeven doch zag eerst het licht in 1834, bij T. Mulder te Veendam, In dit werkje legt hij den vinger op de wondeplek — hij teekent op duidelijke wijze de ernstige gebreken, die in de Kerk geslopen zijn en roept heel het volk op tot den waarachtigen dienst van God en tot een wederkeer tot de oude paden. Hij eindigt dit aangrijpend geschrift met deze woorden ¹):
„Gods ongenoegen, Geliefde landgenoten over zulk een handelwijze is niet meer schijnbaar, maar zigtbaar onder en over ons. Onze handen drogen uit onder den steeds voortdurenden staat van oorlog, die God ons in het midden van den vrede op het onverwagts heeft toegezonden. De Cholera dreigde reeds als eene andere roede in Gods hand een iegelijk onzer, om spoedig voor zijn oordeel te voorschijnen, waar niets, niets dan alleen de geregtigheid van Christus, uit genade ons geschonken, ons redden kan. Och mogt dan tot dien Heiland onze toevlugt zijn, die alleen is Heiland of geen Heiland, die een volkomen redder, of voor ons geen redder is! Mogten wij Hem alleen roken en niet aan eigen garen en netten, dan zou alleen, zijne goedertierenheden ons bestralende, zijn zegen wederkeeren en onze ligchamelijke welstand, maar ‘t geen meerder ja alles zegt, de verheerlijking Gods, de welstand onzer eeuwige en onsterfelijke zielen bevorderd worden, want nooit heb ik, zegt God, tot den zade Jacobs gezegd, zoek mij te vergeefsch. Dat geve Hij!”
Reeds in dit werkje treft het u, dat de Cock oproept om terug te keeren tot de belijdenis der Kerk. Dit blijft het kenmerk van zijn optreden — altijd, ook later, weer de roep: terug naar de belijdenis. Hierin komt zijn liefde tot de oude waarheid uit, maar tevens zijn zin voor de werkelijkheid en de groote beteekenis, die de zichtbare kerk voor hem heeft. Sterk wordt dit ook gedemonstreerd door het feit, dat hij de Dordtsche Leerregels opnieuw uitgeeft, in September 1833, eveneens bij T. Mulder te Veendam. In een kernachtige voorrede teekent hij scherp maar raak den treurigen toestand van het volk; hij geeselt in ongezouten taal het slappe en futlooze deugd-christendom van zijn dagen, maar hij roept tevens ieder tot reformatie op; hij zegt: komt dan vrienden, medeburgers, landgenooten, ieder vatte dit werk der Reformatie aan en zie niet op een ander; belijdt elk uwe ongeregtigheid; vernedert u hierover, dat gij het vuur van Gods toorn zoo hebt aangestoken. Belooft heiliglijk, door Gods genade, te haten dat God haat, te beminnen, dat Hij bemint; Gods wet te kiezen tot uw regel, zijne eer tot uw einde. Laat ons daartoe elkander opwekken, versterken, en zoo dienen tot opscherping van liefde en goede werken: en zoo gaan bidden om den vrede van Sion en Jeruzalem. En na dan gezegd te hebben, dat dit de eenige weg is om de oordeelen Gods af te weren, zegt hij: Zoude het niet een treurige zaak zijn, zoo dit schoone land dat wij bewonen, wierd afgeloopen van den vijand? dat onze huizen verbrand of anderen ten roof wierden? dat onze schatten en gewenschte dingen tot buit wierden van een deel roofgierige soldaten? zoude het niet eene rampzalige omkeering zijn, dat dit schoone Eden wierd een schuilplaats van alle wilde ongedierten?”
Zooals ieder kan zien waren de Cock’s pennevruchten in hooge mate actueel. En, blijven hun beteekenis behouden.

1) Archiefstukken betreffende de Afscheiding van 1834 I 232 v.

Zw. (Zwolle) H.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 november 1942

De Wekker | 4 Pagina's

Ds. Hendrik de Cock. 12 April 1801 — 14 November 1842. (4)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 november 1942

De Wekker | 4 Pagina's