Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jeugdleven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jeugdleven

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

’t Is best mogelijk, na alles wat we tot hiertoe gezegd hebben, dat iemand toch blijft vragen: zeg me nu eens precies, wat ik aan mijn doop heb. En dan antwoord ik: uw doop is niet — wat wij soms zouden wenschen — een verzegeling van iets in u, b.v. dat ge wedergeboren en bekeerd zijt. Ge komt dus niet klaar met een eenvoudige redeneering: ik ben gedoopt, dus…… Neen, uw doop is het zegel op Gods belofte aan u. Hij verzekert u, dat de HEERE uw God is. Dat Hij alle heil voor tijd en eeuwigheid als het ware tot uw beschikking stelt en ook door den Heiligen Geest in u wil werken, wat ge tot toeëigening daarvan behoeft, n.l. de genade des geloofs en der bekeering.
Wat hebt ge dus aan uw doop? Een onwankelbare pleitgrond, zoodat ge nooit behoeft te vragen, of de HEERE het u wel zal willen schenken enz. We hebben in de voorgaande artikelen reeds gezien, dat we daaraan al niet behoeven te twijfelen, omdat God. Die niet liegen kan, het zegt in Zijn Woord. Toch geeft de HEERE daar nu het sacrament nog bij en komt dus op bijzondere wijze tegemoet aan de zwakheid en het ongeloof, waarmee we als zondaren altijd te kampen hebben. Art. 33 van onze Belijdenis zegt zoo juist: „Wij gelooven, dat onze goede God, acht hebbende op onze grovigheid en zwakheid, ons heeft verordend de Sacramenten, om aan ons Zijn beloften te verzegelen en om panden te zijn der goedwilligheid en genade Gods te onswaarts”.
In onze „grovigheid en zwakheid” denken we misschien maar heel weinig aan onzen doop; laten we nu echter verstaan, dat hij daar juist op berekend is! Uw doop zegt u, dat de Heere uw twijfel, uw zwakheid, uw ongeloof, uw strijdt, kent èn in Zijn bearbeiding van ons er terdege rekening mee houdt, dat ge zoo zijt. Daarom komt Hij met deze vaste betuiging Zijnerzijds tot u en wil u nu als het ware langs de lijn van het sacrament des doops door het geloof leiden tot Hem.
Nu beteekent dit niet, dat we als gedoopten met wat minder toe kunnen dan een ander, zoodat b.v. kennis van zonde en ellende alleen maar zou zijn voor iemand, die midden in de wereld geleefd heeft en voor, een bondeling overbodig zou zijn. Wie dat meent, misbruikt zijn doop op ernstige wijze en tot zijn eeuwige schade. Het waarachtig heil toch bestaat daarin, dat we God weer tot ons deel krijgen. Men heeft het Genadeverbond dan ook wel omschreven als de weg, waarin God het eigendom van den zondaar en de zondaar het eigendom Gods wordt. En dat is niet een kwestie van weten of redeneeren, maar van beleven. We kunnen slechts gelukkig zijn in de herstelde gemeenschap met den Drieëenigen God. Dat heeft God Zelf weer mogelijk gemaakt door den Middelaar des Verbonds Jezus Christus. „God was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende”. Dat is om zoo te zeggen de verzoening naar Gods zijde; God moest verzoend worden. Maar dat moet nu ook, als naar ons toegekeerd, door ons worden geleerd en beleefd, in ons worden „uitgewerkt”. Zoodat niet alleen het „dat”, maar ook het „hoe” van die nieuwe vereeniging met God behoort tot ons waarachtig heil.
Onze zaligheid ligt daarin, dat wij weer met God worden vereenigd. Ja, maar — wie zal wonen bij een verterend vuur? God toornt immers tegen de zonde; Hij kan er geen gemeenschap mee hebben. Ik moet dus ook zelf weten van de verzoening van mijn zonde door het bloed van Christus. En — zal ik de noodzakelijkheid daarvan verstaan, dan moet ik mijzelf als zondaar leeren kennen. Dit zijn dan ook de dingen, waarvan uw doop u spreekt! Kunnen wij de belofte van het Genadeverbond omschrijven als „alle heil voor tijd en eeuwigheid”, in den doop wordt ons aangewezen, dat dit heil rust in den Middelaar des Verbonds, door Wien wij alleen met God verzoend en — aldus — met Hem vereenigd worden. Het doopwater is immers teeken van Christus’ bloed, dat reinigt van de zonde. Vergeet dan ook niet, dat ons gedoopte voorhoofd begint met ons de onreinigheid onzer zielen aan te wijzen, opdat wij vermaand worden, een mishagen aan onszelven te hebben en onze reinigmaking en zaligheid buiten onszelven te zoeken.
Zoek biddend die eerste sprake van uw doop te verstaan. Dan gaat de verzegelde belofte van de afwassching der zonden beteekenis voor ons krijgen. Immers, als wij waarlijk een mishagen aan onszelf krijgen, dan zouden wij aan de mogelijkheid van behoud geheel gaan vertwijfelen. Maar dan wordt het van geweldig rijke beteekenis, dat God ons in den Doop de zekerheid der verzoening persoonlijk heeft gegarandeerd, zoodat ik in mijn Doop waarlijk heb „een pand der goedwilligheid en genade Gods te onswaarts”, tot versterking en bemoediging van het zwaar bestreden geloof, tegen alle beschuldiging der consciëntie in.
Ja, dan is de boodschap van mijn Doop, dat ik den Heere niet kan, maar gelukkig ook niet behoef te bewegen tot vergevensgezindheid, wijl de verzoening al is geschied, toen wij nog vijanden waren! Versterkt door het sacrament des Doops, doet dan het geloof niet anders dan de in Christus aangebrachte verlossing persoonlijk aannemen. Het geloof beluistert dan ook in mijn Doop de verzekering, niet van wat het hoopt te ontvangen, maar van wat het heeft, zooals duidelijk blijkt uit de formuleering van antwoord 69 en 70 van onzen Catechismus („dat ik…… gewasschen ben” enz.). Lees het maar eens met aandacht. God leere ons de rechte waardeering en het rechte gebruik van onzen Doop!

O.B. (Oud Beijerland) M

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1943

De Wekker | 4 Pagina's

Jeugdleven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1943

De Wekker | 4 Pagina's