Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Des Christens lijden (21) (Slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Des Christens lijden (21) (Slot)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoo is het dus wel geoorloofd, om den Heere te vragen om wegneming van het lijden, mits altijd in deze godzalige stemming, dat we onzen wil mochten onderwerpen aan des Heeren wil. Want het lijden van Gods volk behoort hier bij hun genadestaat en genadebeoefening. Dit wetende, moet dit ons genoeg zijn, om dan alzoo geheel en al ook in het lijden er te zijn om God. En al ons leven, ook dat des lijdens, te leven in Christus; in die sfeer n.l. dat we met lichaam en ziel een offerande Gode willen zijn.
Maar nu versta ik u zoo, geliefde lezer, als ge zoudt opmerken, maar ach dat kan ik nu zoo weinig, och zeg maar gerust, dat kan en wil ik van nature ganschelijk niet. Gelukkig mensch die daaraan ontdekt is; maar die er dan ook mede in de klacht mag komen voor den Heere, om in die klacht te roepen om Zijn heil. Want dat zal dan baren de geestelijke worsteling met het: „zonder Mij kunt ge niets doen”. O dan worden we met al onze ontdekking en met al onze wedergeboorte, en met al onze bekeering en met al ons geloof en met al onze bevinding er nog weer eens goed „buiten” gezet; n.l. dat we met dit alles nu niets kunnen, nog niet één zucht naar God kunnen opzenden, en nog niet één voetstappe drukken op het pad der heiliging; en nog niet ééne oefening kunnen maken in de genade, als n.l. die mystieke unie met Christus zich niet door den Heiligen Geest bij vernieuwing en telkens weer laat voelen, om alzoo ook in het lijden uit een bedienende Heere Jezus te leven. O, dan worden we eerst recht arm. Want arm, och neen dat zijn we niet ten volle op den eersten dag des nieuwen levens.
Maar als de Heere al soms groote en zelfs bevestigende genade heeft verheerlijkt, en als de Heere zich dan weer eens als terugtrekt, en zijn Geestesinvloeden eens wat inhoudt, en we dan krijgen gewaar te worden, dan eerst goed, wie en wat hij is, aan wien de Heere die genade verheerlijkte. O, hoe ze dan soms nergens meer bij kunnen, zich armer en ongelukkiger gaande gevoelen dan ooit; en ze dan gaan ervaren, hoe ze na al hun juichen en zingen straks nog niet eens één doorntje in ’t vleesch kunnen verdragen, en gevaar zouden loopen, om God zelfs te onteeren. Dit is een der elementen uit dat „armoedige” van Gods verder geleide volk. — Maar o wat maakt dat in dien weg plaats voor nieuwe schenkingen voor nieuwe zoete en zalige echte bevindingen; dan wordt de Heere de bron, en niet hun bekeerdheid de bron van hun leven. En zoo zij ooit hebben ervaren en beoefend, dat zij de hulp van Gods Geest van noode hebben op àl den weg, dan is het in zulke wegen. Die derde persoon, die aanbiddelijke Inwoner, en Uitdeeler van Christus’ weldaden, maar ook van Diens „schatten en gaven” (Catechismus), die Heilige Geest, hoe krijgt die dan een waarde en beteekenis. Want die is het, die dan in den weg van doorleefde armoede, de smeekingen en tranen verwekt, de gebeden en worstelingen oproept, en die zóó, in zoodanig een weg, den dierbaren Christus komt toe te passen, dat Zijn volk als bij vernieuwing bekeerd, opgezocht, en verlevendigd wordt, ja ook bekrachtigd wordt, om met Gods wil vereend te worden; en alzoo het lijden ter oefening in de genade gaat aanvaarden als een element, ja een geschenk in de genade van hun getrouwen God en Vader; om alzoo de bekers te leeren drinken, met een in het eind hemelsch vermaak; om in alles ook in dien lijdenskelk de zoetigheden Gods te proeven en te smaken. En dan, dàn worden ze gewillig; dan kunnen ze eerst wel eens niet vereeningd met Gods wil en weg zijn; maar dan, dan kunnen ze niet anders dan gewillig worden. Kortom als de Heere door Zijn Geest werkt, dan kunnen ze niet niet-gelooven, niet kwaad van God denken; dan kunnen ze niet hard meer tegen zichzelf, dat is opstandig zijn, maar dan wordt het Vaderlijke Gods gekend en beoefend, ook als Vader hen kastijdt.
Dat begrijpt de wereld niet. Dat verstaat ook een zelfgemaakte godsdienst niet. Die is òf altijd klagend, òf altijd jubelend, maar die kent geen eb en vloed, en ook geen klagen na zingen, en evenmin zingen nà klagen. Maar Gods geheiligd volk kent beide. En de overgangen telkens van het een in het ander. Heerlijke leerschool Christi.
Tot ze eenmaal overgaan tot hooger, als ze straks bevorderd zullen worden, om zonder kastijding te kunnen leven. Dat is: eenmaal boven het kruis gekomen, omdat ze het kruis te boven waren gekomen, daar waar God alle tranen van de oogen zal afwisschen. Dan zal de grootste vreugde hierover zijn, niet dat het lijden heeft opgehouden, maar dat ze het lijden niet meer noodig hebben zullen. Want zij zijn zoo doorlouterd geworden, dat ze er nu „tegen” zullen kunnen om de eerekroon te dragen. Geen smarten meer, omdat er geen zonde meer zal zijn. Dàt is de zaligheid in de zaligheid.
Vereenigen we ons in de bede: Heere doe zoo ook aan mij.

P.S. Nu zou er nog heel wat zijn te zeggen over ons onderwerp, zoo wetenschappelijk als practicaal; maar ik vrees het werd dan wat langdradig. Dus we beëindigen hiermede onze beschouwingen; om dan hierna een nieuwe serie te openen en wel „Pastorale Brieven”, welke we dan wekelijks gaan schrijven aan een „denkbeeldigen vriend”, zij zullen handelen over allerlei op gebied van geestelijk, kerkelijk en wereldlijk leven. We gaan dus maar eens uitkijken wat de „post” zal brengen. Doch twee weken geduld.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 april 1943

De Wekker | 4 Pagina's

Des Christens lijden (21) (Slot)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 april 1943

De Wekker | 4 Pagina's