Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Zegen (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Zegen (3)

De Slotzegen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan het einde van de samenkomst der gemeente wordt de slotzegen uitgesproken. Deze zegen heeft eigen beteekenis en verschilt van de zegenspreuk aan het begin van de samenkomst.
Ook bij het uitspreken van den slotzegen kan een inleidende formule worden gebruikt. In de uitgave der liturgie van Joh. Enschede (1875) lezen we: Ontvangt den zegen des Heeren. In het rapport over de liturgie stelden de opstellers voor: Verheft uwe harten tot God en ontvangt den zegen des Heeren. (Rapport Ger. Kerken 1930). Wij weten, dat er over den tekst der liturgie verschil is. Wij kiezen voor de korte formule: Ontvangt den zegen des Heeren.
De gemeente ontvangt, staande, den zegen en dat is goed. Waarom dit aan het begin der samenkomst niet geschiedt, is waarschijnlijk alleen uit het gewoontegebruik te verklaren. De liturg moet den zegen uitspreken als allen stil zijn. Als hij zijne handen uitstrekt en zijne armen opheft, moet hij zijn armen niet te hoog opheffen en zijne handen niet te ver achterover buigen, zoodat de gemeente de handpalmen en uitgestrekte vingers ziet. Aesthetisch is dit niet goed te keuren en ten opzichte van het symbolische niet juist. De geste moet sober zijn en juist uitdrukken, wat God doet. De liturg is geen priester, die namens de kerk wat uitdeelt. De handeling van het opheffen der handen is uit den Bijbel bekend. (Lev. 9:22; Luk. 24:50). Dat de zegen ontvangen wordt met gesloten oogen en gevouwen handen wijst niet op bidden, maar op eerbied.
De Synode van Dordrecht (1574) besloot: Overmits dat men met verscheydene woorden den ingang tot den Gebede en Predikatiën pleeg te maken, is goed gevonden, dat men eenderley woorden gebruyke na dat de Psalm gesongen is, namelyk dese: Onse hulp staat in den naam des Heeren, die Hemel en Aarde geschapen heeft, Amen. Men sal ook de predikatie op eenderley wyse besluiten met den segen Numeri 6 cap. (art. 37). Natuurlijk kan ook gebruikt worden 2 Cor. 13:13: De genade van den Heere Jezus Christus, en de liefde van God, en de gemeenschap des Heiligen Geestes zij met u allen. Amen. Niet zij en blijve, of: zij of blijve, maar zooals in den tekst staat. In dit Nieuw-Testamentische woord worden geen andere zaken genoemd dan in Num. 6 te vinden zijn. Het heeft voor een Nieuw-Testamentisch woord te zijn. In vroeger eeuwen werd soms alleen gezegd: Gaat henen in vrede; ook wel: De Heere zij met u. Na de Reformatie werd gebruikt Num. 6:24—26, of 2 Cor. 13:13. De kerk zal alleen hier uitspraak mogen doen. Wij gevoelen het meeste voor de woorden uit het Nieuwe Testament, maar hebben geen enkel bezwaar tegen het gebruik van de woorden uit Num. 6. De kerk zou kunnen overwegen beide gedeelten te gebruiken; b.v. 's morgens het Oud-Testamentische woord en 's middags het Nieuw-Testamentische. Of omgekeerd. Studenten en zij, die een stichtelijk woord spreken, moeten met gevouwen handen den zegen des Heeren afsmeeken. Het is geen bevel, dat dit geschiedt met het vers uit den Avondzang, al is tegen het gebruik van deze woorden geen enkel bezwaar.
Welk verschil hebben wij hier nu met de zegenspreuk? In de zegenspreuk hebben wij het eerste woord, dat van God uitgaat in de samenkomst der gemeente. Direct na het votum moet het gesproken worden. De zegenbede of slotzegen wordt uitgesproken als de gemeente gereed staat de samenkomst te verlaten en het strijdperk des levens weer in te gaan. De liturg bidt den zegen des Drieëenigen toe; hij legt geen verklaring af, maar bidt den zegen van den Drieëenigen God toe. Die God zij met allen. De gemeente is vergaderd geweest met God, den God der verzoening. Het Woord der verzoening is gepredikt en de Geest Gods paste dit heil toe. Dat wil nog niet zeggen, dat de zegen aller deel is. Die zegen moet nawerken in Gods volk. Gods kinderen moeten dragers van dien zegen zijn en zoo zelf ten zegen bevonden worden. Als het amen eerbiedig en duidelijk is uitgesproken, moet er een oogenblik stilte zijn: het orgel moet niet direct invallen en de gemeente moet niet dadelijk stommelend heengaan. De gemeente moet stil blijven staan tot de dienaar den kansel verlaten heeft en de ouderling van dienst hem de hand heeft gegeven. Ook die laatst genoemde handeling moet voor het oog van heel de gemeente geschieden. Het spreekt dus van zelf, dat niemand bezig moet zijn met zijn jas aan te trekken, als de dienaar gereed staat den zegen uit te spreken.
Het is wel gebeurd, dat het uitspreken van den slotzegen nagelaten werd. Ds. Smytegelt deed dit in 1739 eens om de gemeente te dwingen de Overheid te gehoorzamen. Maar daartoe moet deze handeling niet gebruikt worden. Ds. Pierson, predikant te Rotterdam, vond dezen zegen waardeloos. Hij zag er in een ijdel pogen van den mensch, die een ander mensch wil zegenen. (Zie Kruyf, bld. 136). Het gaat echter niet om den zegen van den mensch, maar om den zegen Gods. Deze wanbegrippen bewijzen wel, dat de beteekenis van den zegen niet diep is doorgedrongen tot de gemeente. Een nadere bezinning op het begrip zegen is wel noodig.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 1943

De Wekker | 4 Pagina's

De Zegen (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 1943

De Wekker | 4 Pagina's