Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vraag en Antwoord

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vraag en Antwoord

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Studiekring te Z. vraagt naar de plaats van den zoon van Boaz en Ruth. Deze is geboren uit een z.g.n. leviraatshuwelijk dat de bedoeling had den naam van het verstorven geslacht in stand te houden. Nu wordt echter deze zoon in het slot van Ruth 4 en vooral ook in Matth. 1 gezien als een loot van het geslacht van David. Is dit, zoo vragen ze, nu eigenlijk niet in strijd met de beteekenis van het leviraatshuwelijk?
Terecht hebben deze vrienden de dubbele positie van dit kind gezien. Inderdaad heeft Obed zulk een positie.
Allereerst heeft hij de beteekenis die een kind uit een leviraatshuwelijk heeft. Dit huwelijk had een tweevoudige strekking. De eerste beteekenis er van was een sociale. Door zulk een huwelijk werd voorkomen dat de erfgoederen Gods. waarbij elk geslacht een deel van het land der belofte ontving, zouden worden opgehoopt in de hand van enkele bezitters. De naam des verstorvenen moest derhalve over z’n erfdeel verwekt worden. Bij deze sociale strekking had dit huwelijk niet minder een religieuzen zin. De Heere had de geslachten Israëls opgenomen in zijn verbond. Zij waren als de paarlen in het snoer des verbonds. God had ze lief. De schending van de eenheid des verbonds door den dood, moest derhalve, zoo maar eenigszins mogelijk, worden teniet gedaan door het verwekken van een nieuw mannelijk zaad.
In dezen zin heeft het huwelijk van Boaz en Ruth bijzondere beteekenis. Immers een leviraatshuwelijk in den eigenlijken zin van het woord is het niet. Dan zou Boaz Naomi hebben moeten huwen. Nu komt Ruth, de Moabietische in haar plaats. Dat zij Moabitische is wordt telkens in het boek Ruth benadrukt. Dit was eigenlijk iets wat de wet niet kende. Dat Ruth toch tot zulk een huwelijk mag komen is omdat zij naar den geest een dochter Abrahams is. Hier gaat de genade dus reeds de omtuining der wet doorbreken.
Haar huwelijk heeft echter wel de strekking van een leviraatshuwelijk. Dat blijkt uit wat Boaz tegen den anderen burger van Bethlehem zegt, als hij er op wijst, dat het niet maar gaat om de vrijmaking van het uit armoede verkochte erfdeel, maar vooral ook om de naam van het geslacht.
En is de zoon geboren, dan zien ook zoo de buurvrouwen het, die het kind een kind van Naomi noemen en den Heere prijzen, die zijn weldadigheid aan haar niet heeft nagelaten.
De beteekenis van dit huwelijk en dit kind gaat hierin echter niet op. Vandaar de vermelding er van als een openbaringsfeit. Hier staat n.l. de Christus Gods achter, die zich den weg naar de kribbe en het kruis baant. Vandaar dat het boek Ruth eindigt met een deel van het geslacht van David ons te doen zien. In David zal Christus zich openbaren om zijn volk de erfenis te bevestigen. Maar nog rijker zal dit geschieden, wanneer die Christus ten laatste zelf op de aarde verschijnen zal. Obed d.i. dienaar dient Naomi tot vrijmaking van haar erfdeel, nog meer echter dient hij den grooten Obed, die zijn volk de eeuwige erfenissen Gods verwerft.
Op de vraag: Wie is de Losser? wijst heel het boek Ruth met uitgestrekten vinger boven Boaz en Obed uit naar den Christus.

Uit dezelfde plaats komt een vraag over Matth. 5:22, het bekende woord: Gij hebt gehoord, dat tot de ouden gezegd is: gij zult niet dooden, maar ik zeg u, dat een ieder die ten onrechte op zijnen broeder toornig is, die zal strafbaar zijn door het gericht, en wie tot zijn broeder zegt: raka! zal strafbaar zijn door den grooten raad en wie zegt: gij dwaas! zal strafbaar zijn door het helsche vuur.
Dit woord is voor ons moeilijk te verstaan. Althans wat de beteekenis van de verschillende afzonderlijke uitdrukkingen aangaat. Sommigen meenen, dat wij hier scheldwoorden hebben, in het gebruik waarvan men niet erg spaarzaam was. Dit schelden mocht wel, want hierbij geschieden geen handtastelijkheden en werd dus, zoo meende men metterdaad de wet niet overtreden. Anderen zijn van gedachte, dat wij hier officieele termen hebben, gebruikelijk bij de hoogeerwaarde heeren rabbijnen, waarmede deze elkander of hare leerlingen in den ban deden. Daarbij ging het dan veelal om de handhaving van zijn eigen dierbaar persoontje en had men de wet Gods derhalve dienstbaar gemaakt aan de zelfhandhaving. Wetsovertreding achtte men dit niet.
Wil Jezus nu zeggen, dat wat men geen zonde achtte, toch gestraft moest worden voor het plaatselijk gerecht of de landelijke rechtbank van het Sanhedrin? Is dat zoo, dan zou Jezus hier denzelfden weg opgaan van de Wetgeleerden, die allerlei trappen en graden in de zonde uitgedacht hadden en daarvoor allerlei lichtere en zwaardere straffen bedacht.
Bezinnen wij ons op de beteekenis van hetgeen Jezus hier zegt, dan blijkt dat hij niet naar dezelfde maatstaf als zij wil oordeelen, maar dat Hij van geheel andere maatstaven uitgaat.
Het spreken van Christus is een veroordeelen van de juridische casuïstiek zooals die door de schijnvrome wetsuitleggers werd gedreven.
Zonde is niet alleen de daad maar ook de gezindheid. Gods oordeel gaat dieper dan welk uitgeplozen strafproces ook. Bij Hem is de wortel der zonde strafbaar.
Zoo gezien gaat het hier niet alleen om een oordeel over ons min of meer onbekende gebruiken of gewoonten, maar om de groote gedachte, dat in Gods gericht niet alleen gelet wordt op daden maar dat daar de wortel der zonde geoordeeld wordt.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 juli 1943

De Wekker | 4 Pagina's

Vraag en Antwoord

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 juli 1943

De Wekker | 4 Pagina's