Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ongereformeerde leeringen bij Ds. H.P. Scholte. (2)

Bekijk het origineel

Ongereformeerde leeringen bij Ds. H.P. Scholte. (2)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een tweede artikel willen we wijzen op Scholte's opvatting aangaande de bediening der Heilige Sacramenten. In een artikel over De Heilige Doop en het Heilig Avondmaal ³), schrijft hij o.a.: „Volgens dat Woord heeft de Heere verordineerd, dat een ieder, die door de verkondiging of prediking van het Evangelie tot de gemeenschap der geloovigen wordt toegebragt, gedoopt moet worden. Wanneer wij de verordening van den Heere op dit punt eenvoudig opnemen, dan moeten wij erkennen, dat een ieder, die bekwaam en werkzaam is om aan anderen het Evangelie te verkondigen, ook bevoegd is, om, op openbaring van geloof, te doopen in den Naam des Vaders, des Zoons en des Heiligen Geestes. Wanneer wij het getuigenis der Evangelisten als waarheid aannemen (Matth. XXVIII:19; Marc. XVI: 15, 16), dan zal er wel toestemming in deze zaak aanwezig zijn....
Naar het Apostolisch voorbeeld, zijn de leden der gemeente allen geroepen tot de verkondiging van het Evangelie. De bereidheid van het Evangelie des vredes is het door God aangewezen voetschoeisel, waarmede elk Christen behoort aangedaan te zijn, evengoed als met den gordel der waarheid, het borstwapen der geregtigheid, het schild des geloofs, den helm der zaligheid en het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord (Efez. VI:14—18).
Naar het Apostolisch voorbeeld kunnen dan ook de leden der gemeente, de broeders, den doop toedienen aan hen, die denzelven moeten ontvangen. Is eene gemeente als stom in de verkondiging van Gods deugden, dan moet zij ook handeloos zijn in de toediening des Heiligen Doops. Is echter eene gemeente eene wezenlijk den Heere belijdende en verkondigende vergadering te midden van de overige inwoners der wereld, dan kan zij ook de handen vrijelijk gebruiken ter toediening van het teeken, waarmede de Heere in onze ligchamen verzegelt, dat Hij ons, naar het ligchaam zoowel als naar den Geest, tot zijn eeuwig eigendom heeft aangenomen. Wanneer eenig lid van het ligchaam Christi zich bevindt onder menschen, die buiten God in de wereld leven, wie zal het durven tegenspreken, dat Hij aldaar roeping heeft om het Evangelie te verkondigen. Doet hij dit en zegent de Heere die prediking met geloof en bekeering, dan behoeft zulk een Christen niet te wachten, tot dat er een zoogenaamd geordend geestelijke komt. Daar de Heere getuigenis heeft gegeven, dat Hij den Heiligen Geest heeft geschonken, mag het water niet geweerd worden. De door God gezegende verkondiger, wanneer hij ook in dit opzigt in de vrijheid van Christus staat en zijne orde volgt, doopt met dezelfde vrijmoedigheid, waarmede hij het Evangelie verkondigde."
Na er dan op gewezen te hebben, dat de opzieners der gemeente voorgangers der broederen zijn, vervolgt Scholte: „Op hunnen voorgang volgt echter de gemeente, wat derhalve de voorganger doet, vermag ook de volger te doen." En even verder: „Wij weten wel, dat wij hier door eene langdurige gewoonte omverwerpen en dat wij vooral geen bijval zullen vinden bij zulke naamdragende geestelijken, wier beurs er belang bij heeft, dat de menschen in het denkbeeld blijven verkeeren, dat de gemeente zonder hen niets doen kan. Wij weten echter ook, dat de aanmatiging der geordende geestelijkheid een slaapdrank is voor de gemeente en dat het de roeping van elk dienaar Christi om die kwakzalverij ten toon te stellen, en de leden van Jezus gemeente te waarschuwen voor dien slaapdrank."
Ook ten opzichte van de bediening van het Heilig Avondmaal beluisteren wij dezelfde klanken. Scholte zegt: „Zoo als het met de prediking en de bediening des Heiligen Doops is, zoo is het ook met de gebruikmaking des Heiligen Avondmaals....
Daar, waar twee of drie in den naam van Jezus vergaderd zijn, daar is Hij in het midden (Matth. XVIII:20), en daar waar hij tegenwoordig is, kunnen Zijne discipelen, zonder naar iemand te wachten, eten en drinken hetgeen de aldaar aanwezige Heer hun toedient. Wij zullen thans niet meer van Scholte citeeren. Het aangehaalde is o.i. voldoende om aan te toonen, dat Scholte in de waardeering van het wezen en de beteekenis der kerkelijke ambten afbuigt van de Schriftuurlijk-gereformeerde lijn en geheel in de wateren der geestdrijverij verzeilt.
In een volgend artikel willen wij een poging wagen voor een en ander een verklaring te geven.

³) De Reformatie, 3e deel, blz. 109 v.v. (verkeerd genummerd; de pagineering moet hier zijn 341 enz.).

Zw. (Zwolle) H.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1943

De Wekker | 4 Pagina's

Ongereformeerde leeringen bij Ds. H.P. Scholte. (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1943

De Wekker | 4 Pagina's