Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Gebed. (11)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Gebed. (11)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het gebedsleven is veelal een strikt persoonlijk leven, waarbij men eigen nooden en behoeften voor Gods aangezicht brengt. Ieder van Gods kinderen heeft ook zijn eigen levensstrijd, geestelijk en maatschappelijk. De genade is particulier, zoodat eenmaal elk der geloovigen een keursteen zal ontvangen met een nieuwen naam, die niemand kent, dan die hem ontvangt. Daarom draagt het gebedsleven een persoonlijk karakter.
Daarnaast echter dient in ons gebed ook aan anderen een plaats verleend te worden. Het bidden moet worden tot voorbidden. Het gebedsleven draagt ook een gemeenschappelijk karakter, gelijk Christus ons heeft voorgehouden in dat allervolmaakste gebed „Het Onze Vader”. Daarin laat Hij den bidder niet zelfzuchtig, egoïstisch spreken van „mij”, maar altruïstisch, gemeenschappelijk van „ons”. Want we zijn door God in deze wereld geplaatst niet als een enkeling, maar in gemeenschap met tal van gemeenschaps-verbanden, zooals gezin,- familie, staat en kerk. Daaruit vloeit de roeping voort om elkaar te gedenken voor den troon van God. Dat is de priesterlijke roeping der geloovigen, die ze hebben uit te oefenen in navolging van Christus. Die de groote Voorbidder was van Zijn volk.
Deze voorbede, die we wel te onderscheiden hebben van de gemeenschappelijke voorbede in Gods huis, omvat allereerst het gezinsleven. Ook hier geldt „beginnende van Jeruzalem”. Voor de ouders b.v. heeft het zaad, dat God hun gaf, de eerste rechten. En met al de liefde van het hart zal een geloovige vader en een godvruchtige moeder pleiten voor het geestelijk en tijdelijk welzijn van hun kind. Maar als het goed is hebben ook de kinderen tot taak, èn hun ouders èn elkaar als broers en zusters te gedenken voor Gods aangezicht. Wanneer dit meer gedaan werd zou de geur van. Ps. 133 zich meer verspreiden over het gezinsleven, dan nu vaak het geval is.
Doch verder strekt zich dan deze voorbede uit het Lichaam van Christus, tot Zijn kerk met al haar .leden en met al haar belangen. Geen dag mag er voorbij gaan, dat men niet de nooden der kerk aan den Koning der kerk opdraagt, en bidt om de komst van Zijn rijk, om de zalving van Zijn priesters en hun bekleeding met heil, om de ternederwerping des Satans. Juist naarmate de teekenen der tijden al duidelijker worden dient dit gebed verdubbeld te worden, opdat Gods knechten met getrouwheid mogen aangegord worden en zijn Sion staande blijven in de ure der groote verzoeking, die over de geheele wereld komt. Maar niet minder worden ook de persoonlijke nooden van de geloovigen onderling aan den Heere voorgelegd. We belijden immers „Ik geloof de gemeenschap der heiligen?” Deze belijdenis roept om beleving, vooral in tijden als onze tijd, waarin de levensnood voor velen al hooger stijgt. Dan mag er ook geen dag voorbij gaan, waarop ge in uw gebed niet zoudt denken aan die velen, die in den vreemde arbeiden, of om andere redenen worstelen met het Asafsprobleem van Gods onbegrepen doen. De kerk is immers één groot gezin, en als één lid lijdt, lijden al de leden. Ach hoe weinig staan we bij deze dingen stil. Ieder heeft zijn eigen drukkende zorgen en men wordt door die zorgen soms zoo overmand, dat men het leed van anderen vergeet. Het gevaar is zoo groot dat men dan onbedoeld leeft uit het Kaïnsprincipe „Ben ik mijns broeders hoeder?” Doch de Heere vraagt dat ge al die nooden zult dragen op een priesterlijk hart dat ze uitstort voor Zijn aangezicht. Dat is ook van zulk een rijke beteekenis. In tijden, waarin soms vele, ja alle wegen worden afgesneden om daadwerkelijk hulp te bieden, is het zulk een kracht te weten: er wordt voor ons gebeden. Laat dan het gebed vermeerderd worden in de bangheid onzer dagen.
Deze voorbede blijft echter niet beperkt tot de gemeenschap der heiligen. Neen, God maakt de grens ruimer in Zijn Woord. Door Paulus laat Hij de geloovigen opwekken om smeekingen en voorbiddingen te doen voor alle menschen, voor allen die in hoogheid gezeten zijn. Zoo krijgt de christen de roeping om met een Abraham priesterlijk te staan voor Gods aangezicht en den nood der wereld aan God op te dragen. Daarin ligt de beteekenis der kerk, naar wier stem niet meer geluisterd wordt. Het is Sion, niemand vraagt naar haar. Maar God heeft een welgevallen in Zijn biddende kerk. En als in de dagen van Daniël wil Hij, als de wijsheid der wereld aan het eind is, op het gebed van Zijn kerk nog groote dingen doen. Dan wordt het nog ervaren:
„Hij zag van Sion neer,
de woonplaats van Zijn eer
en hoorde mijn gebeden”.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 september 1943

De Wekker | 4 Pagina's

Het Gebed. (11)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 september 1943

De Wekker | 4 Pagina's