Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Wet des Heeren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Wet des Heeren.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Elken sabbat wordt de Wet Gods, de Lex Domini voorgelezen in de samenkomst der gemeente. Vanwaar dit gebruik? Wat beteekent dit voorlezen? Moet eerst de Wet worden voorgelezen of eerst het Schriftgedeelte, dat voor die samenkomst bestemd is, voorgelezen te worden? Moet de Wet 's morgens of 's middags gelezen worden, vóór of na de predikatie? Het laatste woord is over deze onderwerpen nog niet geschreven en gesproken.
De Wet des Heeren is een gedeelte uit Gods Woord; er is dus niets tegen het lezen van de Wet vóór het opgegeven Schriftgedeelte. De Schrift komt daardoor niet op de tweede plaats te staan. Het voorlezen van de Wet schijnt al heel vroeg gewoonte te zijn geweest. Calvijn liet de Wet zingen, maar dat zouden we niet willen volgen. De Heere spreekt door Zijn Wet; Hij houdt Zijne gemeente die Wet voor en de Dekaloog heeft voor haar beteekenis. Die Lex wordt niet gegeven om te zingen. De Wet heeft een andere beteekenis voor de gemeente.
Wat is de bedoeling van het voorleden der Wet? Achelis (122) meent, dat de Wet de gemeente moet brengen onder den druk van hare overtredingen, opdat ze tot de rechte schuldbelijdenis gestemd wordt. De Wet wordt dan gezien als tuchtmeester tot boete en bekeering. De orde in de liturgie is dan: Wet — Schuldbelijdenis — Absolutie. Anderen leggen nadruk op het leven der dankbaarheid. Zij willen de Wet des Heeren alleen zien in het licht der dankbaarheid. (Heid. Cat. Zondag 34 v.v.)
Dan wil men 's morgens liever het Credo uitspreken en 's middags de Wet laten lezen. Of anders de Wet na de predikatie laten lezen De Synode van Dordrecht (1574, art. 44) bepaalde: Men sal Sondags naar het tweede Gebed der voor-middagsche Predikatie dese woorden aanhangen: Wilt ons ook sterken in 't waarachtige Christen geloove, etc. met het geloove daaraan. En voor de Predikatie des Catechismi, naar het gebed, de tien Geboden des Heeren naar den text.Exod. 20 en Deut. 5. Maar in de Week-Predikatien sal men geen van beyden doen.
Feit is, dat wij in den Catechismus de gereformeerde heilsleer hebben uitgewerkt op een bepaalde manier, n.l, in verband met de beteekenis van den catechismus. De orde is: ellende, verlossing, dankbaarheid. Maar dan heeft de Wet volle beteekenis, dus zoowel in verband met de ellende als met de dankbaarheid. Wáár is, dat de gemeente van Jezus Christus geroepen wordt tot dankbaarheid, maar wij moeten daarbij niet vergeten, dat in haar midden nog zondaren zijn, die ontdekt moeten worden en dat Gods kind steeds diepere ontdekking behoeft. Daarom moeten we de Wet des Heeren zien in haar volle beteekenis. Natuurlijk ook in verband met het stuk der dankbaarheid. De gemeente moet steeds meer verstaan, dat zij geroepen is tot de beleving van: Ik ben, o Heer, een vreemdeling hier beneên, laat Uw geboon op reis mij niet ontbreken. Gods kind is verlost en moet dit steeds dieper inleven. De vrijgekochten des Heeren trekken op naar het hemelsch Kanaan. Zoo dringt het voorlezen van de heilige Wet steeds meer tot zelfonderzoek en wekt zij op tot een heiligen wandel.
Om deze redenen zouden wij het voorlezen der Wet willen laten geschieden, zooals dat tot heden gewoonte is. Laten wij de Lex Domini 's morgens blijven lezen en wel voor de preek. Er is, o.i. niets op tegen. Heel de samenkomst der gemeente, heel de dienst des Heeren, moet plaats hebben naar de verordening Gods.
In vele gemeenten is het gewoonte geworden na het lezen der Wet een Psalm te zingen. Liturgisch is daartegen geen bezwaar. Eisch is dit niet. De gemeente kan antwoorden op de voorgelezen Wet, maar noodig is dit niet. De Wet Gods eischt, ontdekt, wekt op, heeft gezag; de gemeente is aan haar gebonden. Maar zij mag zich natuurlijk wel uitspreken in Psalmgezang.
Ps. 119 geeft al een keur van verzen om te laten zingen na het lezen der Wet. En de actieve liturg zal in zijn Psalmboek genoeg kunnen vinden.
Wanneer de kerk des Heeren de liturgie opnieuw zou vaststellen, kan met het bovengenoemde rekening gehouden worden. Liturgisch is tegen het zingen van een Psalmvers geen bezwaar zeiden we, maar hier is geen liturgische eisch. Evengoed zou de gemeente kunnen zingen na het voorgelezen Schriftgedeelte. ln wezen is er geen verschil in. Wanneer men voorkeur geeft aan het zingen van een Psalmvers, dan moet men niet één vers daarvoor gebruiken, want anders wordt de eenvormigheid onnoodig in de hand gewerkt. Wanneer eenheid van vorm eisch is, dan moet men zich er aan houden. Anders late men den rijkdom der Schrift uitkomen.
Nog eene vraag rest ons hier te beantwoorden. Moet altijd de „hoofdsom" der Wet gelezen worden? Moeten we dus eerst de Wet lezen uit Exod. 20 en daarna Matth. 22:37-40? Wij gelooven het niet. Er is natuurlijk weer geen principieel bezwaar tegen, maar de Wet Gods is de Wet der liefde. Zeker moeten wij niet het voorlezen de heilige Wet nalaten en alleen de „hoofdsom" voorlezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 september 1943

De Wekker | 4 Pagina's

De Wet des Heeren.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 september 1943

De Wekker | 4 Pagina's