Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eene plant met Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eene plant met Christus

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want indien wij met Hem ééne plant geworden zijn in de gelijkmaking zijns doods, zoo zullen wij het ook zijn in de gelijkmaking zijner opstanding.Rom. 6 : 5.

Newton heeft eens gezegd, dat de twee pilaren van onzen, godsdienst zijn: het werk van Christus voor ons, en het werk van Christus, door den Heiligen Geest, in ons. De apostelen beschrijven de heerlijkheid van beide groote pilaren. Niet één van die pilaren kan worden gemist. Velen willen nog wel hooren van het groote werk van den Christus voor zijn volk, maar van de toepassing des heils door den Heiligen Geest willen zij niet weten. Dit toepassend werk leggen zij in de hand van den mensch. Anderen hebben geen oog voor het door Christus verworven heil voor de kerk van Hem. De apostel Paulus heeft in den brief aan de Romeinen duidelijk moeten beschrijven, dat het door Christus verworven heil door den Geest Gods wordt toegepast. Die leer van vrije genade maakt geen zorgelooze en goddelooze menschen. Uit die zoete genadebloem zuigen velen het gif van het antinomianisme. De Schrift bestrijdt die dwaling zeer scherp. Wie Christus is ingelijfd, zal dit in het leven openbaren. Want indien wij met Hem ééne plant geworden zijn in de gelijkmaking zijns doods! zoo zullen wij het ook zijn in de gelijkmaking Zijner opstanding.
Eéne plant met Hem.
De uitdrukking wijst op samengroeien, op nauwe verbinding, wezenlijke eenheid. Onze vertaling is hier heel mooi. De kweeker ent een stekje in een nieuwen stam; de ent wordt gespleten tot op het hart en geënt in het hart van den nieuwen stam. Zoo wordt het stekje een levensgeheel met den stam, uit kracht van vereeniging. Op een zeer nauwe vereeniging van Christus en de Zijnen, wijst de tekst.
Zij zijn ééne plant met Hem geworden in de gelijkmaking zijns doods. Die dood van den Christus staat in verband met den vloek der zonde. De dood heeft recht op ons, omdat wij in Adam gevallen zijn. Wij waren ééne plant met Adam; wat hij deed, deden wij. Ook hierin is gelijkmaking. Door toerekening op rechtskrachtige manier zijn wij even schuldig als Adam; deden wij, wat hij deed. Maar de in Christus uitverkorenen zijn ééne plant met Hem in de gelijkmaking zijns doods. Christus stierf als Borg, als Plaatsbekleeder. Hij is der zonde éénmaal gestorven. Die gestorver is, is gerechtvaardigd van de zonde (vs. 7). Christus heeft den dood zijn recht en heerschappij ontnomen. Wie nu ééne plant met Christus is, die is dus geen slaaf der zonde meer, noch kind des doods. In Christus zijn de geloovigen vrij. Door toerekening op rechtskrachtige wijze. Naarmate de kinderen Gods deelen in het werk des Geestes, zulen zij verstaan vrij te zijn van de macht en de heerschappij van den vloekdood. Wat dus rechtens in Christus vast staat, volmaakt is, moeten zij persoonlijk leeren kennen. Zij vinden in de zonde en in den dood hun element niet meer. Zij verfoeien en veroordeelen de zonde en leeren hun leven zoeken in Christus. Door de diepte van dood en vloek heengeleid, leeren zij de noodzakelijkheid van den Christus kennen.
Zij zijn ook ééne plant met Hem in de gelijkmaking van zijn opstanding. De Vader heeft den Christus opgewekt en daardoor zijn ,,Amen” uitgesproken op het lijden en sterven van den Borg. In den hof van Jozef stond de Borg niet meer beladen met de zonden van zijn volk. Christus stond op tot een nieuw leven, tot een leven der heerlijkheid. Als Borg. En de Zijnen zijn in Hem begrepen. De Borg stond niet op los van de Zijnen, maar met de Zijnen. Dit nieuwe leven, dit leven der heerlijkheid, wordt op rechtskrachtige wijze den Zijnen toegerekend. De poorten des doods zullen de uitverkorenen vrij moeten laten. De schuld is betaald en het nieuwe leven is verworven.
Wie door den Heiligen Geest Christus is ingelijfd, leeft niet meer onder de schuld en den vloek; de dood heeft geen recht meer op hem; de ingelijfde is een vrijgekochte en leeft een nieuw leven. Dit leven is geen uitwendige verbetering, maar een leven uit een nieuwe Bron, uit den Christus, Die de Wortel en stam van dit nieuwe leven is. De ingelijfden ontvangen de levenskracht uit Hem. De oude mensch moet afsterven. Dat leven is in beginsel het leven der heerlijkheid. Hier blijft het strijd, zuchten en weenen. De heerlijkheid straalt den geloovigen tegen. Op het pad des levens worden wel vele druiven van het hemelsch Kanaän gesmaakt, maar de volle Heerlijkheid toeft.
Het opstandingsevangelie is dus wel heel rijk. Dat evangelie predikt den Christus in zijn vollen rijkdom. Maar wie heeft die prediking geloofd en in wien is de arm des Heeren geopenbaard? Dat wij niet gelooven dit volle evangelie is onze schuld. Gods Geest werkt het geloof door middel van het Woord. Laten wij dan bij het gebruiken der genademiddelen gedurig smeeken om de toepassende werking des Geestes. Wij zijn verantwoordelijk voor ons doen; ook voor ons niet willen gelooven. Laat onze schuld, onze onmacht en onze onwil ons uitdrijven om alles, wat ons ontbreekt, van den Heere te smeeken. Laten allen, die onder dit evangelie leven, toch rijk denken van den heerlijken Christus. Hier staat de poort tot het eeuwige leven open, en de Christus zelf noodigtom binnen te gaan.
Wie ééne plant met Christus is, zal dus het Wortelleven in zich gewaarworden. Dat leven des geloofs, dat leven der liefde, is een nieuw, in beginsel een volheerlijk leven. Door verlichting wordt de Heere gekend en kennen de geloovigen zich zelf. Zij leven uit Christus en leeren het gemis van Hem kennen, maar tevens de noodzakelijkheid om Hem te bezitten. Zij kunnen zonder Hem niet voor God bestaan. Dat Wortelleven dringt hen tot Hem, Niet in slaafsche vrees dienen zij, maar door de liefde gedrongen. Dat nieuwe leven is een krachtig leven. Zooals in de natuur de kleine stek groeit, zoo groeien zij. Zij leeren sterven, en…. leven. Door dat leven uit den Chistus worden zij al meer ontdekt aan hun staat der ellende en leeren zij. dieper verstaan goddeloozen te zijn voor een rechtvaardig God. Maar de Heilige Geest leert het rijke evangelie verstaan; de Christus, in dat evangelie voor oogen geschilderd; wordt in hun ziel geopenbaard. Door het Wortelleven worden zij tot Hem getrokken en ontvangen zij licht en kracht des geloofs. Zij leeren verstaan wie Hij is, wat zij in Hem hebben, hoe Hij zich aanbiedt; zij evaren hoe Hij hen tot zich trekt en zij vallen, als een weenende zondares, aan Zijn voet en leeren daar wachten in weenend geloof, tot Hij ook hun verzekerd van de vergeving der zonden en van den vrede, die in Hem is. Rustend aan Zijn hart, steunend op hun Liefste, geborgen onder Zijn heil, durven zij en kunnen zij het oog des geloofs opheffen tot den Vader en leert de Heilige Geest verstaan, hoe God hen in den Christus aanziet. Zoo leeren zij belijden: Abba, Vader!
Indien wij….
Zóó is het met de kinderen Gods. Is het zóó ook met ons? Indien wij onzen voet nog zoo gemakkelijk zetten op den weg des doods; indien wij nog zoo gaarne omzien naar Sodom en onze hand nog zoo gemakkelijk grijpt naar de verboden vrucht, dan zijn wij niet ééne plant met Christus in de gelijkmaking van Zijn opstanding. Indien wij dat nieuwe leven in den grond haten, dan zijn wij vijanden van Hem Laat dat toch dringen tot waarachtige bekeering. Kinderen Gods, merken wij veel van het Wortelleven in ons? Zoeken wij te verstaan, dat wij ééne plant met Christus zijn? Merken wij veel van dat rijke, zoete leven der genade? Leven wij met Christus, uit Christus, dicht bij Christus? Dan zal Zijn leven ons der zonde doen sterven, en zullen wij opwassen in de kennis en de genade van Hem. Rijker en voller zal het leven uit Hem in ons werken en wij zullen het leven vrij van de macht en de kracht, de tyrannie des doods meer genieten. Zij dit de vrucht van Paschen, om den verheerlijkten Christus, door den Geest van Pinksteren.
L.H. van der Meiden

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 april 1944

De Wekker | 4 Pagina's

Eene plant met Christus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 april 1944

De Wekker | 4 Pagina's