Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De christelijke handreiking (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De christelijke handreiking (1)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dat de christelijke handreiking een echt Schriftuurlijke zaak is, en dus een heilige handeling, welke in de samenkomst der gemeente thuis hoort, behoeft eigenlijk geen betoog. Het collecteeren is een in ontvangst nemen van de gaven tot onderhouding van kerkedienst en armen uit de hand van Christus, door den dienst van menscehen, in de samenkomst der gemeente. Daarom is de christelijke handreiking een heilige handeling.
De Schrift laat ons niet in het onzekere. Toen de Heilige Geest was uitgestort, werd er veel vrijwillig gegeven, Hnd. 4 : 34. Deze openbaring der liefde was ook onder het Oude Testament bekend, Exod. 25 : 1 ; 35 : 5, 24, 29, e.a. Een handreiking werd gedaan voor de armen in Macedonië en Achaje, Rom. 15 : 26; op eiken eersten dag der week werd iets weggelegd, dat naar welvaren verkregen was, 1 Cor. 16 : 1—3. De Schrift zegt: „die in zegening zaait, zal ook in zegening maaien”, 2 Cor. 9 : 6 . Boven vermogen werd soms gegeven, 2 Cor. 8 : 3 , 6. Meer teksten zijn te noemen, maar het geciteerde bewijst duidelijk genoeg, dat de geloovigen ook in dit opzicht een roeping hebben te vervullen. Onze Heidelbergsche Catechismus heeft, bij de verklaring van het vierde gebod, gewezen op deze christelijke handreiking, en rekende dus dit werk tot sabbatsdienst.
Over ’t algemeen wordt toegegeven, dat het collecteeren voor de armen behoort tot den eeredienst. Dat de armen der gemeente onderhouden moeten worden, leert de Schrift duidelijk genoeg. Men leze alleen maar Hnd. 6. Christus, de barmhartige Hoogepriester, liet de armen ter verzorging na; Hij zelf zorgt voor hen door den dienst der gemeente. De inzameling moet dus plaats hebben in den dienst. In den dienst dient de Christus en roept Hij op om vrijwillig de gave der liefde uoor de armen te brengen. De armen ontvangen op die wijze de gaven uit de hand van Christus door den ambtelijken dienst der dakenen. Dit moeten de armen goed verstaan; zij zullen dan nooit zeggen: Ik moet niets van de diaconie hebben. Maar ook moeten de diakenen dit diep inleven, opdat zij goed beseffen wat het uitreiken der gaven beteekent. Wanneer wij op het karakter der christelijke handreiking letten, zullen wij beseffen, dat deze dus in de samenkomst der gemeente, dus tijdens den dienst, moet geschieden. De collecte aan de deur, dus na den dienst, verliest eigenlijk eenigszins het karakter van heilige handeling. Dat de diakenen voor de armen moeten collecteeren, zal voor een ieder nu wel duidelijk zijn.
Een andere vraag is of er ook voor de kerk in, tijdens den dienst gecollecteerd moet worden. Daarbij denken wij ook aan de collecten voor de Zending, de Theologische School, de emeriti-predikanten en aan alles, wat tot onderhouding van den kerkedienst behoort. Is het geen eisch, dat een ieder zulk een vrijwillige bijdrage geeft, dat alle collecten voor den kerkedienst, in den ruimsten zin genomen, afgeschaft kunnen worden? Wij gelooven dit niet. Tegen vrijwillige bijdragen zijn wij natuurlijk niet. Vrijwillig kan en mag een ieder geven; een blijk van geestelijke wasdom is het rechte geven. De gierigaard geeft niet blij en mild, maar niemand slaat zijn geestelijk leven hoog aan. Dus vrijwillig offeren is uitnemend; maar op dat vrijwillig moet dan klemtoon vallen. Kerkelijke belasting moeten wij in de gemeente des Heeren niet hebben. Doch met dit alles is de vraag niet beantwoord of wij in de samenkomst van de gemeenjte des Heeren ook collecteeren moeten voor de kerk. Laten wij de zaken goed zien. De Christus onderhoudt Zijn kerk geestelijk en stoffelijk. Hij zorgt voor Zijne gemeente en bedient Zich van de gemeente; Hij werkt middellijk en roept door Zijn Woord op tot vrijwillig iets wegleggen voor den dienst van Hem. Daarbij verzekert Hij, dat het zaliger is te geven, dan te ontvangen, ’t Is dus eigenlijk de hand van den Christus, die geeft; Hij geeft door middel van hen, die voor Zijn aangezicht vergaderd zijn. Collecteeren is dus het verzamelen van de gaven uit de hand van den Heere der Kerk. Heilig is daarom ook deze inzameling, dit collecteeren, evenals het collecteeren voor de armen. Daarom mag o.i. het collecteeren voor den kerkedienst, in de samenkomst der gemeente, niet worden afgeschaft.
Uit het karakter dezer heilige handeling vloeit ook voort, dat een ieder bij het afzonderen van zijn gaven, waar moet zijn. Natuurlijk moeten we in alles waar zijn. Maar wij bedoelen, dat waarlijk een christelijke handreiking betracht moet worden. In de samenkomst dient de Christus. Het Woord van Hem, het rijke Evangelie der schuldvergiffenis, wordt er gepredikt; telkens weer wordt beluisterd, dat Christus arm werd om armen rijk te maken. In die samenkomst moet het offer der liefde worden gebradht. Christus dient door middel van Zijn rentmeesters en rentmeesteressen. Wanneer wij onze gaven schenken, moeten we dus altijd weer ons afvragen of wij als rentmeester getrouw zijn; of wij op die wijze en in zulk een maat schenken, als Christus bedoelt en van ons eischt. De knoopen en valsche munten blijven dan zeker buiten de collectezak en tekorten zullen dan niet meer geboekt worden. Waar de liefde van Christus en die tot Hem dringt tot geven, zal overvloedig geofferd worden.
De christelijke handreiking is dus niet het brengen van een offer in den eigenlijken zin des woofds. Dan zou er ook een altaar in de kerkgebouwen moeten staan. Christus geeft voor Zijn armen en Zijn .kerk door den dienst van Zijne gemeente. De gevers en geefsters geven van het Zijne, waarover zij gesteld zijn als rentmeester en rentmeesteres. Obliationes, gaven van wijn, olie, vruchten enz., moeten niet in de samenkomst der gemeente geofferd worden, en gelegd op een soort offertafel. Laten wij het karakter der christelijke handreiking zuiver houden. Uittellen der collecten tijdens den dienst is ergerlijk.
L.H. van der Meiden

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 mei 1944

De Wekker | 4 Pagina's

De christelijke handreiking (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 mei 1944

De Wekker | 4 Pagina's