Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wonderteeken of wereldmacht (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wonderteeken of wereldmacht (II)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De HEERE gaat voort tot Achaz te spreken. En dat doet Hij bij monde van Jesaja. De profeet moet Achaz, die niet antwoordt, verder opwekken tot geloof. Achaz moet een teeken begeeren, dat dient tot versterking des geloofs, en waaruit blijkt, dat Gods profeet de waarheid spreekt. De HEERE laat nog zeggen: uw God. Hij laat dezen zoon van David nog niet los, maar wijst hem opnieuw den weg der verlossing, welke de weg des geloofs is. Hij mag den HEERE een teeken vragen; God is gewillig en bereid hem te verlossen. Achaz is vrij om dit teeken te zoeken dien in het doodenrijk of boven in de hoogte; God de HEERE kan immers de aarde openen, als in de dagen van Korach, of de zon doen stil staan, als in de dagen van Jozua. Maar Achaz weigert ook nu den weg des geloofs te gaan. Hij zegt: ik zal het niet vragen en den HEERE niet verzoeken. Dit is gehuichelde vroomheid. Hij durft niet te zeggen: de HEERE, mijn God. De groote liefde Gods, welke Juda met zijn koning nog zoekt te roepen om den weg des geloofs te gaan, wordt onder gehuichelde vroomheid, afgewezen. Achaz verhardt zich; hij wil den aanbevolen weg des geloofs niet inslaan. Hij zoekt zijn kracht en troost niet in den weg des geloofs, niet in de belofte Gods en versmaadt een teeken. Hij liep toen wellicht reeds met plannen rond om den koning van Assyrië te hulp te roepen.
Jesaja’s prediking wordt niet geloofd, en laat daarom verharding na (6:9 ); in dit zoo beslissende oogenblik voor Juda en zijn koning, verstokt de vorst zich tegen den HEERE. Het huis van Juda is wel diep gezonken en de theocratische vorst is ontrouw tegenover zijn HEERE.
De profeet is heilig verontwaardigd over dit doen Niet alleen menschen vermoeit de goddelooze koning, maar hij kwelt zelfs den HEERE tot vermoeiens toe. Hoe diep gevoeld wordt het uitgesproken: „dat gij ook mijn God moede maakt”. Jesaja verkeert in innige gemeenschap met zijn God; die gemeenschap is die der verzoening. En dit heil wordt door Achaz versmaad. Het teeken, dat veracht wordt, is toch het teeken der verlossende liefde Gods in Jezus Christus. Nu wordt tot Achaz niet meer gesproken van uw God; het oordeel komt over dezen verbreker van het verbond. En ...... het teeken door Achaz veracht, komt toch. Uit de grondelooze diepte van Gods erbarming.
Daarom, wijl Achaz in ongeloof weigert een teeken te vragen, zal de Heere zelf een teeken geven. Al Gods lankmoedigheid wordt Achaz nog betoond. De Heere (Adonai) de souvereine en absolute Gebieder, zal het teeken geven. Door woord en wonderteeken zal het heillicht stralen in de duisternis.
De verbondenen willen het huis van David uitroeien, maar de HEERE handhaaft zijn belofte aan Davids huis.
Zie, merk naarstig op; de Heere zal meer doen dan verlossen van Resin en Pekah.
De jonkvrouw zal een zoon baren. De jonkvrouw (er staat in het hebr. bethula, niet alma het huwbare meisje) zal een zoon voortbrengen. Zij zelf zal bij de naamgeving optreden en hem noemen, naar het bevel Gods: IMMANUEL: God-met-ons. Zuurgemaakte melk en honing, beeld van soberheid, zal hij eten. De tegenstelling van het rijke hofleven kom dan wel scherp uit. Anderen denken aan godenspijs; dan is het teeken beeld van de Messiaansche waardigheid en heerlijkheid. Elders is in de Schrift boter en honing beeld van rijkdom. Boter en honing zal hij eten tegen den tijd, in de jaren waarin onder scheiden kan worden tusschen kwaad en goed.
De vijand triumfeert niet; de verlossing komt. De twee aanvallers zullen vallen.
Het is mogelijk, dat met het woord jongen, allereerst is bedoeld de zoon van Jesaja (vs. 16), die aan Jesaja’s hand meekwam. Waarom moest de profeet anders zijn kind meenemen? In vs. 14 is, volgens sommigen, allereerst bedoeld een kind, een zoon, die type is van den Christus. De zin van het geheel is deze: Rezin en Pekah gaan onder, maar Gods beloften falen niet. De vijanden zoeken het huis van David uit te roeien (vs. 2 ); de HEERE bevestigt en verklaart zijn belofte in woord en teeken; tegenover de verschrikkelijke bedreiging staat de grootst heilsbelofte. De vijand behaalt geen zege, want de HEERE laat hem ondergaan. Wel zal het oordeel komen over Achaz, en wel zal de ballingschap intreden voor Juda, maar er zal een overblijfsel zijn naar Gods welbehagen. De volle vervulling van deze dingen, van de heilsbelofte en het wonderteeken zal worden aanschouwd in den Messias, in het vleesch geworden Woord, in Wien wij ten volle zien, wat het God-met-ons beteekent. Op het wonder valt alle nadruk.
Er zullen dagen aanbreken van rechtvaardig gericht; zulke dagen, als sedert de scheuring van het rijk, niet zijn doorleefd. De verdervende wereldmachten zullen over Juda komen. Egypte wordt als verwoestend element, voorgesteld onder het beeld van een der gevreesde vliegen; Assyrië onder het beeld van een gehuurd scheermes. Assyrië zal geesel zijn in Gods hand. Het oordeel wordt finaal voltrokken Honger en gebrek zullen heerschen. Het weinige, dat overblijft, zal, onder den zegen des HEEREN en in zijn gunst, zeer rijk zijn voor de „rest”, met hetwelk de HEERE is. Het land zal, na het oordeel Gods niet veel meer dan een woestenij zijn.
Het is wel duidelijk, wat de Heere door dit wonderteeken wil zeggen.
Achaz weigerde den weg des geloofs te gaan en versmaadt het wonderteeken, dat Gods belofte verzegelt en hem en zijn volk terugroept tot God. Hij vertrouwt op de wereldmacht, vooral op Assyrië.
De maagd noemt haar zoon Immanuel; zij bewijst dus het geloof te bezitten, dat God van Achaz vroeg. Hier zien wij het teeken komen.
Achaz schijnt met zijn ongeloofspolitiek en zijn vertrouwen op Assyrië, sterk.
De jonge moeder met haar kind zijn toonbeeld van het zwakke.
Maar de schijnbaar sterke gaat onder.
De schijnbaar zwakke overwint, overwint de wereld.
De jonge moeder wordt niet beschaamd. In den geweldigen tijd van oorlog en gericht bewijst de HEERE, dat Hij met haar is. Het ontbreekt haar niet aan het noodige, als de geesel Gods woedt.
Voor Achaz wordt het licht tot duisternis. Hij wordt met zijn afgod Assyrië geslagen. Onder den Assyrischen vorst, dien hij als redder verwachtte wordt hij verteerd.
Voor de jonge moeder gaat het licht op in de duisternis.
En in Maria, de moeder des Heeren, zien wij hoe heerlijk dat Licht is. Dan zien wij de Zon des heils aan de kim verrijzen. Maria zelf geniet ook de volle vrucht: zij gelooft en mag zingen van zaligheid en overwinning. Het is toch het geloof, dat het eeuwige heil wegdraagt en de wereld overwint. In dat geloof sprak Maria en van deze zaligheid getuigde zij in haar heerlijken lofzang.

v.d.M.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 april 1946

De Wekker | 4 Pagina's

Wonderteeken of wereldmacht (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 april 1946

De Wekker | 4 Pagina's