Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DIE ZICHZELF OVERWINT.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DIE ZICHZELF OVERWINT.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door het geloof heeft Izak zijn zonen Jacob en Ezau gezegend aangaande toekomende dingen.

Het vleeschelijk streven van Izak wordt verslagen.

Izak leert zien dat hij het mis heeft.

De Heere leert zijn volk altijd gelooven, dat zij het mis hebben en dat Hij alleen het recht aan zijn zijde heeft.

„Ook zal Jacob gezegend zijn” dat zegt Izak tegen Ezau.

En daarin erkent hij eigen schuld, aanbidt hij ’s Heeren werk.

Straks draagt ook Ezau een zegen veg. Ook aangaande toekomende dingen. Maar die zegen komt toch niet uit boven het aardsehe, het tijdelijke.

In deze historie ligt een ontdekkend element. De natuurlijke genegenheden kunnen in het hart, van die den Heere vreezen, zoo de overhand behouden. Dan wordt het donker in de ziel. Dan wordt het fijne goud zoo verdonkerd. Dan worden de kinderen Gods den aarden fiesschen gelijk.

Ligt de oorzaak van uw achteruitgang ook hier, dat ge als Izak eigen vleesch wildet handhaven tegen den Heere. Gods Geest ontdekke u en leere u als Izak eenswillens te zun met den Heere. Waarlijk, Izak is zeer gewillig gemaakt op den dag van ’s Heeren heirkracht.

Eer Jacob naar Paddan-Aram vlucht, zegent Izak hem nogmaals. Het loont u de moeite Gen. 27 : 27-29 en Gen. 28 : 3 en 4 eens goed te vergelijken. Nu staat Izak in de volle vrijheid. Nu mag hij in zeer bijzonderen zin zegenen aangaande toekomende dingen. Nu staat Izak niet meer tegen God, zelfs is hij hier niet onder den Heere, maar thans mag hij zalig toeven bij zijn God. Bij U, zijn Koning en zijn God, verwacht zijn ziel een heilrijk iot. Een heilrijk lot voor zichzelve, en voor Jacob en voor Jacobs kinderen tot in het laatste nageslacht.

Oók Izak is een geloofsheld, want door het geloof heeft hij eigen lijn Ezau-Jacob losgelaten en neemt hij Gods lijn Jacob-Ezau over.

Door het geloof heeft hij zichzelf overwonnen: Want dat is toch eigenlijk geloof, strijden tegen zichzelf, tegen eigen vleesch. Is die zichzelf overwint, naar het eigen woord der Schrift niet sterker dan die een stad inneemt? Izak, gerekend bij de geloofshelden. God zal genade en eere geven.

Door het geloof heeft Izak gezegend; let wel, er staat niet, dat Jacob hier reeds door het geloof den zegen ontvangen heeft. Twintig jaar later worstelt Jacob z’n geloofsworsteling. Aan den Jabbok bij Pniël heeft Jacob den zegen Abrahams door het geloof ontvangen. De Heere is recht in ai Zijn weg en werk. Jacob blijft aansprakelijk voor eigen handelen en de Heere heeft hem weten te vinden.

In de tent des Verbonds wordt scheiding gemaakt tussehen menschen, die uit denzelfden klomp gehouwen zijn. De Heere zelf maakt die scheiding, Ismaèl-Izak; Ezau-Jacob. Helaas is er een zg. verbondsprediking, waarbij de scheiding getrokken wordt tussehen Kerk en Wereld. Wij behooren bij de Kerk, het Verbond enz. wij zijn wedergeboren, moeten het daarvoor houden, mogen daar niet aan twijfelen enz. Zulk een verbondsleer is door en door onschriftuurlijk, misleidend voor tijd en eeuwigheid.

God zelf trekt de lijn der verkiezing, en Hij trekt die dwars door de tent des Verbonds heen. Dit stemme ons tot een nauw en ernstig zelfonderzoek. Bedenk daarbij, dat er ook nu nog Ezau’s zijn, die bitterlijk kunnen weenen, en die toch niet kennen die droefheid, die een onberouwelijke bekeering tot zaligheid werkt. Tot de echte verbondsbeleving behoort in de eerste plaats, dat ik vinde de plaats des berouws. In de schuld voor ’s Heeren aangezicht; daar wordt geleerd: „ik heb tegen U, o Heer’ zwaar en menigmaal misdreven”. Daar wordt geboren: “O, God, wees mij zondaar genadig”. Daar, in de diepte der schulderkentenis in de plaats des berouws, wordt gevonden de zegen Abrahams. Zoo leerde het Abraham, en Izak, en ook Jacob. Zoo leere het u de Heere door Zyn Woord en Geest. Dan zult ge verstaan; „Ik doe het niet om uwentwil, o Israël, dit zij u bekend, Ik doe het om Mijns grooten en heiligen Naams wil”.

Ezau zocht wel de zegening, maar vond niet de plaats des berouws, daarom miste hij Abrahams zegen. Kent gij de plaats des berouws ?

Erkent gij Abrahams zegen verbeurd te hebben? In dien weg toch wil de Heere den zegen uit genade schenken. Zoo wordt geleerd: „Mijn God, U zal ik eeuwig loven, omdat Gij het hebt gedaan”.

Rotterdam.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 1946

De Wekker | 4 Pagina's

DIE ZICHZELF OVERWINT.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 1946

De Wekker | 4 Pagina's