Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pastorale brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pastorale brieven

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beste Vriend!
Hierbij zend ik U den laatsten brief over de sociale worsteling. Laat ik U maar getrouw en eerlijk opbiechten. Ik bedoel hier mijn eigen visie (kijk) op de dingen te geven, als vrucht van langdurig na - en dóórdenken. Noem het in zeer bescheiden vorm een stukje (Chr.) wijsbegeerte der sociaal-politiek.
Ter zake.
De sociale vraagstukken met heel de sociale worsteling beheerschen al meer de wereldgeschiedenis, niet de politiek zonder meer. Men denkt dit wel eens; ja in den regel geeft men meer aandacht aan de politiek dan aan het sociale proces, meer waarde hecht men menigmaal aan de staat, dan aan de maatschappij. Dit is o.i. toch onjuist. Er zou zelfs van geen politiek, van geen staat sprake zijn als er niet eerst (in orde van voorstelling en in wezen) een maatschappij, een gemeenschapsleven was. Omdat de menschheid een gemeenschap is, nog wel uit millioenen „ikken” bestaande, dáárom is in een zoo brede en gecompliceerde gemeenschap, een rechtsinstituut van node; d.i. de staat.
De staat bestaat in het teken van de gemeenschap. De staat is er om de gemeenschap. Deze laatste is nummer één. Jabal (Gen. 4) is de vervaardiger van de tenten. Hier ligt het begin van de meer geordende maatschappij.
Hij heeft den grondslag gelegd voor een sociale organisatie, met al den aankleve van dien; uitgegroeid in den loop der eeuwen tot den huidigen toestand; met al de vraagstukken, al het goede en ook al de ellende daaraan verbonden.
Het sociale vraagstuk is geworden „het” vraagstuk. En daarom wordt de politiek er door beheerscht.
Nu zien we daarbij de worsteling al meer zich toespitsen tot twee grote wereld groepen, aangezien alles hier wordt beheerscht (zoals we reeds uiteen hebben gezet) door beginselen, diepliggende beginselen, die aan alles ten grondslag liggen. Ons denken wortelt ook hier in ons zijn.
Ik noem daarbij het deïsme en het pantheïsme (zie boven) maar middelmatige beginselen, overgangsschakels, tusschen-delen.
Men moet vooruit, of achteruit. Dat wil hier zeggen: het is òf theïsme (het Godsgeloof naaide Schrift) òf atheïsme, de God loochening. En dit is nu ook in de politiek afgestempeld. De moderne tijd laat ons zien: de atheïstische staat, als z.g.n. rechtsinstituut bij de atheïstische sociale worsteling van het communisme (als levensstructuur); en dan daar tegenover de christelijk theïstisch bedoelde staat en politiek van de Westersche democratieën.
Deze twee richtingen of bewegingen noemt men nu tegenwoordig: twee „ideologieën”.
Deze benaming is m.i. niet ten volle juist. Het is feitelijk al een wegmoffelen van wat het eigenlijk moest genoemd: geloof en ongeloof. Het is een naam voor wat het eigenlijk moest heten nl.: òf atheïsme òf theïsme. Maar die democratieën zijn zelf goeddeels al vormen die in den diepsten grond naar hun eigenlijke kern al uit de beginselen der Revolutie (als stelsel) zijn. Theïsme is n.l. hier geworden tot Christendom zonder den Heiligen Geest.
Het is veelal vorm zonder wezen. Humanisme is dan het voorname woord; maar gelijk dit eigenlijk is de nieuwerwetsche methode, om op een meer „fatsoenlijke” wijze...... ......ongelovig te zijn. Men heeft dan wel de symbolen van het christendom overgenomen, maar zonder den eigenlijken inhoud, Christus is ook hier niet de Christus, de volle Christus der Schriften.
Het atheïsme (communisme) daarentegen spreekt zich uit als radicaal ongeloof, maar met een voor het stoffelijke uitwendige leven Christelijken inslag of plooi; men verwerpt hier ook den vollen Christus der Schriften, maar met een leuze die feitelijk aan het Kruis ontstolen is: vrijheid, gelijkheid en broederschap.
Men voert dan het pleidooi voor de sociaal verongelijkten. Dit lijkt dan christelijk, voor zover er n.l. sprake kan en moet zijn van een socialen Christus, de Christus voor de armen en verongelijkten ; de Christus die Zich wendt tot kranken, armen, rechtlozen enz. Maar om dan inmiddels den Christus als Redder der ziel prijs te geven.
De Westersche „christelijke” ideologie is meer schijn-christendom; het atheïstisch communisme is nagemaakt, caricatuur-christendom.
Zó de dingen geschouwd, kan de ware volle Schriftuurlijke christen maar matig belangstellen in beide. Ze deugen eigenlijk geen van beide. Beide toch zijn niet het begrip van „het koninkrijk der hemelen”, hetwelk is die staat, die stand van zaken, waar, uit den Borg Christus, ook de sociale ware christelijke beleving voortvloeit. Uiteindelijk zal dit worden de nieuwe hemel en de nieuwe aarde waarop gerechtigheid woont.
Bij de ene partij (Westersche ideologie) vindt men in naam of schijn de christelijke manieren. maar de inhoud is evenzeer niet de ware volle Christus; bij de andere partij (atheïstisch communisme) is sociaal veel dat aantrekt, maar de manier deugt niet, en tevens zijn de ware, volle ziels- en eeuwigheidsbelangen geschrapt en bestreden zelfs.
De synthese van het goede in beide ligt in het begrip: het koninkrijk der hemelen, of het koninkrijk Gods.
En wat zal men nu zien? Dat in het diepste wezen beide daar niet voor buigen. Zoo komen al meer de ware volle christenen in het gedrang. Gij zult van allen gehaat worden. Dit wordt uiteindelijk een tijd van benauwdheid voor Jacob. De goede elementen in de beide groepen zullen belichaamd worden in de gezuiverde Bruidkerk van Christus.
Het wereldproces loopt uit op deze zuivering; dat zal gaan door schrikkelijke worsteling en druk heen; maar omdat de Christus, de levende Christus (de Kurios) is, zal aan Hem, en dies aan zijn ware levende kerk de overwinning zijn.
Hoe dit alles zal gaan en hoe dit alles zal zijn eenmaal, eischt wel een boekdeel vol, dus handelen we dit niet af in enkele „brieven”. Als ge maar verstaat, dat Christen waarlijk Christen-zijn volzalig is, maar niet gemakkelijk; niet gemakkelijk, maar toch volzalig; ook hiervan geldt: hebbende de belofte des tegenwoordigen en des toekomenden levens.

Beste Vriend, ik heb slechts enkele lijnen trachten uit te stippelen; maar die naar ik hoop en wensch U toch tot lering en tot handleiding mogen zijn. Bestudeer alles verder en dieper. Hoe ouder ik word, hoe meer ik leer, dat ik al werkende en biddende verder moet komen, ook wat aangaat het machtig worden van een zuivere wereldbeschouwing naar de Schrift. Wij kennen ten dele, maar al gravende in ’s Heeren Woord en door Zijn Geest gaan we den tunnel door naar...... het licht!
Wees met de uwen en de onzen Gode en den Woorde Zijner genade bevolen door

Uw U zeer toegenegen vriend en broeder in den strijd,

November 1946.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 1946

De Wekker | 4 Pagina's

Pastorale brieven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 1946

De Wekker | 4 Pagina's