Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vraag en antwoord

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vraag en antwoord

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De bijbel in het Friesch.
Er liggen enkele vragen over de vertaling van den bijbel in het Friesch. Laat ik ze mogen beantwoorden in een saamvattend artikel.
Het is niet juist om te spreken van de Friesche bijbel. Er is geen apart Woord van God voor de Friezen.
Men wil dit ook op geen enkele wijze door de vertaling van den bijbel in de Friesche taal suggereeren.
Het gaat hier om het woord Gods, zooals dat tot menschen, ook tot Friezen komt. Nu kan men zeggen: dat is niet noodig, de Friezen kunnen toch wel Hollandsch lezen. Inderdaad is dat juist.
Maar men vergeet dan toch, dat het Hollandsch voor de Friezen altijd — vooral van het platteland van Friesland geldt dat — een min of meer vreemde taal blijft. Vóór de kinderen naar school gaan hooren ze over alle dingen van het leven in het Friesch spreken. Op school leeren ze dan het Hollandsch. Het Friesch echter blijft de taal van hun leven, immers het is hun memmetael.
Daarin drukken zij zich het gemakkelijkst uit. Wel hebben ze altijd den bijbel hooren lezen, hooren preeken en catechiseeren in het Hollandsch, maar het blijft een feit, dat ze zich het gemakkelijkst, ook in geestelijke zaken, in het Friesch uitdrukken. Het is mij meer dan eens overkomen bij eenvoudigen, dat zij bij een gesprek over deze dingen vroegen: verstaat dominé wel Friesch? Als ik dan toestemmend antwoordde gaf dat een veel vertrouwelijker gesprek, dan wanneer zij hun gedachten eerst moesten overzetten in het Hollandsch, dat zij niet dagelijks spraken.
Heel begrijpelijk is dan ook, dat wanneer de Fries van het land het Woord van God in zijn eigen taal hoort, het veel dichter bij hem komt staan en hij in de vertrouwde dagelijksche klanken de stem des Heeren hoort.
Vooral voor het werk van de evangelisatie is dat een feit van niet te onderschatten beteekenis. Het spreekt dan veel meer direct dan in de deftige Hollandsche vertaling.
De taal van een volk wordt uit de ziel van dat volk geboren. Wordt het in die taal toegesproken dan spreekt dat veel meer direct tot diezelfde ziel.
Paulus verstond dat ook, toen hij zich vanaf de trappen van den Antonia-burcht in Jeruzalem tot de menigte richtte. Hij sprak haar aan in het Arameesch. Toen ze die klanken hoorden, waren ze onmiddellijk gehoor. Daar sprak een volksgenoot en niet een man, die de wereldtaal sprak, het Grieksch.
Nu is het Friesch inderdaad een taal. Daarover bestaat nu wel geen verschil van gevoelen meer. Het is geen dialect, maar een taal. Een taal geboren uit een ziel met eigen besnaardheid.
Nu komt een taal pas tot zijn volle bestemming, wanneer daarin ook het Woord Gods doorklinkt en spreekt.
Zoo heeft het de Geest Gods gewild, die in de taalverscheidenheid ingaat op Pinksteren en in de verscheidenheid der talen het eene Woord Gods doet klinken. Uit dit oogpunt gezien, heeft de Friesche taal ook recht op een eigen vertaling van het Woord des Heeren.
De Friesche taal komt daarin tot zijn hoogste bestemming.
Voor niet-Friezen en ook voor vele Friezen zelf doet het eerst wat onwennig aan om in deze taal het Woord Gods te hooren. Dit komt voort uit het feit, dat men dat niet altijd heeft gehoord. Het scheen, doordat het daarvoor altijd gebruikt werd, of het Hollandsch meer geëigend was voor godsdienstige, voor heilige dingen. Meer dan schijn is dit echter niet.
Wij prijzen Luther, die den Bijbel in de volkstaal overbracht en zien het altijd als een tekort van Rome dat zij een aparte taal heeft voor de liturgie.
Naar dezen zelfden regel moeten wij het prijzen, dat het volk in zijn eigen taal wordt toegesproken. En nu hooren zeer zeker de Friezen bij ons volk, dat Hollandsch spreekt, maar zij hebben onder ons volk inderdaad hun eigen taal. En daarin mag zeer zeker het Woord Gods tot hen spreken.
De Friezen hebben dan nu ook sinds enkele jaren den completen bijbel in hun eigen taal. Deze vertaling is het levenswerk geweest van Dr. G.A. Wumkes, die er niet minder dan 28 jaar volhardend aan gearbeid heeft. Het moet een groote voldoening voor dezen harden werker geweest zijn in den avond van zijn leven dit werk gereed te hebben zien komen.
En deze vertaling is geen jacht naar nieuwigheden. Wie dat zou meenen vergist zich. Trouwens daar is Dr. Wumkes ook de man niet naar. Hij begeerde niets anders dan het Woord Gods te doen spreken.
En wie de bijbel in het Friesch kan lezen kan zich er van overtuigen, dat deze vertaling, die zich zoo nauw mogelijk aansluit bij de bestaande Hollandsche overzettingen, daar uitnemend in geslaagd is.
Op treffende wijze doet deze vertaling ons soms dingen zien in het woord van God, die men er zoo in de Hollandsche vertaling niet in gelezen zou hebben. Elke vertaling is tegelijk een vertolking, in den zin van uitlegging, die ons het Woord des Heeren nader brengt.
De vraag blijft nu nog, hoe moet het met deze vertaling in de Friesche kerken. De laatst gehouden Generale Synode van de Geref. Kerken zag zich reeds voor die vraag geplaatst.
Zij verwees deze beslissing echter naar de kerken in Friesland. M.i.z. terecht. Immers de overwegende Hollandsche kerken moeten niet uitmaken, wat de kerken in Friesland in dezen moeten doen. Zij kunnen daar zelf het beste over oordeelen en weten het best wat het meest tot zegen voor de kerk is.
Natuurlijk zullen er altijd felle tegenstanders zijn en blijven en ook felle drijvende voorstanders. Die willen misschien zoover gaan, dat alles Friesch moet worden in de Friesche kerken. Dit zou een isolement en exclusivisme brengen, dat zeker voor de eenheid der kerk in ons land niet bevorderlijk zou zijn. Maar dat de vertaling van den bijbel in het Friesch recht heeft op een plaats in het kerkelijke leven is wel zeker.
Al was het maar een enkele, die door dit Woord Gods in zijn eigen landstaal gehoord, tot den Heere gebracht werd dan was het werk reeds ruim beloond. Ik ken Dr. Wumkes te goed om niet te weten dat ook hij niets anders begeert.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 april 1947

De Wekker | 4 Pagina's

Vraag en antwoord

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 april 1947

De Wekker | 4 Pagina's