Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De wederdoopers IV

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wederdoopers IV

De verhouding tusschen Woord en Geest.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Terstond is de doopersche dwaling te herkennen aan de totaal scheefgetrokken verhouding tusschen Woord en Geest. Van het begin af maakten de oude wederdoopers een zekere tegenstelling tusschen Woord en Geest, Het is dezelfde oude tegenstelling die we reeds aanduidden bij de bespreking van het spiritualisme, een tegenstelling die ge in de geschiedenis van het mysticisme telkens en telkens weer ontmoet, namelijk tusschen stof en geest, lichaam en ziel.
Het Woord, het boek, dat wij BIJBEL noemen, behoort bij de stoffelijke wereld. Ieder mensch, wedergeboren of niet-wedergeboren kan dat boek, het Woord maar in handen nemen, het lezen en onderzoeken. Zoo is het te begrijpen, dat de wederdoopers het Woord indeelden bij de uitwendige wereld en gingen spreken van het uitwendige Woord. Dat uitwendige Woord hadden ze weinig in rekening. Dat was maar de doode letter. Dat kwam maar tot het lichamelijk oor. Zij hadden wat anders, wat beters noodig, namelijk het inwendige Woord, de innerlijke openbaring des Geestes. Op de sprake des Geestes in het hart kwam het maar aan, zeiden de wederdoopers. Deze tegenstelling tusschen het uitwendige Woord (de letter) en het inwendige Woord (de Geest) bracht hen ertoe, en doet helaas nog maar al te velen op dit doolpad dwalen, om in de Schrift een tweeërlei beteekenis te lezen; heel voor de hand liggend als men van die valsche tegenstelling Woord en Geest uitgaat, komt men ertoe; de eerste beteekenis is dan de uitwendige, de letterlijke, de schriftuurlijke, maar de tweede is de eigenlijke, de inwendige, de geestelijke, de bevindelijke. De natuurlijke mensch kan met zijn vleeschelijk verstand de Schrift doorzoeken en uitleggen, maar dat is maar bloot verstandswerk, dat is „maar schriftuurlijk”. Daar heb je niets aan. Dat mag iets wezen voor een jongelingsvereeniging of zoo, maar „Gods volk” zoo spreekt men, heeft wat anders noodig. De eigenlijke, de innerlijke, de geestelijke, de bevindelijke beteekenis van het Woord is vaak een heel andere dan de schriftuurlijke en om die geestelijke beteekenis gaat het juist. En die wordt naar de doopersche gedachte, niet verklaard door den dienaar des goddelijken Woords, maar alleen door enkele speciale predikers. Die predikers, bij de oude wederdoopers „profeten” genoemd, stonden in buitengewoon hoog aanzien, buitensporig hoog, buiten de maat der Schrift. Niet het letterlijke Woord Gods, maar de geestelijke prediker was bij de wederdoopers gezaghebbend. Hij wist het; hij had den Geest; hij kon de geestelijke zin van het Woord verklaren.
Het behoeft geen breede verklaring, hoe op deze manier het volk, de gemeente in een staat van volkomen dienstbaarheid, in een toestand van volslagen afhankelijkheid ten opzichte van den prediker werd (wordt) gebracht. Mocht men gelooven, dat men met een „profeet”, met zulk een geestelijke prediker te doen had, dan was zijn woord gezaghebbend en zijn gezag onbetwistbaar.
Deze trek is in bepaalde kringen in ons kerkelijk leven vandaag nog duidelijk aanwijsbaar. De prediker wordt op het voetstuk gezet. En die er wat aanleg voor heeft, graag op het voetstuk gezet wordt, loopt groot gevaar een „paus” van behoorlijk formaat te worden en over het erfdeel des Heeren een ondragelijke tyrannie te gaan uitoefenen. Zijn inzicht is het juiste, zijn bevinding is maatgevend, zijn ervaring wordt de gemeente tot norm gesteld. Wat hij zegt, is dan „wet en evangelie”. „Ieder beroep op de Schrift wordt hier waardeloos. Het wordt afgewezen als een vleeschelijk iets, als verstandswerk. Het gaat om den verborgen zin der Schrift, die alleen door den Geest geopenbaard wordt, om het inwendige Woord, dat in het uitwendige Woord schuil gaat.” „Begeerende door den Geest geleid te worden, werpt men eerst den toetssteen weg, waarmede de geesten beproefd kunnen worden om daarna iedere geestdrijving te aanvaarden als een drijving van Gods Geest. En terwijl men het beroep op de Schrift van de hand wijst als verstandswerk, gaat men ertoe over om iedere allegorische Schriftverklaring, die niets is dan ijdel vernuftsspel, te aanvaarden als een opening van den verborgen zin van het Schriftwoord” (Woelderink) De oude wederdoopers hingen hun profeet aan in zoo groote gehoorzaamheid, dat ze hem volgden door dik en dun, ook in de grootste dwaasheden en in de dolste ondernemingen. En tot de meest onbekookte dingen kwamen die doopersche leeraars, omdat zij geen regel en richtsnoer hadden om daarnaar te handelen en te wandelen. Wanneer zij iets doen moesten, vroegen ze niet eenvoudig en nuchter: wat zegt de Schrift? Wat wil de Heere naar Zijn Woord dat wij zullen? Welneen, dat uitwendige Woord had hun niets te zeggen. Voor hen gold het inwendige Woord, dat was de openbaring, waarmede zij te rekenen hadden. En die telkens nieuwe openbaringen waren dikwijls precies tegenovergesteld aan elkaar.
Ter illustratie geven we het volgende door: op een vergadering van wederdoopers kreeg de voorganger, de profeet, een openbaring, dat allen hun wapenen van zich af moesten leggen, waarschijnlijk opdat zij een openbaring zouden zijn van de weerlooze lammeren van Christus. Maar een paar uur later krijgt hij een nieuwe openbaring: allen moeten hun wapenen aangorden om de oorlogen des Heeren te voeren. Dan trekt de gansche vergadering in den nacht op om een klooster te overvallen en zoo mogelijk te vermeesteren.”

(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 april 1947

De Wekker | 4 Pagina's

De wederdoopers IV

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 april 1947

De Wekker | 4 Pagina's