Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Liturgie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Liturgie

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De liturgische handeling bij de huwelijksbevestiging. (V).
De huwelijksbevestiging behoort dus te geschieden in de samenkomst der gemeente, waarin het Woord Gods bediend wordt. Ging het om een toespraak tot de gehuwden, dan kon de vader van den bruidegom b.v. die ook wel houden. Dan kan men niet spreken van een bevestiging in het midden der gemeente. Een toespraak kan even goed in een feestzaal worden gehouden. Maar er moet geen toespraak gehouden worden; ook geen toespraak naar aanleiding van een tekst. Het Woord Gods moet in het midden der gemeente worden bediend.
Uit het tot hiertoe genoemde blijkt eveneens duidelijk, dat de huwelijksbevestiging ook niet door een ouderling, een student, candidaat of oefenaar kan geschieden. De bevestiging is een ambtelijke handeling in het midden der gemeente, in wier samenkomst het Woord Gods bediend wordt, (Vgl. Dr. Bouwman, Ger. Kerkrecht, II. 517.)

De beteekenis van de huwelijksbevestiging, door de kerk.
Geschiedt de huwelijksbevestiging slechts in de tegenwoordigheid van de gemeente of heeft die plaats door de kerk? En welk verschil is er dan tusschen de handeling der Overheid en die der Kerk? Wij moeten toch een helder inzicht hebben in een en ander om de liturgische handeling bij de huwelijksbevestiging goed te verstaan.
Wat beteekent bevestigen? Verbindt de kerk, of verbinden de verloofden zich tot den huwelijken staat? In de kerkorde van Straatsburg, 1598, lezen wij, dat de dienaar, nadat de beloften zijn afgelegd, zegt het huwelijk te conformeeren en te bevestigen in den Naam van den Drieëenigen God, Dit is dus een vastmaken, een consolideeren van het huwelijk. Daarbij komt het afbidden van den zegen Gods over het pas gesloten huwelijk. Ook de Hessiscbe kerkorde spreekt in dien geest. Bullinger heeft het in zijn geschrift over het christelijk huwelijk ook over bevestigen, bestätigen, schrijft hij, en spreekt verder over het ontvangen van den zegen. In het Engelsche huwelijksformulier komt sterk uit, dat de verloofden zelf trouwen, trouw beloven, elkaar aannemen. (Vgl. Dr. Wielenga, Ons Huwelijksformulier, 254—258).
Is dit bevestigen alleen het afsmeeken van den zegen des Heeren over het gesloten huwelijk? Wordt de gemeente dus samengeroepen bij de huwelijksbevestiging tot gebed? Op die wijze wordt de huwelijksbevestiging dikwerf voorgesteld. Gij kunt den predikant hooren zeggen: Het is goed, dat gij den huwelijksweg niet wilt aanvangen zonder eerst den zegen Gods af te smeeken in Gods huis. Indien dit de zaak is, kan de kerkeraad wel meerdere samenkomsten houden. Het argument: het huwelijk is zoo gewichtig, bewijst ook niet genoeg. Er zijn toch meer ernstige dagen in het leven van een christen, b.v. wanneer ministers hun ambt aanvaarden; wanneer huisvaders een nieuwe, zeer moeilijke taak op zich moeten nemen, enz, En wanneer het alleen gaat om het afsmeeken van den zegen des Heeren, dan kan dit evengoed op den sabbath, welke volgt op de huwelijkssluiting, geschieden.
Volgens Voetius behoort het gebed en de inzegening niet tot het wezen van den echtelijken staat.
Wij toonden reeds aan, dat de verloofden allereerst iets doen bij de huwelijksbevestiging; zij nemen elkander aan en beloven elkander trouw. Maar is dit alles bij de huwelijkssluiting?
Behoort de bevestiging eigenlijk tot de taak der overheid?
Heeft de kerkelijke bevestiging wel zin?
Voetius argumenteert: welke Godvreezende zal, hetzij hij krank is, of een verre voetreis onderneemt, hetzij hij een huwelijk aangaat, hetzij hij eenig ambt, inzonderheid een kerkelijk ambt aanvaardt, de gemeene voorbede der kerk geringschatten?
Maar, zoo vragen wij, is de huwelijksbevestiging dan gelijk te stellen met het vragen van een voorbede voor iemand, die een verre reis gaat maken? Roept de kerkeraad de gemeente wel samen bij de huwelijksbevestiging om de voorbede af te smeeken en niet wanneer iemand een verre reis onderneemt? Als het is, zooals Voetius voorstelt, behoeft er geen aparte samenkomst der gemeente belegd te worden om den zegen over het gesloten huwelijk af te smeeken. Dan kan dat wel geschieden in den dienst op den sabbath, (Vgl. Voetius, Pol. Eccl. 114, v.v.; A.M. Lindeboom, Ger. Theol. Tijdschr, 42ste jrg. aflev. 12.)
De huwelijksbevestiging is meer dan het vragen van een zegen. Als Dr, van Oosterzee, Pract. Theologie, 125, spreekt van kerkelijke huwelijks wij ding, en die dan noemt een zedelijk godsdienstige handeling, weten wij nog niet veel. De bekende Achelis spreekt van inzegening; bld. 148. Prof. de Bruin schrijft in zijn dictaat, dat het opschrift van het Paltzische formulier; Formulier om den heiligen huwelijken staat in te zegenen, juister is dan het bevestigen in ons formulier. De argumentatie ontbreekt. Wij vermoeden dat teveel gedacht is aan het vragen om den zegen over het huwelijk.

v.d. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juli 1947

De Wekker | 6 Pagina's

Liturgie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juli 1947

De Wekker | 6 Pagina's