Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Karl Barth en de Kinderdoop, door Dr. G.C. Berkouwer, uitgave van J.H. Kok te Kampen, prijs ƒ 3.50, ingenaaid en ƒ 4.75 gebonden.
Wie had kunnen denken, dat het vraagstuk der wettigheid van den kinderdoop nà zooveel eeuwen van strijd weer aan de orde zou worden gesteld?
Dat ten tijde van de opstelling van onzen Catechismus de vraag scherp moest gesteld: zal men ook jonge kinderen doopen? vond haar directe aanleiding in den strijd tegen de wederdoopers.
Maar dat het reformatorisch belijden in zake den kinderdoop nog eens zulk een scherpe critiek zou moeten doorstaan als thans Barth laat hooren, had allicht niemand verwacht. Dit is te meer ontstellend, als men bedenkt, dat Barth meent, dat hij juist het meest zuiver reformatorische denken poneert, een denken immers, dat Gods souvereiniteit en menschelijke onbenulligheid steeds met zoo groote kracht en met zoo ernstige heiligheid verdedigt.
Ja inderdaad, Barth heelt het aangedurfd om nà 20 eeuwen van dogmenhistorie den kinderdoop disputabel te stellen en dit niet, omdat hij wederdooper is — dat zou niets opzienwekkend zijn — maar omdat hij wil zijn reformatorisch-Bijbelsch theoloog.
Aan wien was nu de weerlegging van dit zoo ingrijpend vraagstuk beter toevertrouwd, dan aan prof. Dr. Berkouwer. Als er iemand is, die mag zeggen Barth te kennen, dan zou ik als eerste willen noemen Dr. Berkouwer. Hij is de man, die de nieuwe theologie en vooral die van de dialectische school heeft nagevorscht met voorbeeldige nauwkeurigheid, waarvan ook weer dit werk getuigt. Het schoone van dit werk komt vooreerst hierin uit, dat hij aan Barth en diens standpunt volle recht laat wedervaren. Het is bij polemiek niet altijd even gemakkelijk, om zijn tegenstander aan het woord te laten. Toch heeft Berkouwer zoo duidelijk mogelijk zijn lezers een inzicht willen geven in Barths beschouwing over den kinderdoop, getuige het tweede en derde en vierde hoofdstuk, waar het gaat over de kritiek van Karl Barth en over de schriftuurlijke en dogmatische gronden, die Barth meent te kunnen aanvoeren voor zijn standpunt.
Met bewijzen aan de Heilige Schrift en aan Calvijn ontleend wijst Berkouwer het onreformatorische en onschriftuurlijke van Barts poneeren aan. Vooral trof mij, wat de Schrijver betoogt over Kramer en Barth.
Kramer is leerling van de Vrije Universiteit, en heeft onder auspiciën van Dr. A. Kuyper Sr. een dissertatie geschreven over het verband tusschen doop en wedergeboorte. In deze dissertatie heeft Kramer willen aantoonen, dat de wedergeboorte bij den kinderdoop moet worden verondersteld, en wij hierin den grond voor den kinderdoop hebben te zoeken. Kramer heeft daarvoor Calvijn ten bewijze aangevoerd. Ik ga hier nu voorbij, wat prof. Bavinck over dit standpunt van Kramer heeft gezegd, („De Bazuin"van 9 Juli 1897) maar Berkouwer treft hier zeer terecht de volgende parallel: Het verschilpunt ligt dan hierin, dat Kramer en Barth beide de aanwezigheid van het subjectieve geloof voor de constitueering van het sacrament noodzakelijk achten, terwijl Barth dan alleen plaats heeft voor actueel bewust gelooven, (volwassendoop en Kramer ook plaats geeft aan subjectief geloof in de kinderen (dus de kinderdoop) blz. 63.
Begrijp ik Berkouwer nu goed, dan is hij het niet eens met Kramer maar met Calvijn. Wat Berkouwer over Calvijns verbondsbeschouwing schrijft is van principieele waarde, als hij aan de hand van Calvijn verduidelijkt, dat het kind tot de gemeente behoort, en het dus gaat over de geloovigen en hun zaad.
Wanneer echter Berkouwer laat doorschemeren, dat, wat van de volwassenen geldt, ook van de kinderen moet gelden t.w. dat zij geloof bezitten of als zoodanig beschouwd moeten worden, dan vraag ik mij af, glijdt hij hier niet weer weg op het glibberig pad van Kramer, waarvan hij zich zooeven heeft gedistancieerd?
Ik begrijp heel goed de moeilijkheid, waarin Berkouwer komt, gezien de be sluiten zijner kerken in zake de kinderen, die immers naar het oordeel der liefde voor wedergeboren moeten gehouden worden, gelijk immers bij den doop der volwassenen ook wordt aanvaard.
Maar op deze manier wordt Kramer weer boven Calvijn gehandhaafd, en is er een onduidelijkheid in deze betoogtrant, die ik wel kan verklaren, maar daarom nog niet onderschrijf.
Echter is er zooveel stof verwerkt in dit belangrijke boek, waarmede wij het van harte eens zijn, zooals bijv. dat prachtgedeelte over de scheppingsleer en het supralapsarisme van Barth, blz. 113-119, dat de verschillen tusschen onze kerken, die ik hier meer tusschen de regels heb gelezen, thans wil passeeren, om ten slotte dit boek allen hartelijk aan te bevelen, die studiezin bezitten om zulke lectuur te verwerken.
Dit boek heeft mij weer versterkt in de overtuiging, dat het bij een theoloog als Barth gaat om een alles of niets.
Zijn doopsbeschouwing behoort bij de volstrektheid van zijn systeem, dat de fijne nuance in de continuïteit tusschen God en mensch, tusschen natuur en genade vervaagt tot een totale discontinuïteit.
Het was deze volstrekte positie, die de verwijdering bracht tusschen Barth en Brunner, waarop ook Dr. Berkouwer nog in fijne trekken wijst.
Zijn boek heeft niet alleen groote beteekenis voor het theologisch denken, maar voor alle Christelijke kerken, want de kinderdoop blijft het symbolum commune, waarmede de christenheid staat of valt.

A.,S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1947

De Wekker | 4 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1947

De Wekker | 4 Pagina's