Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nieuwe jaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nieuwe jaar

Voorttrekken

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zeg den Kinderen Israëls, dat zij voorttrekken. Exodus 11:15.

Roept de Heere ons op Oudejaarsdag, om eens terug te blikken; de Nieuwjaarsmorgen roept om ook weer vooruit te blikken, en niet langer dan noodig is tot onze verootmoediging en sterkte achterom te zien. Dan komt evenals tot Israël tot ons de roepstem, dat wij voort moeten trekken.
Dat voorttrekken moet geschieden op Gods bevel, al is de weg nog zoo donker. Wat was het donker voor Israël, toen dit Gods-woord tot hen kwam. Achter zich hadden zij een heirleger van briesende vijanden en vóór zich een kokende zee, terwijl naar beide zijden hun weg door bergen toegemuurd was.
En toch klonk het bevel: voorttrekken, ofschoon voor het menschelijk oog geen pad te zien was.
Ook nu klinkt tot ons het bevel: Voorttrekken in moeilijke omstandigheden. Hoe donker is het ook nu, zoowel op natuurlijk als geestelijk gebied. Hoe menige ziel, zal in dezen morgen reeds de bange vraag gesteld hebben: Maar wat zal het ook nu zijn? Hoe beklemd kan het inzonderheid hen zijn, die een oog gekregen hebben voor den droeven toestand, waarin de zondaar van nature verkeert. Vooral als we door genade ons zelf als zondaar hebben leeren kennen! Soms zijn ze bang, om ook maar één stap op den weg te doen. En toch klinkt ook hen het bevel in de ooren, dat zij voort moeten trekken.
Ach, van nature ziet de mensch den droeven toestand niet, waarin hij verkeert. Ontdekkende genade is er noodig, om ons de werkelijkheid onder oogen te doen zien. En hoe smartelijk dat ook is, toch driewerf gelukzalig, als die aan ons verheerlijkt is.
Dan kan de toekomst wel donker schijnen, maar dan zullen wij toch ook in dit pas begonnen jaar de roepstem des Heeren hebben verstaan om voort te trekken. Zullen wij dat echter met goeden uitslag doen, dan moeten wij voorttrekken niet in eigen gekozen weg, maar in den weg Gods. En dat is de weg, dien Hij voor ons verkiest. Zoo was het ook met Israël. Zij moesten voorttrekken achter den Heere, in den weg, dien Hij hen aanwees, en voor hen baande. En dat was niet altijd een voor het vleesch gemakkelijke weg. Die weg kon wel eens door de zee gaan, waar de watergolven ons elk oogenblik dreigen te overstroomen. Maar als Israël achter den Heere, in den door God Zelf gekozen weg wandelt, is er geen gevaar.
Maar zoo is het nog. Ook thans roept de Heere ons om in zijnen weg, achter Hem voort te trekken. Al schijnt die weg ons dan moeilijk, soms zelfs zóó moeilijk, dat wij niets anders zien dan een omkomen, toch is daar geen gevaar voor. De Heere kan wegen banen, waar geen weg is, en bevestigt ook nu nog aan zijn volk het woord van den Psalmist:

U zullen, als op Mozes’ beê,
Wanneer U gaat door de zee,
Geen golven overstroomen.

Daarom moogt gij moed houden, als gij uw levensreis in den weg des Heeren begeert voort te zetten. Welke moeilijke wegen gij dan ook gaan moet, de Heere gaat vooraan om u den weg te banen en te geleiden. En als gij er door zijt, zal het loflied van het oude Israël ook uit uw ziel opklinken:

God baande door de woeste baren
En breede stroomen ons een pad.
Daar rees zijn lof op stem en snaren,
Nadat Hij ons beveiligd had.
Hier scheen ons ’t water te overstroomen,
Daar werden wij bedreigd door ’t vuur,
Maar Gij deedt ons ’t gevaar ontkomen,
Verkwikkend ons ter goeder uur.

Welgelukzalig het volk, dat zoo achter den Heere de levensreis begeert voort te zetten en zich met al de belangen voor lichaam en ziel aan den Heere mag toebetrouwen. Zij zullen niet beschaamd worden.
Want de Engel des Heeren, de groote Zaligmaker Jezus Christus, Die ze ontving uit de hand zijns Vaders, en op Golgotha den prijs des bloeds voor hen betaalde, door Zijn Geest hen uit het Egypte der zondedienstbaarheid heeft verlost, gaat in de wolk en vuurkolom, als hun Gids en Beschermer vooraan, om hen te behoeden op al hun wegen, en zelfs de plaats te verkiezen, waar zij legeren zullen.
Bezit gij dat voorrecht? Moet ge zeggen: Nog niet. O, zoek het dan nog heden, Hoe gevaarlijk is het zonder den Heere uw levensreis voort te zetten. Dan zijt gij in gevaar van eeuwig om te komen. Moogt gij door genade zeggen, dat gij onder geleide van de Wolk en Vuurkolom uw reis moogt voortzetten?

Dan voorwaarts! Hij zal ’t maken!
In gunste voor u waken!

v.d. B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 1948

De Wekker | 4 Pagina's

Nieuwe jaar

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 1948

De Wekker | 4 Pagina's