Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toelichting op de Kerkorde (7)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toelichting op de Kerkorde (7)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Artikel 1 van de Kerkorde luidt; Om goede orde in de gemeente van Christus te onderhouden, zijn daar nodig de Diensten, Samenkomsten, Opzicht over de leer, Sacramenten en Ceremoniën en Christelijke straf, waarover hierna ordelijk zal gehandeld worden.
Dit artikel, dat sinds de synode van Middelburg, 1581, een plaats in de Kerkorde heeft, zegt ons allereerst, wat het doel van de kerkorde is. Het doel is, om goede orde te onderhouden in de gemeente van Christus.
Hiermede stelt de Kerkorde zich op Schriftuurlijken grondslag en kiest zij met grote beslistheid partij tegen allerlei richtingen, die van een „goede orde” in de Kerk niet willen weten.
Dat de Kerkorde zich met deze doelstelling op de Heilige Schrift kan beroepen, is voor ieder, die den Bijbel kent, wel duidelijk. God is immers een God van orde. Hij Zelf is de Volmaakte, volmaakt in wezen, volmaakt in werken. De dichter van Psalm 104 (:24) roept uit: Hoe groot zijn Uwe werken, o, HEERE! Gij hebt ze allen met wijsheid gemaakt. Heel de schepping vertoont dan ook een wonderlijke regelmaat en een schone harmonie, niet alleen in haar samenstelling, maar evenzeer in haar leven, haar werking, haar bestaan. God werkt immers alle dingen naar den raad van Zijn wil, Efeze 1:11, én bindt heel de schepping aan Zijn ordinantiën, Psalm 119:91. Daarom mag ook in geen enkelen aardschen, natuurlijken levenskring wanorde heerschen. Ordeloosheid, willekeur enz. is altoos zonde. Geldt dit niet ten volle voor het natuurlijke schoppingsleven in zijn eindeloze variaties. Dit klemt nog te meer op het terrein van het geestelijke en kerkelijke leven. Het klassieke Schriftbewijs hiervoor is 1 Cor. 14:40, waar de Apostel Paulus vermaant: Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden. Dit nu hebben onze Gereformeerde vaderen, op voetspoor van Calvijn, goed verstaan. In heel het kerkelijke leven, zowel wat de inrichting der gemeenten betreft, als wat het onderlinge samenleven der gemeenten aangaat, dient alles met orde te geschieden. Dat is het Schriftuurlijk beginsel, door de Kerkorde in het eerste artikel vooropgesteld.
En hiermede stelt de Kerkorde zich, gelijk gezegd, meteen tegen allerlei richtingen, die van vaste kerkelijke ordeningen afkerig zijn. Reeds in de oude Christelijke Kerk moest men den strijd aanbinden tegen hen, die ordeloosheid en willekeur bevorderden. Met name moet hier gedacht worden aan allerlei Gnostische richtingen. Bij de meeste Gnostieken vinden we een sterke antipathie tegen vaste regelingen. De kerkvader Tertullianus, die de Gnostieken met zulke scherpe wapenen bestreed, zegt bijv. in zijn geschrift: De praeseriptione haereticofum, omstreeks 200 geschreven: Hunne verordeningen zijn roekeloos, lichtvaardig, onvast, c. 41; en: De meestea hebben zelfs geen gemeenten; moederloos, zonder ,zetel, verstoken van geloof, ballingen, dolen zij in heur nietswaardigheid, c. 42.
In latere eeuwen zijn het de anabaptische richtingen, die zich vijanden betonen van vaste kerkelijke regelingen. Het zou te ver voeren hier thans een breder historisch overzicht te geven. Wij kunnen het in één enkelen zin samenvatten: in alle kringen, waarin men nadruk legt op het „inwendige woord”, of waarin het beschreven Woord van God op den achtergrond geraakt, of waarin men dit op allegorische wijze verklaart, worden vaste kerkelijke regelingen als onchristelijk gebrandmerkt. Maar het gevolg is, dat men is overgeleverd aan menschelijke willekeur. In naam van een zogenaamde „vrijheid” heeft men in werkelijkheid de ware vrijheid, die immers bestaat in de gebondenheid aan Gods Woord, prijsgegeven, om zich nu te krommen onder het juk van menschelijke meningen en opvattingen,- van menschelijke bepalingen en beslissingen, die met de grootste willekeur, al naar het den leiders in den zin komt, worden opgelegd. Daartegen hebben ook wij te strijden. Geen menschelijke willekeur heersche in de Kerk, maar alles geschiede met „goede orde”. Waarin die goede orde is gelegen, zullen wij een volgende keer zien.

A.(Apeldoorn), H.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 1948

De Wekker | 4 Pagina's

Toelichting op de Kerkorde (7)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 1948

De Wekker | 4 Pagina's