Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Groote woorden zijn nog geen groote zaken!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Groote woorden zijn nog geen groote zaken!

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De classis Barneveld (zie „De Saambinder” van 10 Juni j.l.) heeft een uitspraak gedaan, die veel opzien kan verwekken bij allen, die het ernstig nemen met Gods Woord en de belofte van het genadeverbond.
Ds Kok, predikant bij de Gereformeerde Gemeente te Veenendaal, is voor die classis gedaagd, omdat hij verdacht werd van onrechtzinnigheid. Natuurlijk is elke kerk gerechtigd om haar dienaren rekenschap van gevoelen te vragen, als daartoe aanleiding bestaat.
Elk Dienaar heeft door zijn handteekening zich verplicht ten allen tijde de classis verklaring van gevoelen te geven, als zij het van hem vraagt.
Echter is weer eens voor de zooveelste maal duidelijk geworden, hoe de Gereformeerde gemeenten afgedreven zijn in speculatieve begrippenleer, die met de Heilige Schrift moeilijk in overeenstemming te brengen is.
Het gaat niet aan alle uitspraken hier te geven. Laat het genoeg zijn om uit een enkele het geheel te leeren kennen.
De classis Barneveld is van oordeel:

3. dat het verbond der genade in den Raad des Vredes van eeuwigheid is opgericht tusschen God Drieëenig, handelend in den Persoon des Vaders. En Christus, als Hoofd van het Genadeverbond, representeerend Zijn uitverkorenen in den tijd van Gods welbehagen, deze en die alleen door wedergeboorte in het Genadeverbond inlijft, zoodat zij dadelijk bondgenooten worden, in die zin is te verstaan, dat het Genadeverbond terstond ná den val en sindsdien met elk der uitverkorenen, zooals b.v. van Abraham geschreven staat, dat God het Verbond met hem oprichtte.

Als men zulk een uitspraak leest wrijft men zich toch even de oogen uit. „Een verbond in den Raad des vredes opgericht tusschen God Drieëenig, handelende in den Persoon des Vaders.” Dus de Persoons des Zoons en de Persoon des Heiligen Geestes worden hier niet als handelende Personen geëerd!
Ik zal maar niet verder doorvragen, waar zulk een leer op uit loopen moet. Ik weet alleen, dat Origenes ook zoo iets van den Persoon des Vaders heeft geleerd. Maar de ware Kerk is dezen man der inlegkunde nooit gevolgd.
Verder (zie het laatste gedeelte van sub 3): Abraham heeft dus moeten gelooven: Ik richt mijn verbond op met U en met degenen, die Ik tot de zaligheid heb uitverkoren.
Het was dus zoo, dat Abraham hier verstond: om U te zijn tot een God en uw uitverkoren zaad ná U.
Ik dacht, dat Mozes het toch nog iets beter wist, dan de classis Barneveld, want hij was er eerder en dieper bij betrokken. Ik zeg toch niet te veel, dat Mozes wel begrepen zal hebben, wat het verbond der genade was? Of was hij soms ook al Remonstrant? Wij lezen, hoe Mozes het verbond der genade ernstig heeft getypeerd voor de ooren van gansch Israël en dit deed — laat ons dit niet vergeten — met een heenwijzing naar het verbond met Abraham opgericht.
Wij lezen Deutr. 29 :10-13:
„Gij staat heden allen voor het aangezicht des Heeren Uws Gods: Uwe hoofden, Uwe stammen, Uwe oudsten en Uwe ambtslieden, alle man van Israël. Uwe kinderkens, uwe vrouwen, en uw vreemdeling, die in het midden van Uw leger is, van uwen houthouwer tot uwen waterputter toe, om over te gaan in het verbond des Heeren Gods en in zijn vloek, hetwelk de Heere Uw God heden met u maakt, opdat Hij u heden Zich Zelven tot een volk bevestige, en Hij U tot een God zij, gelijk Hij tot u gesproken heeft en gelijk Hij uwen vaderen Abraham, Isaäk en Jakob gezworen heeft.”

Ik kan niet nalaten de kantteekening te lezen, opdat elke lezer kan beoordeelen, of ook onze Vaderen het eens waren met de classis Barneveld der Gereformeerde gemeenten?
De kantteekening schrijft: „dat is tot een volk bevestige, dat het zijne zij, en Hem als een eigendom toebehoore, om den zegen des verbonds te gemeten, en Hem te dienen. Vergelijk boven Hoofdstuk 7 vs 6 en 28 vs 9. Zie Gen. 17 : 7. Zie Gen. 29, vs 12. Dat is met u, die hier zijt, en gelijk Ik aan Abraham voor lang verklaard heb met Uw zaad, met Uw nakomelingen, die nog niet geboren zijn, en heden of morgen zouden kunnen zeggen, dat dit verbond hen niet aangaat. Vergelijkt Handel. 2:39.”

Als wij nu zulk een klare taal des verbonds van onze Vaderen lezen en men legt daarnaast de speculaties van de Gereformeerde Gemeenten, dan behoeven wij toch niet lang te denken, wie de Schriftuurlijke Gereformeerde Verbondslijn volgt, en wie er van afwijkt.
De Gereformeerde Gemeenten met haar zoogenaamde twee verbonden leer moge zich zelf zeer ernstig afvragen, of zij wel een verbondsleer kent? Deze gemeenten speculeeren met een uitverkiezingsleer en redeneeren over verbondsbelofte, die de toets noch van de Schrift noch van de belijdenis kan doorstaan. (Zie Deut. 29, en art. 24 Ned. Geloofsbelijdenis, ook ’t doopsformulier.)
Als wij in één van deze uitspraken lezen, dat de heilige doop de genade en de beloften Gods alleen voor de uitverkorenen verzegelt, dan zoekt men tevergeefs naar een bewijs uit Schrift of confessie.
Zulk een verwrongen verbondsleer moge het „non plus ultra” van de Gereformeerde Waarheid willen toeeigenen, maar zij wordt door de Heilige Schrift veroordeeld, en verfilosofeert een troostvolle leer der uitverkiezing tot een systeem der verschrikking.
Toch zijn wij dankbaar voor zulke gedurfde uitspraken als de Gereformeerde Gemeenten hier gedaan hebben.
Zij kunnen stof bieden voor een samenspreking, die, wat ons betreft, hoe eer hoe liever met Deputaten wederzijds kan zijn.
Of willen Deputaten der Gereformeerde Gemeenten liefst niet met ons samenspreken?
Een dusdanige houding zou al te zeer typeeren, dat GROOTE WOORDEN NOG GEEN GROOTE ZAKEN ZIJN.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juli 1948

De Wekker | 4 Pagina's

Groote woorden zijn nog geen groote zaken!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juli 1948

De Wekker | 4 Pagina's