Begrafenisdienst (VI)

Niet op alle kerkhoven is een kapel of zaal, waarin men samenkomen kan. Dan moet alles op het graf geschieden. En de weersgesteldheid Iaat dikwerf niet toe, dat de dienst daar lang duurt. In elk geval moet die dienst op het graf heel kort zijn.
Korte christelijke toespraken, zeer weinig in getal, moeten aan den dienst voorafgaan, nadat onder het zingen of in stilte de lijkkist is neergelaten in het graf. Dan volgt de dienst.
Een klein Schriftgedeelte kan worden gelezen.
Dan volgt een korte Woordverkondiging. Karakter als boven.
Uitspreken van het Apostolicum.
Gebed. Geen formuliergebed. Zie boven.
Gemeenschappelijk gezang.
Onze Psalmbundel biedt rijke keuze.

De dienst na de begrafenis in het sterfhuis.
Plaatselijke gewoonten beinvloeden soms zeer sterk de taak van den dienaar. Op het platte land komt het vaak voor, dat de familie met de belangstellenden naar een of ander gebouw gaat, een nevengebouw van het kerkgebouw b.v. en daar nog heel lang samen is. De dienaar moet ook hier de leiding hebben en niet, zooals wij het wel eens meemaakten, de begrafenisdienaar. De dienaar des Woords brenge hier niet anders dan het volle Woord Gods tot de overlevenden. Debat late hij niet toe, al kan het hem sterken, dat "de onkundigste geloovige sterker is dan de geleerdste ongeloovige”, zooals ds Van Andel schreef; Vad. Pastorale, 239. Ook nu worde niet een soort levensschets gegeven van den overledene; wel kan hij bij de applicatie van het Woord die overledene op gepaste wijze in herinnering brengen. Het is ook hier niet noodig de aanwezigen één voor één toe te spreken, of enkelen met name te noemen. Hij wake ook tegen het onnoodig en opzettelijk opwekken tot weenen en smartuitingen. Hij is geen gehuurde klaagzanger, noch een effectjager. Hij blijve staan achter Jezus, die is de Opstanding en het Leven, en zijn majesteit over den dood zoo krachtig openbaarde in het huis van Jaïrus, op den weg naar het graf, bij het graf, en in den hof van Jozef van Arimathea den dood overwon.
Natuurlijk moet menschvergoding verre van ons blijven.
Ook nu moet het evangelisatie-element niet verwaarloosd worden. Bij dergelijke gelegenheden hooren velen het Woord, die het anders nooit beluisteren. Het volle Woord des levens worde gebracht. Wij hebben als dienaren des Woords in het sterfhuis en op het graf "niets te zeggen dan alleen op grond van hetgeen God zegt over leven en dood. Voor het andere zijn altijd wel andere menschen — en zoo niet, dan is er dan juist niets verloren”; dr J. Koopmans, Onder Eigen Vaandel, Jan. 1940.
Is er dus een lange dienst na de uitvaart, dan moet die dienst ook Woorddienst zijn. Het is niet noodig, dat na de Woordbediening een reeks van sprekers het woord voert. De dienst behoeft ook niet zoo lang te duren. Natuurlijk kan er na de dienst een familielid iets zeggen; laat ook zulk een toespraak kort zijn. Alles moet met eerbied en orde geschieden. Is de dienst afgeloopen, dan moet de familie alleen gelaten worden.
Is er na de uitvaart geen bijzondere dienst in een of ander gebouw, dan ga de dienaar van het kerkhof mee naar het sterfhuis. Mogelijk is, dat hij nog een begrafenis heeft, of terstond een trouwdienst moet leiden. Een ouderling kan dan hulpdienst verrichten, maar dit moet uitzondering blijven. In het sterfhuis kan hij nu volstaan met Schriftlezing en gebed. Is het gewoonte samen te zingen, dan is er niets op tegen. Maar het moet ook mogelijk zijn. Wanneer 5 of 6 menschen met een zeer bewogen ziel moeten zingen, dan gaat dit heel slecht en het is zeker niet stichtelijk.
Soms is er vóór de uitvaart heel geen dienst; dit keuren wij af.
Wij kunnen dus voor den dienst na de uitvaart deze orde aangeven: (zoo deze geschiedt in een gebouw en een volledige dienst is)
Gemeenschappelijk zingen.
Schriftlezing.
Gebed.
Bediening van het Woord.
Slotzang en slotgebed.
Is er geen uitgebreide dienst, dan kan de dienaar in het sterfhuis volstaan met:
Schriftlezing.
Korte verklaring en toepassing.
Gebed.
Indien mogelijk, kan er gezongen worden.
Wanneer er op het graf, door de weersgesteldheid of om ander redenen, niet gesproken kon worden, dan is er noodzaak tot Woordbediening na de uitvaart.

v.d. M.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen