Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Begrafenisdienst (VIII)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Begrafenisdienst (VIII)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toespraken.
Toespraken tot den doode zijn vanzelf geheel te veroordeelen. Nog altijd worden ze echter beluisterd. Laat men toch beseffen, dat het lijk in het graf niets verstaat. En men ontaardt ook zoo spoedig in het verheerlijken van den overledene.
Een andere vraag is of men al die toespraken moet toelaten. Het is wel droevig wanneer er tien of twaalf sprekers den overledene roemen. Wij moeten daar af.
Stel dat een dienaar des Woords begraven wordt. Die begrafenis moet geen ander karakter dragen dan de begrafenis van het meest eenvoudige gemeentelid. Wie dit niet beseft, doet mee aan menschverheerlijking. Daarom moeten ook al die toespraken worden afgeschaft. Wordt de begrafenis in het kerkgebouw gehouden, dan kan vóór of na dien dienst gelegenheid worden gegeven tot het houden van een paar toespraken. Mits er dan geen toespraken worden gehouden op het kerkhof. Wanneer b.v. een minister begraven wordt is het te verklaren dat de regeering het woord vraagt. De dienaar zorge voor goede orde. Worden er alleen toespraken gehouden op het graf, dan moeten die ook daar tot een paar, twee of drie hoogstens, beperkt worden, en aan den dienst voorafgaan. Het laatste woord is aan het Woord.

Klokluiden. Muziek. Bloemen. Aarde op de lijkkist.
Klokken luiden heeft in een stad niet veel zin. De massa hoort er niets van. Alleen op de dorpen en in kleine steden heeft het zin. B.v. in parochiekerken. Die gewoonte is niet te veroordeelen, maar men moet er geen liturgische handeling in zoeken. Wij kunnen zoo maar niet zeggen: de klok is een weerklank van de stem Gods; v. d. Leeuw, Liturgiek, 112. Is er een klok in het torentje van de kapel op het graf, dan kan die worden geluid. Maar dit klokluiden is een gewoonte, meer niet; een gewoonte, welke niet is te veroordeelen.
Muziek. Waar is: „In het licht van de Heilige Schrift is er niets angstwekkends in den dood voor hen, die het eigendom van Christus zijn. Voor hen is de dood niet een spookbeeld, dat verschrikt, geen despoot, die zijn lompe voet op het mooie levensspel zet en het kapot maakt, geen lage intrigant of usorpator, maar, om het woord van een Engelsche bisschop te gebruiken, een portier, die de deur opendoet, waardoor wij binnentreden in Gods licht en heerlijkheid.” Zoo schreef ds Barkeij Wolf in Timotheus. Deze zaken zijn waar voor Gods kind. Dit houdt niet in, dat Gods kind nooit met de verschrikking van den dood kennis maakt. Verder worde bedacht, dat niet allen, die leden der kerk zijn, Christus zijn ingelijfd; daarom kunnen wij niet van allen zeggen, dat zij door de open deur Gods heerlijkheid ingaan. Niet op al de begrafenissen is er oorzaak tot die hooge blijdschap. Waar is: Vivit; Hij, de Christus, leeft, maar die Christus is voor allen, die buiten Hem sterven, de Rechter, die hen verwijst naar het verderf. Ds Barkey Wolf is een sterke voorstander van muziek op het graf, omdat de geloovige de heerlijkheid ingaat. Hij zou wel willen, dat het muziekkorps van het leger des heils op zijn graf speelde, wanneer zijn stoffelijk overschot aan den schoot der aarde wordt toebetrouwd. En dat tot eer van Hem, die leeft.
Na al wat wij reeds schreven, is het niet noodig daarop nader in te gaan. Wij zeggen niet: Muziek op het graf is zonde; noch treurmuziek, noch vreugdegeluid is op zichzelf te veroordeelen. Maar al deze dingen verdringen het Woord; en zoo zij het Woord niet verdringen, komt het Woord er gemakkelijker door op den achtergrond. Daarom willen wij de muziek op die wijze niet inschakelen in de orde van dienst bij de begrafenissen. Het orgel kan gebruikt worden, waar het aanwezig is.
Bloemen. Ds Barkey Wolf is ook sterk voor bloemen. Hij vindt het onrechtvaardig wanneer men zegt, dat men door die bloemen den dood wil camoufleeren. Een ernstig mensch wil daardoor den dood zijn verschrikking niet ontnemen. Bloemen zijn symbolen van vriendschap, van vreugde; bloemen zijn lichte tolken van blijdschap; zij hooren bij een feestdag. Daarom moeten bloemen welkom zijn op het graf. Dwaas mogen velen dit vinden, maar Gods dwazen zingen van de hemelsche vreugde, zij zijn heilige dwazen. Aldus ds Barkey Wolf. Maar laten wij toch niet vergeten, dat niet allen, die begraven worden de poort der heerlijkheid doorgaan. Waarbij komt, dat het graf toch de groeve der verteering is. Zeker, voor Gods kind is het graf de verkleedkamer, de doorgang tot het eeuwige leven, maar de weg van sterven moet toch worden gegaan. Daarom meenen wij nog altijd, dat de bloemenweelde niet behoort bij het ontzettende van den dood. En om de heerlijkheid van het leven voor Gods kind te vertolken hebben wij geen bloemen noodig; het Woord Gods zegt ons beter en voller en duidelijker dan de bloemen, wat de heerlijkheid van dit leven is. Toen wijlen ds Doorn, die jaren predikant te Den Haag was, begraven werd, dekte een eenvoudige palmtak zijn lijkkist. Dat is te verstaan en te verklaren. Hij liet zijn kinderen dit na: Maar na den dood is ’t leven mij bereid; God neemt mij op in zijne heerlijkheid. De palmtak is in de Schrift symbool van de overwinning.
Aarde werpen op de lijkkist. Dit doen als symbool van: het lijk aan de aarde toebetrouwen, of van: het leven aan God terug geven, veroordeelden wij reeds. Hoogstens zou het ons kunnen zeggen: wij begraven, en de familie dekt de lijkkist allereerst met aarde. Daarna doen ook de anderen iets. Men werpt dan een schopje aarde op de kist. Maar meer kan dit ons niet zeggen. Wij begeeren ook deze gewoonte niet! Laat de christenheid haar afschaffen. Het karakter van een christelijke begrafenis moet in andere dingen uitkomen.

v.d. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 1948

De Wekker | 4 Pagina's

Begrafenisdienst (VIII)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 1948

De Wekker | 4 Pagina's