Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toelichting op de Kerkorde (25)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toelichting op de Kerkorde (25)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In onze kerken gelden omtrent het peremptoir of beslissend examen de volgende bepalingen.
De examinandus moet, voor het examen een aanvang mag nemen, overleggen: a. de beroepsbrief en de verklaring van aanneming; b. bewijs van den goeden uitslag van het examen, waardoor hij beroepbaar gesteld is; c. getuigschrift van de gemeente, waartoe hij sedert het praeparatoir examen behoort. Zijn al deze stukken in orde bevonden, dan aan het examen een aanvang nemen.
Het begint met een preekvoorstel van den examinandus over een tekst, hem veertien dagen tevoren door de Classis opgegeven. Hier zij even opgemerkt, dat in den regel de voorzitter van den kerkeraad der roepende gemeente, meestal in overleg met enkele collega’s, den tekst voor het preekvoorstel opgeeft. Na het uitspreken van het preekvoorstel gaat de classis veelal met gesloten deuren vergaderen, om over de „preek” te delibereren, en te beslissen, of men met het examen al of niet zal voortgaan. Dit laatste geeft aanleiding tot een enkele opmerking.
Nergens wordt voorgeschreven, dat de classis na het preekvoorstel deze deliberatie moet houden. Nergens ook wordt voorgeschreven, dat er na het preekvoorstel een beslissing valt. Men handelt hier louter uit kracht van een oude gewoonte, die alle raison mist. Het houden van een preekvoorstel behoort tot het geheel van het peremptoir examen. Nu behoeft men toch niet na elk onderdeel van het examen te delibereren over het gehoorde, om dan te beslissen, of men al of niet verder zal gaan met het onderzoek? Welnu, men schaffe deze oude, zinloze gewoonte van deliberatie en beslissing na het horen van het preekvoorstel af. Nog nooit hebben we trouwens gehoord, dat na het preekvoorstel besloten werd niet voort te gaan met het examen, al was de preek naar het oordeel des broeders ook nog zoo slecht. In verband hiermede willen we gaarne opmerken, dat het in sommige gevallen ook in het geheel niet behoeft te verwonderen, dat een examinandus het er met zijn preekvoorstel niet zoo best afbrengt. Het gebeurt immers wel, dat een tekst wordt opgegeven, die zóó moeilijk is, en zwaar om te verstaan, dat vele predikanten die in de eerste kwarteeuw van hun ambtsbediening niet gaarne zouden willen behandelen. Krijgt nu een candidaat zulk een tekst voor zijn preekvoorstel, dan behoeft het niemand te verwonderen, dat er weinig of niets van terecht komt. Men houde bij de tekstopgave rekening met het feit, dat een candidaat pas aan het begin staat.
Vervolgens gaat het examen over dogmatiek, geschiedenis en inhoud van de Formulieren, predikkunde, pastoraal, catechetiek en kerkregering. Bezien wij dit lijstje, dan is het wel opmerkelijk, dat hier ontbreken: kennis van den inhoud der Heilige Schrift, waarmee wij bedoelen kennis van den hoofdinhoud der verschillende bijbelboeken, uitlegging of exegese van enkele Schriftgedeelten naar de grondtalen, zooals door het Convent van Wezel reeds werd bepaald, en kennis van de ethiek of christelijke zedekunde.
Wij weten niet, waarom deze „vakken” niet tot het peremptoir examen behoren. Het kan toch niet zijn gelegen in een minder waardering van deze dingen, althans daarin mag toch de oorzaak niet liggen. Ligt de reden dan misschien hierin, dat men zegt: wij vertrouwen, dat de examinandus wel voldoende thuis is in den Bijbel, en dat hij wel in staat is om de Heilige Schrift uit te leggen en dat hij wel verstand heeft van de toepassing der Goddelijke Wet op het leven? Maar waarom dan ditzelfde vertrouwen niet uitgesproken ten aanzien van de kennis der dogmatiek enz.? Vermoedelijk speelt ook hier de kracht der gewoonte een grote rol en heeft men zich nog nimmer rekenschap gegeven van de vraag, waarom genoemde vakken bij het peremptoir examen ontbreken. Het zou aan te bevelen zijn, indien de generale synode de kwestie van het peremptoir examen nog eens rustig ging bestuderen. Zij zou daarbij twee wegen kunnen inslaan. De ene weg zou zijn een uitbreiding van het peremptoir examen met de bovengenoemde vakken, waarbij dan feitelijk ook nog behoort de kennis van de geschiedenis der Christelijke Kerk, vooral die in ons vaderland. De andere weg zou zijn een wijziging en inkrimping van het examen tot (we geven slechts een voorbeeld) de volgende vakken: 1, kennis van den inhoud der Heilige Schrift in den bovenaangeduiden zin; 2. uitlegging van de Heilige Schrift volgens den grondtekst, waartoe enkele weken tevoren enkele hoofdstukken kunnen worden opgegeven; 3. kennis van de dogmatiek, waarbij voornamelijk betrokken wordt de inhoud van de Belijdenisgeschriften en van de Liturgische formulieren; 4. kennis van de gereformeerde ethiek. De practische bekwaamheid in het prediken zou moeten blijken uit een te houden preekvoorstel.
Voor de overige vakken zou men genoegen kunnen nemen met den gunstige uitslag van het praeparatoir examen aan de Theologische School. Of de synode voor een dergelijke regeling, die natuurlijk nader omschreven, geformuleerd, moet worden, en die gewijzigd en aangevuld kan worden, iets zal voelen, weten we niet. Laten de ambtsdragers, inzonderheid de predikanten, een en ander eens rustig overwegen!

A.(Apeldoorn.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 januari 1949

De Wekker | 4 Pagina's

Toelichting op de Kerkorde (25)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 januari 1949

De Wekker | 4 Pagina's