Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pastorale Brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pastorale Brieven

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beste Vriend!
We hebben nu tot dusver stil gestaan bij de drie vereischte gegevens om een ware Avondmaalganger te zijn.
Op deze drie behandelde kenmerkende punten dient dus een nauwgezet zelfonderzoek vóóraf te gaan, want mist men die, dan is voor dezulken het Avondmaal niet ingesteld. Dan wordt een zodanig mensch niet geroepen tot dezen H. Disch. Alle zgn. „kerkelijke” vonden moge men dan zoeken, om dit te ontkennen; maar het is en blijft, dat dezulken die deze dingen niet in zich bevinden, zich van de tafel des Heeren zullen onthouden, opdat hun gericht en verdoemenis niet des te zwaarder zij. Houd op met al die droggrondelijke advocaterij( want dat is het; meer dan Godvreezendheid) als uit kracht van gehoorzaamheid b.v.; want de gehoorzaamheid hier vereischt, moet er ene des geloofs zijn; gehoorzaamheid n.l., omdat we krachtens het leven Gods in ons, en wegens het waarachtig niet slechts in, maar „van” het verbond te zijn, tot deze dingen geroepen zijn.
Wel liggen we onder het opeischende recht Gods op ons; maar van onbegenadigde menschen eischt God geen zoodanige zaken die alleen mèt genade bestaan; dan zou men alleen mogen spreken van den eisch die aan de waarachtige godvruchtige Avondmaalviering vóóraf dient te gaan, nl.de eisch van eerst bekering tot God. Daarom is men dan ook anderzijds met een beroep op onze onbekeerdheid niet klaar, om . . . àf te blijven. Wie geen gestalte heeft om Avondmaal te vieren, heeft ook nog geen gestalte om te sterven.
Deze zaak moet eerst in het reine komen. Geldt het ons als kinderen des Verbonds, dan dient eerst onze verhouding tot dit verbond een Gode welgevallige te zijn geworden, aleer men de tekenen en zegelen van dit verbond zal mogen gebruiken. Let wel op, het gaat dan niet over de vraag, of de sacramenten niet tot het Verbond behoren, maar óf men deze tekenen en zegelen des verbonds mag gebruiken, anders dan op een wijze, welke correct en in wezen naar den inhoud en het wezen en het bedoelen dezes verbonds is; eerst dàn moge het een verbondmatig gebruiken heten. Anders verklaar ik u, dat ge het woord van God: „zij hebben mijn verbond op hunne lippen maar hun hart houdt zich verre mij”, op u zelf toepast, en de toorn Gods over u haalt. Er zou toch van zulk een toorn geen sprake kunnen zijn, als het met „uitwendige” vormelijkheden of gemoedelijkheden „klaar gespeeld” zou kunnen worden. Het zijn heilige sacramenten, beste vriend, en dies zult ge de heilige dingen van de kinderen Israéls niet ont-heiligen. Als al wat maar vormelijk en kerkelijk in de pas loopt, maar inmiddels inwendig het leven miste, toch maar zou mogen aanlopen, dan was daarmede de echte, ware, godzalige inhoud en zielsgenieting van het aangaan met één van zijn heilige betekenis en dies van zijn kracht tot geloofsversterking beroofd.
Worden deze dingen niet grondig behandeld, en ook op de kansels met name in de voorbereiding voor ogen gesteld, dan zullen daardoor de nodige ware en echte zielswerkzaamheden allicht worden… gestremd; en wordt het . . . de dood in den pot!
De zonen der profeten werden het nog gewaar, dat de dood in den pot was; maar tegenwoordig (in allerlei kerken) is die „dood” er evenzeer, maar men „proeft” het niet eens in velerlei kringen.
Zoo komt makkelijk de man zonder bruiloftskleed de „feestzaal” binnen. Dat zijn dan niet de directe inbrekers van buiten af; maar de geroepenen en genodigden (tot op zekere hoogte), maar die zulke nodiging durven op te volgen zonder aan de voorschriften des Koninklijken hofs, geldig bij zulk een banket, zich te storen.
De volgende maal D.V. over dien man nog een woord afzonderlijk.
Met hartelijke broedergroeten uw u toegenegen . vriend . en broeder. in Christus.

Doorn, Februari 1949.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 februari 1949

De Wekker | 4 Pagina's

Pastorale Brieven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 februari 1949

De Wekker | 4 Pagina's