30 April

Deze datum was gepasseerde week de feestdag, en de Oranjedag, en de Koninginnedag in het midden van Neerlands volk, dat den God der vaderen dankt, Die onze Vorstin Haar jaardag deed beleven.
Bijna geen tweede land, waar de historische traditie van de kroon zoo gevoelig tot het hart van het volk spreekt als in ons land.
Het democratisch socialisme van dezen revolutionairen tijd waardeert geen kroon of het moest zijn als ornament. Het staat te vreezen, dat in toekomsttijden er geen kronen meer zullen blinken. Het verzinken spreekt nu al meer, dan het blinken van kronen. Daarom is het zulk een groot geschenk van den Heere, dat op Neerlands bodem nog een troon staat, en dat deze nog altijd de troon der Oranjes is, van het doorluchtig geslacht, dat met zooveel teedere banden aan ons volk is gesnoerd.
De eerste wereldoorlog gold de tronen van Europa.
De tweede wereldoorlog in zijn dictatoriaal bedoelen heeft zelfs de troon van den Mikado, den Koning van Japan, doen wankelen.
De derde wereldoorlog zal elke troon omver werpen, waarboven nog te lezen staat: bij Godes gratie.
Heeft onze Koningin Juliana daarvan iets doorvoeld, toen Zij bij haar kroning zoo indrukwekkend sprak: Wie ben ik, dat ik dat doen mag?
De moderne Democratie, verstaat noch peilt het het princiep van dit goddelijk Majesteitelijke, dat in kroon en troon spreekt.
Ten hoogste is voor het socialisme troon en kroon een symbool, en een regeerend Staatshoofd een mandataris van een souverein parlement.
Kronen en tronen hebben hier geen principieele beteekenis; zij kunnen en moeten ten slotte verdwijnen.
Wij hopen en bidden, dat kroon en troon der Oranjes in hun historische beteekenis voor Neerlands volk nog jaren blijven gevestigd en dat onze Koningin Juliana nog vele jaren draagster van het souverein gezag in ons staatsbestel moge zijn.
Worde het Haar gegeven den dag spoedig te zien dagen, die aan de internationale verwikkelingen en aan het brandend Indisch vraagstuk een betere en vastere toekomst waarborgt, want het bloed, dat thans vloeit in Indië moet voor Hare Majesteit gelijk voor heel ons volksleven een donkere bladzijde bij de feestcantate zijn.
God zegene Hare Majesteit en Haar doorluchtig Huis tot Heil van volk en Land.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen