Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gesprek over: het zingen van onze psalmen II

Bekijk het origineel

Gesprek over: het zingen van onze psalmen II

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het laat zich begrijpen, dat vele organisten van onze artikelen kennis namen. Het is onze lezers wel bekend, dat wij ook een vereeniging hebben van organisten in de Chr. Ger. Kerken. Deze vereeniging stelt zich het schoone doel de gemeentezang op te voeren, op hooger peil te brengen; naar zij hoopt en bedoelt: tot eere des Heeren. Dat doel is dus schoon. Wij wijzen er gaarne op. Niemand meene, dat deze vereeniging niet anders wil, dan wat vlug en „nieuwerwets” zingen. Laten wij nu niet „onverhoord” oordeelen en veroordeelen. Alleen wanneer wij denken als de farizeeër zullen wij de opmerkingen van anderen zonder meer naast ons neerleggen.
Een andere kwestie is deze: kunnen wij volgens ons psalmboek beginnen op heele en halve noten te zingen. Van muziek weet ik, helaas, niet veel af, en daarom waag ik mij niet aan een oordeel over dergelijke kwesties. Wij moeten o.i. letten op rhythme en dan is er veel meer aan de orde dan heele en halve noten. Maar zoover zijn wij immers niet. Voordat al deze dingen aan de orde komen moeten wij spreken over berijming en melodie. En dat vraagt ontzaglijk veel. Dan moeten wij niet vergeten, dat deze zaak een zaak der kerk is. Geen particulier heeft in deze zaak de beslissing te nemen.
Over muziek wordt verschillend geoordeeld. Weinigen zijn bekwaam om goede stukken te beoordeelen. Daarom is het oordeel soms zoo dom. In verband daarmee kunnen wij begrijpen de vraag: Wordt kerkmuziek op de theologische scholen wel gedoceerd? Zoover mij bekend is, wordt de kerkmuziek niet gedoceerd op de theologische scholen. Dat is ook geen kleine zaak. Een der correspondenten beveelt aan het boek van Dr Bern. Kempers. Ik beken eerlijk dat boek nog niet gelezen te hebben. Maar wij zullen hopen, dat ik er nog eens de gelegenheid voor kan vinden. Misschien zendt iemand mij het boek alvast als een cadeautje voor mijn verjaardag! Bij voorbaat vriendelijk dank.
Dat vele organisten een goede opleiding missen, is bekend. Maar onze organistenvereeniging zoekt ook in dit opzicht verbetering.
Wij gelooven niet, dat Calvijn mee oorzaak is, dat de kerkmuziek in verval gekomen is. Bewijzen daarvoor lazen wij niet.
Juist is, dat van rhythmisch zingen geen sprake kan zijn, zoolang er geen organisten zijn, die opgeleid zijn tot hun taak. Ook de gemeente heeft in dat opzicht opvoeding en leiding noodig. Maar de gemeente kan ook zonder orgel goed rhythmisch zingen.
Dankbaar ben ik over de instemming van veel, dat wij schrijven. Een der correspondenten schreef over ons vierde artikel zeer gewaardeerde opmerkingen. De eerste bewees, dat hij ons niet goed begrepen heeft. Wij schreven niet, dat anderen ontkennen wat wij over „natuurlijk” zingen schreven. Wij schreven: Rhythmisch zingen is niet onnatuurlijk. Maar de berijming van de Psalmen en de melodie moeten zóó zijn dat rhythmisch gezongen kan worden. En het tempo moet er mee overeenstemmen. Anders wordt het rhythmisch zingen, naar het ons voorkomt, onnatuurlijk.
Onze correspondent wijst er op, dat niemand der voorstanders van rhythmisch zingen zal zeggen: „zuiver subjectieve meening”. Zij streven dat juist na. Prachtig, Wij vreesden slechts, omdat wij eigenlijk volslagen leek zijn t.o.z. van muziek en melodie, dat onze meening zoo beoordeeld zou kunnen worden. Wij zijn daarom onze correspondent dankbaar voor deze opmerking. Wij hebben dus juist geoordeeld.
Een volgende opmerking is juist. Wij schreven dat de ziel van Gods kind niet altijd ingesteld is om zuiver rhythmisch te zingen. Deze zin was inderdaad te algemeen. Wij stemmen toe, dat zingen in vlug tempo onderscheiden moet worden van rhythmisch zingen. Rhythmisch zingen behoeft werkelijk niet vlug te zijn. Beter doen wij dus dit goed te onderscheiden. Inderdaad bedoelden wij dat alle Psalmen niet even vlug gezongen kunnen worden. Verder moeten wij niet vergeten dat Gods kind zich bij het zingen van de Psalmen niet altijd ten volle rekenschap kan geven van rhythme enz. Dankbaar ben ik voor de citaten van de vakmannen. Begrepen is nu wel, dat deze laatste opmerkingen van ons geen veroordeeling zijn van het rhythme in het zingen, Rhythme is, aldus onze correspondent, de natuurlijke uitingsvorm van gevoelsontroering, van leven. Zo gezien is de bewogen, levende, de rhythmische zangmethode inderdaad voor de levende ziel natuurlijk, is de ziel van Gods kind, wanneer (zij) gedrongen (wordt) tot zingen, altijd ingesteld om dit rhythmisch te doen. Laten wij daarbij niet vergeten wat wij schreven over „zingen”. Er is goddelijke bewogenheid noodig om recht te zingen. „Levende ontroering” in den vollen zin.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1949

De Wekker | 4 Pagina's

Gesprek over: het zingen van onze psalmen II

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1949

De Wekker | 4 Pagina's