Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat is bevinding? V

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat is bevinding? V

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie dus met den levenden God wandelt, heeft ervaringskennis van Hem en zeker bevinding van het werk des Geestes in zijn hart. Dan is onze levenswandel ook een machtige preek voor ons geslacht en midden in de beproeving ervaren wij, dat de Heere in ons Zijn werk in stand houdt; wij krijgen bevinding der echtheid van ons geloof. Dat alles is wat anders dan een beetje vroom praten over dien levenden God en Zijn heerlijken Christus, die ook zijn ontzaglijk wee u! deed horen. Als er geloofsgemeenschap met God en Christus is, dan is er ook kennis, ervaring, bevinding van: Maar mij aangaande, het is mij goed nabij God te wezen; ik zet mijn betrouwen op den Heere, HEERE, om al Uwe werken te vertellen, Ps. 73 : 28. Het nabij-zijn houdt van zelf in een zeer dicht verkeren in de nabijheid Gods. De HEERE is dan in zijn gunst genaderd, afgedaald tot ons, openbaart Zich in ons, en onze ziel wordt getrokken en nadert tot Hem, Dan is God, de Heere, HEERE — let op de drie Godsnamen in dit vers — zó dicht bij mij, en ben ik zó dicht bij Hem dat mijn geloofsoog open is voor Hem, voor zijn liefde, zijn heilswoord, dat spreekt van de genade der verzoening in den Christus; dan luistert mijn geloofsoor naar zijn Woord, vangt het op de heilstoezegging voor ellendigen; dan merkt mijn ziel op welk antwoord Hij geeft op het gebed en verstaat zij als Hij spreekt: Ik ben uw heil; dan wordt het hart ontroerd door die dichte gemeenschap, het drinkt het water des levens in, wordt vervuld met geestelijke vreugde en rust in den Heere. Al wat scheiding maakte en maakt is dan weggenomen door den Middelaar, Rom. 8 ; 1 v.v.
Uit deze volheid wordt de ziel bediend. Dan sta ik niet met mijn rug naar Gods heiligdom, maar ben ik over den dorpel binnen gegaan. Dan ben ik een „groot beest” in eigen oog voor God, maar voel ik ook zijn liefdehand en weet ik, dat Hij mij leidt, naar Zijn raad, tot heerlijkheid. Dan, en daar is het mij goed en geniet ik het zaligst lot.
Daar breek ik en word ik ontledigd, daar sla ik mij op de borst en bid ik, als de tollenaar, belijd en ervaar ik als Asaf; daar wordt mijn twijfel verdreven, mijn geloof versterkt om het krachtig te beoefenen; daar valt Gods licht op mijn weg en zijn werk in mij; daar wordt het loswoelend ongeloof tot zwijgen gebracht en sterven de boze klachten; daar worden de wortels van doodslag, als nijdigheid, uitgerukt en de zonde overwonnen; daar belijd ik mijn misdaden, na ernstig overleg, maar mag ik ook aanschouwen het verzoende aangezichte Gods in Christus en ervaren als kind tegenover Hem te staan; daar vindt mijn angstig en zoo vaak geplaagd hart rust, ben ik veilig, kunnen de giftige pijlen van satan mij niet treffen en de strikken van den booze mij niet vangen. Daar bouw ik mijn toevluchtsoord op den Heere, HEERE, om al zijn werken te vertellen, Dan heb ik bevinding in den zin van ervaring en beproefdheid.
Zulk een nabij-God-zijn wordt niet gekend zonder de geloofsgemeenschap met Jezus Christus. De Heilige Schrift leert ons dit duidelijk. Die, maar die ook alleen, is een nieuw schepsel, die in Christus is, 2 Kor. 5 : 17, die door het geloof Hem is ingelijfd. Zulk een leert den Heere Jezus ook kennen, Joh. 17 : 3, omdat hij openbaring van Hem ontvangt, Joh. 14 : 21; vgl. Gal. 1 : 15, 16.
De uren in zijne gemeenschap doorgebracht, worden niet vergeten, Joh. 1 : 40. Op die wijze wordt de geloofsgemeenschap met Jezus ervaren. Als ik met iemand veel omga in mijn leven, dan leer ik hem steeds beter kennen; in den omgang openbaart hij steeds duidelijker wie hij is. In de omgangskennis leeren wij den Heere Jezus kennen. Maar dan moeten wij eerst met Hem in gemeenschap staan, in Hem zijn, in de nauwste gemeenschap met Hem leven, gelijk de rank met den wijnstok, de ent met den nieuwen stam, de wortel met de aarde. Die inlijving werkt de Heilige Geest door het Woord. In de ure der wedergeboorte doet Hij dit en werkt dit bevindelijk in het leven uit. Opmerkelijk is dat wij in .Gal, 1 : 15a en 16a lezen, dat God zijn Zoon in Paulus openbaarde; in-Joh. 14 : 21, dat Jezus Zich in de zijnen openbaart. Wij hebben van zelf alleen na te gaan of de teksten ons ook iéts leeren in betrekking tot ons onderwerp. Kunnen wij ook nu nog spreken van openbaring van Jezus Christus in de ziel ? In Gal. 1 : 16 hebben wij het woord openbaren. Het behaagde God, zijn Zoon in Paulus te openbaren. Dit behagen wijst op het doen van den Heere in zijn gunst en op de verwerkelijking van zijn Raad. Hij openbaarde zijn Zoon; het deksel, de sluier, die den Zoon voor Paulus verborgen hield, werd weggenomen, maar ook de blindheid in Paulus. Openbaren houdt dus ook in, dat Palus zaligmakende kennis ontving van Jezus Christus. De openbaring aan Paulus was dus een uitwendige verschijning van Jezus Christus, maar tevens een innerlijke openbaring in den apostel, 2 Kor. 4 : 6, zodat hij inderdaad den Heere Jezus leerde kennen tot zaligheid, en zijn zielsoog openging voor de heerlijkheid van den Messias. Maar zegt zulk een openbaring ook ons iets, of heeft die alleen betekenis gehad voor Paulus?
Al wat geschreven staat, ook dit woord, is tot onze lering geschreven. Wanneer wij den Heere Jezus leren kennen, is dit dus allereerst een daad des Vaders, naar zijn welbehagen, een vervulling van zijn Raad. Ook voor ons slaat er dan een uur, waarop wij later terugzien en zeggen: Toen behaagde het den Heere ook in mij zijn Zoon te openbaren. Nu moeten wij niet vergeten, dat wij de Christusopenbaring hebben in het beschreven Woord van God. Die openbaring is onvergelijkelijk rijk. Die openbaring aan ons, kan ook veel in ons nalaten, zonder zaligmakende vrucht, In de tijdgelovigen zien wij dit; Matth. 13 : 20, 21; Hebr. 6 : 4-7. Wij hebben nodig, dat de Heere door den Heiligen Geest, die het Woord toepast, onze blinde zielsogen opent. Die Geest wederbaart, lijft den Christus in, en opent de blinde zielsogen voor den in de Heilige Schrift geopenbaard en Christus. Daaraan gaat in orde vooraf en verder mee gepaard de opening der zielsogen voor eigen diepe ellende en het leren kennen van den Heere in Zijne heilige en heerlijke deugden. Alles in beginsel. De ziel wordt overtuigd, overgebogen, verbroken, vernederd en vertederd. Saulus van Tarsen verstond op den Damascusweg, dat hij het mis had en heel zijn levensbeschouwing dwaasheid was. Niet door de werken der wet, maar door de genade Gods alleen kon hij worden gered. Jezus Christus, de Nazarener, dien hij wilde weghaten, is de ware Verlosser. Wanneer het den Heere behaagt zijn Zoon in ons te openbaren, dan leren ook wij ons zelf kennen als zulk een blinde, zulk een hater en vervolger, die blind en dood is van nature en zonder God in de wereld.
Maar dan openbaart ook de Heilige Geest ons de heerlijkheid van den Christus. Het volle licht gaat niet ineens op. De Heere werkt ook in dit opzicht naar zijn welbehagen. Naarmate wij b.v. onze schuld leren kennen, leert de Heilige Geest ons de noodzakelijkheid van den Borg verstaan. Bij meerder licht zien wij Hem van verre, daarna treedt deze beminlijke Vorst al klaarder naar voren voor ons zielsoog. Nu weten wij wel, dat niet allen, die uitverkoren zijn ten leven, als Saulus gegrepen worden. Maar wel zullen allen ondervinden, dat de Heere hen neerwerpt, gebroken en hulploze mensen maakt, die met verbrijzelde harten, als nieuwgeboren kinderen leren roepen tot God uit de diepte van ellende. Allen zullen ook leren verstaan; U dan, die gelooft, is Hij (de Christus) dierbaar, 1 Petr. 2 : 7.
Wanneer er in Joh. 14 : 21 gezegd wordt, dat Jezus Zichzelf in de zijnen openbaart, dan wordt er voor openbaren wel een ander woord gebruikt in den grondtekst, maar de lering voor ons raakt toch weer die openbaring van Jezus Christus. Christus zal zichzelf zichtbaar maken, vertonen, zich zó in ’t licht stellen, dat Hij gezien, gekend, geliefd, geloofd en gehoorzaamd wordt. Het behaagt Gode Hem te openbaren en Hij, Jezus, treedt in het licht. Iets van zijn volheid leren zijn liefhebbers dan kennen. Hij doet hen verstaan, laat hen gevoelen, door Woord en Geest, dat zij tot Hem in een bijzondere betrekking staan, delen in zijne liefde, door Hem zijn gekocht en worden gezaligd. Dan wordt zijne kostelijke gemeenschap genoten; dan gaat er kracht van Hem uit en ervaren zij iets van zijne ambtelijke bediening; dan ontvangen zij telkens nieuwe toepassingen van zijn heil en zalige vertroostingen, waardoor zij ondervinden, wat Hij voor hen verwierf. In dagen van druk en leed, sterken de uitlatingen van zijne liefde; als zij dreigen weg te zinken, houdt de kracht van zijne genade hen staande; in de zeef van Satan leren zij, dat Hij voor hen bidt; en als zij voor den heiligen Rechter staan, aangeklaagd, met het vonnis der veroordeling in zich, ervaren zij, dat die Borg voor hen tussentreedt. In hen wordt Hij zo liefelijk geopenbaard, dat zij uitroepen: Al wat aan Hem is, is zeer begeerlijk; zulk een is mijn Liefste. De Heere schenkt zich weg en geeft onze ziel kracht des geloofs om Hem te omhelzen en te mijnen. Hij doet ons dan ervaren in welke betrekking Hij tot ons staat, wie Hij voor ons was, is en blijft in zijne onveranderlijke liefde. Wij zijn arm, ellendig, nooddruftig, naakt, maar zijn toekomst is het, welke ons heil volmaakt. De dag van dit leren kennen, wordt niet vergeten, Joh. 1 : 41; 42. Hoe heerlijk zijn de uren in gemeenschap met Jezus.
Wij luisteren naar zijn onderwijs; wij ervaren zijne liefde, wij drinken van het water des levens en eten het hemelse manna; wij delen in zijn licht en weten ons discipel van Hem. Hij maakt ons deelgenoot van de geestelijke goederen, troost ons met zijne beloften, leidt ons de heil geheim en van het verbond der genade in en doet den verborgen omgang met God smaken. In de vuuroven der beproeving blijft Hij bij ons en doet ons zijne nabijheid ervaren. Op die wijze zullen wij in ons bevinden het werk des Heiligen Geestes en verzekerd worden van de beproefdheid van ons geloof. Naar de Schrift.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1949

De Wekker | 4 Pagina's

Wat is bevinding? V

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 oktober 1949

De Wekker | 4 Pagina's