Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkelijk stemrecht voor de vrouw?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkelijk stemrecht voor de vrouw?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerkelijk stemrecht voor de vrouw?

Naar aanleiding van wat ik onlangs schreef over het niet ambtelijk mogen optreden van de vrouw in de kerk, vroeg een Zr. of het op grond van de Schrift vaststaat dat de vrouw ook geen stemrecht mag hebben in de gemeente des Heeren.

Deze aangelegenheid is niet zo eenvoudig als die van de ambtelijke positie van de vrouw. Daarbij toch hadden we te doen met nadrukkelijke uitspraken van de Schrift. Dit is echter niet het geval bij deze tweede kwestie.

Wij kunnen niet zeggen dat in het N.T. het deelnemen van de vrouw aan de verkiezing van ambtsdragers verboden wordt. Het staat echter evenmin vast of de, N. Testamentische praktijk dit deelnemen van de vrouw aan de verkiezing gekend heeft. Eigenlijk weten wij van de manier van verkiezing zelf heel weinig. En daarom kunnen we ook niet zeggen dat de N. Testamentische orde het deelnemen van de vrouw aan de verkiezing eist.

Wij moeten in deze aangelegenheid dus redeneren en concluderen vanuit de gegevens, die de Schrift ons biedt.

En dat is niet zo heel gemakkelijk.

Allereerst toch komen we hier voor de vraag: volgt uit het positieverschil tussen man en vrouw, een verschil dat naar Gods orde bestaat, nu, dat zij in het algemeen van elke handeling in de gemeente uitgesloten is? Is zij altijd en overal in de man begrepen? En moge dit voor de gehuwde vrouw al zo wezen, geldt dit ook voor de ongehuwde en zelfstandige vrouw. Is zij alleen om het feit dat zij vrouw is, absoluut uitgesloten van enige invloed bij de verkiezing van een predikant en ambtsdragers?

Geldt dit „in de man begrepen” alleen voor de gehuwde vrouw en is er mogelijk voor de ongehuwde zelfstandige vrouw een uitzondering?

Met deze vragen komen we niet zo spoedig klaar.

Uiteraard wijzen wij hier absoluut af de revolutionnaire gedachte van de totale gelijkheid van man en vrouw. En ook de uitwissing van de organische opbouw van het leven. De revolutionnaire gedachte rekent alleen met individuen, die absoluut gelijk zijn. Zo is het in.de kerk niet en nooit.

Men mag dit ook niet concluderen uit Gal. 3 : 28. Daar wordt wel gezegd dat het deelgenootschap aan de goederen der genade voor man en vrouw gelijk is, maar niet dat daarom nu ook hun positie gelijk is.

Een andere vraag is echter: hoe staat de vrouw in het ambt der gelovigen? En als zij daarin deelt brengt dit dan niet mee dat zij ook mag deelnemen aan de verkiezing en op deze wijze dit ambt der gelovigen uitoefenen.

Dat de vrouw ook het ambt der gelovigen draagt, is wel zeker. Men is het er echter niet over eens of dit ambt zonder meer ook het stemrecht meebrengt dan wel of dit nog weer een bijzonder recht is dat niet zonder meer aan alle gelovigen wordt verleend. Het laatste valt op grond der Schrift m.i.z. moeilijk te bewijzen.

De vraag blijft hier dan over: in hoeverre treedt de vrouw in het ambt der gelovigen krachtens haar scheppingfipositie als vrouw, achter de man terug en komt haar niet toe het enige invloed oefenen op de gang van zaken.

Dat de vrouw niet geheel en al uitgesloten wordt bij de verkiezing van amtbsdragers blijkt hieruit, dat haar wel het recht van approbatie toekomt. D.w.z. wannéér de ambtsdragers gekozen en benoemd zijn, en de gemeente voorgesteld worden, dan heeft de vrouw individueel wel het recht bezwaren in te brengen en is een bezwaar van haar even ontvankelijk als van een man. Hier gaat zij dus blijkbaar niet achter de man schuil naar de opvatting van het kerkrecht.

Men grondt dit op de gedachte dat deze approbatie niet zozeer een daad is als de verkiezing. Deze redenering wordt dus wel zeer ingewikkeld.

Heel sterke nadruk krijgt bij deze vraag naar het stemrecht der vrouw de kwestie of de daad van verkiezing van ambtsdragers een regeerdaad is dan wel het geven van een advies aan de kerkeraad, die degenen die de gemeente verkiest, dan later benoemt.

De tegenstanders van het kiesrecht voor de vrouw verdedigen sterk dat het een beslissende regeerdaad is, terwijl de voorstanders alle klem leggen op het niet absoluut beslissend karakter van een verkiezing van ambtsdragers door de gemeente.

Deze zeer theoretische vraag kan moeilijk met gegevens uit de Schrift beantwoord worden.

Nu deze kwestie zo staat is het begrijpelijk dat de praktijk heel verschillend is. Er zijn kerken waar de vrouw stemrecht heeft en waar men het heel gewoon vindt. Onder de Ger. gezindheid in ons vaderland heeft de vrouw het stemrecht niet. Wel heeft indertijd de Geref. kerkeraad van Zandvoort zelfstandig (in 1921) het besluit genomen de zusters der gemeente stemrecht te verlenen. Daardoor is de zaak op de Generale Synode der Ger. Kerken gekomen en besliste deze in 1930 o.a. „dat voorts het overtuigend bewijs, dat de Schrift het vrouwenkiesrecht eist, niet is geleverd, maar dat de gegevens welke zij ons biedt, veeleer tegen dan daarvoor schijnen te pleiten, besluit: aan de vrouwelijke lidmaten der gemeente het kiesrecht in de kerk niet toe te kennen.”

Dat deze beslissing echter niet het einde van alle tegenspraak is blijkt wel uit het feit, dat nu de zaak van het vrouwenstemrecht in de kerk weer in onderzoek is bij de Geref. kerken. Er zal weer een rapport over uitgebracht worden.

Dit is begrijpelijk als we weten dat er destijds een sterk minderheidsrapport was dat pleitte voor het toekennen van het stemrecht in de kerk aan de vrouw.

Voor wie onder ons de praktijk echter gadeslaat schijnt deze zaak heel niet urgent te zijn. Onze zusters spreken er weinig over. Moeten we daaruit concluderen dat zij het gemis van het stemrecht in het geheel niet als een gemis aanvoelen?

Als zij mij hierover hun mening eens willen schrijven zal ik dat zeer op prijs stellen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 december 1949

De Wekker | 4 Pagina's

Kerkelijk stemrecht voor de vrouw?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 december 1949

De Wekker | 4 Pagina's