Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hij zal zijn kudde weiden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hij zal zijn kudde weiden

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij zal zijn kudde weiden gelijk een herder, Hij zal de lammeren in zijne armen vergaderen en in zijn schoot dragen, de zoogenden zal Hij zachtkens leiden. Jesaja 40 :11

Wat al heerlijke profetieën waren er van den Christus, voor zijn komst in het vleesch, door de profeten in den Naam des Heeren reeds gesproken. God Zelf had, gelijk onze Catechismus zoo schoon uitdrukt, het allereerst het Evangelie van Zijn komst in het vleesch, in het Paradijs geopenbaard, en het daarna laten verkondigen door de Patriarchen en Profeten. En wat al heerlijke dingen waren van Dien Christus gesproken. In al de schoonheid van Zijn ambt en werk is Hij ons van te voren reeds ten voeten uit geteekend.
Maar ook werd de komende Christus dikwerf onder allerlei beelden voorgesteld. Een zeer geliefkoosd beeld, voor den Messias gebruikt, is het beeld van den herder. Zoo wordt Hij ons ook geteekend in onzen tekst. Liefelijk beeld, mogen wij wel zeggen! Vooral voor den oosterling zoo duidelijk verstaanbaar. Immers, het Israëlitisch volk was van huis uit een herdersvolk. Zoo kon het al de kracht van dit beeld verstaan. Maar ook voor ons is het een lieflijk beeld, als wij ons het maar even indenken.
Een herder is in de eerste plaats niet te denken zonder kudde. Zoo wordt ook in onzen tekst geprofeteerd van den Herder, Christus en Zijne kudde. Zoo toch zegt de Profeet: „Hij zal zijn kudde weiden gelijk een herder!" Wie tot Zijn kudde behooren, zegt de Schrift ons als 't ware op elke bladzijde. Het zijn zij, die Hem gegeven zijn van den Vader, die Hij door zijn bloed gekocht heeft, en door Zijn Geest heeft vernieuwd, zoodat zij, ontdekt aan zich zelf, als schuldigen en verlorenen zich hebben leeren kennen, maar ook, met al hun schuld en zonde tot Christus de toevlucht hebben genomen.
Dat zijn de kenmerken, waaraan de schapen van Jezus' kudde zichzelf, maar ook elkander kunnen herkennen. Lezers kunt gij die kenmerken reeds bij u zelf opmerken? Dat toch is noodig, zullen wij de heerlijkheid van deze profetie verstaan en den troost er van genieten. O, laten wij ons zelf onderzoeken. Als wij als schapen bij Christus' kudde mogen behooren, geldt ook ons deze lieflijke toezegging, dat Hij zijn kudde zal weiden als een herder.
Wat wil dat zeggen? Het wijst ons op de nauwlettende zorg, die Hij aan zijn kudde zal besteden. Christus, als de Herder, heeft zooveel zorg voor Zijn schapen gehad, dat Hij eerst Zijn leven heeft gesteld voor Zijne schapen, toen Hij ten koste van zijn bloed, hen voor tijd en eeuwigheid kocht, en hen alzoo gered heeft van den drievoudigen dood, waarin zij nederlagen.
En welk een zorgzame Herder is Hij ook daarna voor hen.
Dat zegt ons het woord van onzen tekst inzonderheid. Somtijds moest in het Oosten, ook aan een ander, voor een oogenblik de zorg over de kudde toevertrouwd worden. Maar zooals een herder kon geen vreemde de kudde leiden, omdat de schapen hem niet eigen zijn. De huurling heeft niet de rechte zorg voor de schapen. De ware herder toch stelt zelfs zijn leven voor de schapen. Als wij dus lezen dat de Zaligmaker zijn kudde zal weiden als een herder, beteekent dit, dat Hij met zijn nauwlettende zorg, gelijk een herder, dien zijn kudde ter harte gaat, voor al zijn schapen zal zorgen. Wijl Hij ze gekocht heeft met den duren prijs zijns bloeds, zocht Hij voor hen de goede landouw uit, doet ze nederliggen in grazige weiden, voert ze soms aan zeer stille wateren, zoodat zij verzadigd en gedrenkt worden, en onder Zijne bewaking rustig mogen nederliggen. Zoo beveiligt Hij hen tegen de aanvallen van het roofgedierte, dat hen wil verslinden. Immers de zonde, de wereld en de vorst der duisternis loeren op hen om hen te verderven. Kent gij dien drievoudigen vijand niet, o, gij schapen van Christus? Ach, soms schijnt het of Christus' schapen aan dezen vijand ten roof zullen worden. Maar evenals David zijn schapen redde uit den muil van leeuw en beer, redt ook de Groote Herder zijn schapen, al moet Hij ze soms uit den muil des leeuws wederhalen, zoodat zij met Paulus mogen roemen: „Ik ben uit den muil der leeuwen verlost!" En als zij, wat ook dikwijls geschiedt, van de kudde afdwalen, zoekt Hij ze op, en brengt ze wederom terecht. Hij rust niet voor Hij het afgedwaalde schaap wedergevonden heeft. En als Hij het afgedwaalde schaap wedergevonden heeft, overlaadt Hij het niet met verwijten, maar legt het op Zijn schouders, en brengt het wederom terug bij de kudde.
En deze Herder sluimert nooit. Ook dan, als zij het niet bemerken, beveiligt Hij zijn schapen voor gevaren en vijanden, die zij zelf niet bemerken. O, wie is een herder, gelijk deze Herder? Hij is vol van mededoogen. Daarom gaat zijn bijzondere zorg over het zwakke onder de kudde. Hoe blijkt dat uit het woord: „Hij zal de lammeren in Zijn arm vergaderen en in Zijn schoot dragen." Wie zijn dat „de lammeren"? Dat zijn de pasgeborenen die nog kortelings op den weg des levens gebracht zijn. En nu weten wij dat het pas geborene in alles nog zoo zwak en teeder is, en de meeste zorg behoeft. Zij zijn nog niet in staat om met de kudde mee te loopen. Daarom nam de herder in het Oosten deze jonge schaapjes in zijn arm en droeg ze in zijn schoot, tot zij sterk genoeg waren om met de kudde mee te loopen. Welk een troostrijke waarheid. Immers, zoo doet ook de Goede Herder met de lammeren onder Zijne kudde. Met degenen die nog maar pas op den weg des levens gebracht zijn. De pas bekeerden worden door den Goeden Herder in de armen gekoesterd en in zijn schoot gedragen. De eerste tijden zijn dikwerf de zaligste tijden. Dan mogen de lammeren de gemeenschap met Christus smaken en soms Zijne tegenwoordigheid ervaren op hunne eigene wijze. Soms veel meer dan later, wanneer ze verder op den weg des levens geleid worden.
Later zien zij .het soms pas, dat de lammeren nog voor vele dingen gespaard worden, waaraan de oudere schapen onderworpen zijn. De lammeren worden nog geheel anders geweid en geleid dan de oudere schapen.
Wat kunnen zij later soms met heimwee terugblikken naar die eerste tijden, naar die eerste liefde en die eerste geneugten op den weg des levens.
Maar ook de oudere schapen worden door dezen Herder niet vergeten. Hoor het maar. Hij zal de zoogenden (dat zijn de oude moederschapen, zij die de lammeren zoogen moeten) zachtkens leiden. Wie hebben wij daar onder te verstaan? Sommigen meenen: diegenen die door den Heere geroepen zijn, om als voorgangers in de gemeente, de lammeren en schapen het voedsel toe te dienen. Wij gelooven echter: in 't algemeen de kinderen Gods die al verder op den weg des levens gevorderd zijn, en als middel in de hand des Heeren gebruikt zijn om anderen op den weg des levens te brengen. De Schrift zegt ons dat onder de schapen van Christus niemand „jongeloos" is, maar dat zij alle te samen tweelingen voortbrengen zullen. Welnu, die oudere schapen zal Christus ook zachtkens leiden. Hij zal niet hard voor hen zijn. Zoo mag dit woord tot troost zijn voor allen die tot de kudde van Christus behooren, zoowel voor de lammeren, als voor de schapen.
Welgelukzalig die onder de kudde van Christus een plaats heeft ontvangen. Geve Hij ons door genade dat voorrecht te bezitten. En zoo dat nog niet ons geschonken werd, het nog te zoeken, nu wij in het heden der genade zijn, opdat ook wij nog mogen ervaren dat de Goede Herder ook ons heeft gezocht en de waarheid aan al Zijne schapen bevestigt: „Ik geef Mijne schapen het eeuwige leven en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, want niemand zal ze uit Mijne hand rukken!"
Kampen
Van de B

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 januari 1950

De Wekker | 4 Pagina's

Hij zal zijn kudde weiden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 januari 1950

De Wekker | 4 Pagina's