Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bevinding en zelfonderzoek 1

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bevinding en zelfonderzoek 1

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is niet onze bedoeling dit onderwerp breed te bespreken. In verband met wat wij schreven over: Wat is bevinding? willen wij enkele artikelen schrijven over bovenstaand onderwerp. Wij schrijven dus ook niet over allerlei kwesties welke aanhangig gemaakt zijn. Wij herinneren b.v. aan de brochure van dr Impeta over de vraag of zelfonderzoek noodzakelijk is. Onze bedoeling is alleen om op het verband tussen bevinding en zelfonderzoek te wijzen En dan heel kort.
Wij bespreken hier niet de vraag of zelfonderzoek al of niet naar de Schrift is. Voor ons staat vast, dat zelfonderzoek, in den vollen omvang, dus naar staat en stand, eisch der Heilige Schrift is. Verder merken wij op dat we alleen over zelfonderzoek schrijven in verband met bevinding. Een kernachtig voorbeeld voor ons vinden wij in 2 Kor. 13 : 5. Wij hebben in dien tekst stof, die aansluit aan wat wij tot dusver behandelden. De kwestie is toch deze: hebben wij bevinding in den Schriftuurlijken zin, dan hebben wij een bewijs, dat wij geloof bezitten. Doch in de beproefdheid zal duidelijk blijken of ons geloof, dus ook onze bevinding echt is. Reeds is opgemerkt, dat bevinding nooit degrond voor ons geloof kan zijn, maar de bevinding, de beproefdheid is wel een bewijs voor het bezitten van het ware geloof. Alleen daarover hebben wij het hier en alle andere kwesties laten we buiten beschouwing.
Wanneer de apostel Paulus aan de Korinthiërs schrijft over zelfbeproeving, dan doet hij dit zeer zeker in een bepaald verband. De Korinthiërs zochten een dokimé, een beproefdheid, van het apostolaat van Paulus. Hij wijst dit af, 2 Kor. 13 : 1-4, en vermaant hen dan zichzelf te onderzoeken, na te gaan of bij hen beproefdheid des geloofs is. Hij wil zeggen: vraag niet of ik als apostel verwerpelijk ben, maar doorzoekt uzelf, gaat na, o Korinthiërs, of bij u het echte geloof in Jezus Christus is, of gij niet verwerpelijk zijt. Om uzelf moet het gaan; dit uzelf staat met nadruk voorop in vs 5. Roept niet den apostel voor den rechtbank van het zelfonderzoek, maar uzelf. En doet dit voortdurend, want dit is noodig, omdat gij zondaren zijt. Een mensch zonder geloof in Christus, mist alles, wat tot het eeuwige leven noodig is. Niets is vreeselijker, o Korinthiërs, dan u voor de eeuwigheid te bedriegen. Onderzoekt u daarom of gij in het geloof staat, doet dit telkens weer. En vergeet daarbij niet, dat gij daartoe het licht en de leiding van den Heiligen Geest noodig hebt. Wie dit diep verstaat en levendig gevoelt, zal veel met David bidden: Doorgrond mij, o God! en ken mijn hart; beproef mij, en ken mijne gedachten. En zie, of bij mij een schadelijke weg zij, en leid mij op den eeuwigen weg, Ps. 139 : 23, 24.
In 2 Kor. 13 : 5 gebruikt de Heilige Schrift voor zelfonderzoek twee woorden n.l. onderzoeken en beproeven. Het woord onderzoeken beteekent: op de proef stellen; de uitslag kan gunstig, doch ook ongunstig zijn. Verder houdt het woord in: uzelf niet sparen, tegen uzelf optreden, uzelf onderhanden nemen. Dit eischt geestelijke inspanning, geestelijke kloekheid. Van nature doen wij dit niet; dan pleisteren wij met looze kalk, heelen wij de breuk op het lichtst en vleien wij ons, in ijdelen waan, dat het met ons zelf wel goed staat. Tijdgeloovigen vreezen dit ernstige zelfonderzoek en schuwen de geestelijke inspanning daartoe; zij zijn bang voor de beproeving, sparen zichzelf en wagen zich niet aan dit onderzoek. Alle hypocrieten vlieden het. De oprechten van hart zoeken dit zelfonderzoek; zij zoeken af te dalen tot in de diepste schuilplaatsen van hun hart; zij vreezen, dat zij zichzelf niet nauwkeurig genoeg onderzoeken en daarom vluchten zij tot den Heere, den Alwetende, en bidden: Beproef mij Heere, en verzoek mij, toets mijn nieren en mijn hart, Ps. 26 : 2. Zij, die den Heere vreezen, kennen hun arglistig hart en sidderen voor zelfbedrog. Daarom vinden zij het wel echt, als de ambtsdragers van Jezus Christus, door de liefde tot behoudenis der zielen gedrongen, een ernstig onderzoek naar hun geloofsleven instellen. Zij zeggen met David tot den Heere: Zie, Gij hebt lust tot waarheid. En die oprechtheid is zeker één der bewijzen voor de echtheid des geloofs en der ware bevinding. Toen God Abram beproefde, Hebr. 11 : 17, bleek in die beproeving, dat Abram oprecht den Heere vreesde, Gen 22 : 12.
Het werkwoord onderzoeken heeft een voorwerp bij zich; er staat in 2 Kor. 13 : 5 : onderzoekt uzelf of gij in het geloof zijt. In het geloof zijn houdt in: deelt gij er in, leeft gij er in, beoefent gij het recht, gelooft gij actief. Het allesbeheerschende er van is, gelooven in Christus, Die het Voorwerp des geloofs is. In dien Christus zijn al de beloften Gods ja en amen. Wij moeten dit geloof persoonlijk bezitten en beoefenen; bij ons moet er zijn een levende geloofsgemeenschap met Christus, een kracht, een werking des geloofs. Dan hebben wij rechte kennis van God, van ons zelf en de zonde; wij leeren dan van ons zelf walgen en dit is een vrucht van het werk van den Heiligen Geest, Ezech. 36 : 31; dan wandelen wij in de vreeze des Heeren, omdat de Heere Zijn Geest in ons binnenste geeft, een vleeschen hart schenkt, en zijne inzettingen geeft te betrachten, Ezech. 36 : 25-27. Dan hebben wij lust in de verheerlijking des Heeren en zoeken zijn eer. Onder de geestelijke ontdekking leeren wij onze strafwaardigheid steeds dieper kennen en erkennen, dat Gods vonnis over de zonde gansch rechtvaardig is. Als de oordeelen op de aarde gezien worden als voorteekenen van Jezus' wederkomst, leeren wij naar die komst verlangen, omdat dan de volle heerlijkheid van den Christus zal worden gezien. Wij worden met de beloften van het Evangelie recht geloovig werkzaam, pleiten er op, ontvangen er kracht uit, door den Heiligen Geest. Hoe verkwikkend, vol zalige verstrooiing is het, als wij de toepassing dier beloften in ons hart ervaren. Door dit Evangelie openbaart de Heilige Geest ons den Christus. Onze ziel ontvangt levendige werkzaamheden om Hem te mogen kennen en te omhelzen. Door alles heen leeren wij tot Hem vluchten met al onze gruwelijke zonden. Al houdt de duivel ons voor, dat wij te veel hebben gezondigd, onvergeeflijke zonden deden, wij blijven gelooven, dat het borgwerk van Jezus Christus veel grooter is dan al onze zonden en dat Zijn bloed van al onze ongerechtigheden reinigt; wij zoeken onze ontzondiging in dat bloed, Ps. 51 : 9; Luk. 7 : 37, v.v., vast betrouwend op de toezeggingen Gods, die voor ons zijn heilige eeden van Hem. Wij zoeken de weldaden van Gods verbond naar ons toe te halen, Jes. 55 : 1 , v.v., en te drinken uit de fontein des heils. Bij velen van Gods kinderen is deze geloofswerkzaamheid maar zeer zwak; ook zijn er geloovigen, die verachterd zijn in de genade, maar het geloofsleven is in die allen meer of minder sterk aanwezig. Heilbegeerig gaan die zielen, als zij het geloof beoefenen, uit naar den dierbaren Christus; zij hebben geen vrede, geen levendige bevrediging, als het geloof niet actief werkzaam is en zij niet ervaren te deelen in de gunst van een verzoend God. De verloren zoon kon het niet meer uithouden buiten zijn vader, toen hij tot zichzelf was gekomen; onmogelijk kan een levendgemaakte zondaar rust vinden buiten den in Christus verzoenden God.
Van der Meiden

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 1950

De Wekker | 4 Pagina's

Bevinding en zelfonderzoek 1

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 1950

De Wekker | 4 Pagina's