Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Preken en bevinding II

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Preken en bevinding II

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is geen wonder, dat vele preken gelijk zijn aan luchtballonnen, zoals eens is opgemerkt. Zij gaan omhoog en spatten uiteen, maar slaan niet in en laten niets na. Zielen worden niet aangegrepen, omdat zij in de preek Gods eigen boodschap niet horen; omdat zij niet in ontroerende ernst en geestelijke klaarheid bepaald worden bij eigen diepe ellende en bij de rijkdom van Christus; omdat zij niet ervaren, dat hun bevinding niet anders is dan het werk des Geestes in Gods boodschap beluisterd; omdat zij geen geestelijke. Schriftuurlijke, leiding ontvangen en geen Schriftuurlijk licht geworpen wordt over hun geloofsleven. Het gemoedelijk gepraat en het gebruik van bepaalde termen moge een bepaald soort mensen voldoen, geestelijk voedsel is het niet en de schijngelovigen blijven er gerust onder. Bij klachten over te weinig bevindelijke prediking en weinig vrucht op de bediening des Woords, onderzoeke de prediker zichzelf en toetse hij zijn preken aan de Schrift. Zo gemakkelijk wordt zijn werk een gewoonte en is de heilige zaak van de bediening des Woords niet op zijn hart gebonden. En ook de prediker kan verachteren in de genade, afdwalen van het rechte spoor. Dan neemt hij zijn werk wat gemakkelijker op; zijn geweten zoekt hij tot rust te brengen door allerlei drogredenen en voor de klagende schapen heeft hij zondige uitvluchten. Wanneer zijn geestelijk leven taant, en hij niet dicht bij den Heere leeft, kan hij onmogelijk recht bevindelijk preken. Dan zwoegt hij ook niet bij het gereedmaken van zijn preek; geen huivering vaart door zijn ziel, wanneer hij weer bidden moet; hij neemt de bekende cliché's maar uit de zetkast en drukt die af, zoveel exemplaren als gij wilt; hij is een gramofoon, die maar opgedraaid behoeft te worden om feilloos haar leed uit te schreeuwen. Hij huivert niet bij de gedachte wel eens een dode handwijzer te kunnen zijn, een prediker, die de goederen van het Koninkrijk Gods niet kent door eigen aanschouwen, maar van horen zeggen. Dan wandelt hij buiten de realiteiten van dat Koninkrijk en ervaart niet de krachten van Christus' heilswerk. Dan is hij niet door „de Deur" ingegaan in de stal der schapen, kent hij, noch weidt hij die schapen; hij zoekt wel haar wol, maar niet haar heil.
De prediker moet staan in de levensgemeenschap met Jezus om recht te kunnen preken. Als de liefde van Christus hem doorgloeit, tintelt het leven in al zijn doen; in blik en stem, in simpele geste en woord, in alles blijkt dan, dat hij staat in de geloofsgemeenschap met zijn Zender. Als zijn geestelijk leven aanzwelt doorbreekt het de methodistische dijkjes en barst het los in eigenheid en oorspronkelijkheid, dan opent zich de bloem van zijn persoonlijkheid en levert hij geen fabriekswerk. 1)
Als de liefde van Christus hem drijft, de Heilige Geest hem zalft en de gloeiende kool van Gods altaar hem aanroert, dan zal hij bevindelijk preken in de rechte zin des Woords.
Bovendien vergete men niet, dat, als deze Schriftuurlijk-bevindelijke prediking gemist wordt, het volk des Heeren geen leiding ontvangt. Groot is dan de geestelijke schade. Wake daarom iedere prediker tegen dit grote kwaad. De gemeente heeft niets te maken, o prediker, met uw meningen. Breng de boodschap Gods, bedien het Woord, preek den rijken Christus voor arme zondaren. Doe dit goed, levendig, biddend, bewogen, door de liefde van Christus gedrongen.
Sta nooit op de voorgrond, maar wijk steeds verder achteruit voor uw Zender. Niets is vreselijker voor het volk des Heeren, dan dat gij den Christus niet de volle eer geeft. En dat doet gij niet, wanneer gij vóór Hem staat. Hem in de schaduw stelt. Hem niet aanwijst als het Lam Gods en niet beleeft: Hij moet wassen en ik minder worden. Wie het Woord des Heeren bedient naar de eis des Geestes, preekt altijd bevindelijk in de beste zin van het woord.
En aan zulk een prediking heeft de gemeente des Heeren levendige behoefte. Door zulk een prediking wordt de gemeente geleid in de grazige weiden van het Woord Gods, gedrenkt uit de beek van zijn wellusten en gevoed met zijn manna in de woestijn van dit leven.
Laten wij predikers dit toch veel ter harte nemen in deze donkere en dorre tijd. Het is wel goed dat de wetenschap niet verachtert en de prediker uitnemend studeert. Maar hij moet nooit verachteren in zijn verkeren nabij God. Op de school van den Heiligen Geest moet hij leerling blijven. En daartoe ook allereerst en zeer ernstig het Woord des Heeren biddend onderzoeken. Dan zal, onder Gods zegen, de vrucht er van in de gemeente van Jezus Christus worden gezien.
Van der Meiden
1) T. Hoekstra, Ambt en Liefde, 15—18.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 1950

De Wekker | 4 Pagina's

Preken en bevinding II

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 februari 1950

De Wekker | 4 Pagina's