Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voortgezet gesprek over een Nieuwe Psalmberijming 4

Bekijk het origineel

Voortgezet gesprek over een Nieuwe Psalmberijming 4

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij wezen op onze brochure over „De Menselijke gezangen". In hoofdstuk VI van genoemde brochure schreven wij over de nieuwe psalmberijming. Wij citeerden er iets uit en trokken onze conclusie tegenover onze bestrijder.
Maar er is meer, schreven wij.
Inderdaad. Wij schreven (bid. 27) dat de kerk in de Psalmen een schat heeft, een rijke schat, die veel rijker is dan in de berijming uitkomt. Dat is te veel vergeten. De berijming is niet wat zij zijn moet.
Wij hebben in dit hoofdstuk ook gewezen op „de Christus in de Psalmen" en betreurden dat dit in de berijming niet of heel weinig uitkomt. Deze zaak heeft ons hart. Wij zouden het zo zeer op prijs stellen wanneer dit onderwerp eens in ernstige studie genomen werd. Jaren geleden wezen wij er reeds op. Wij kennen de moeilijkheden er van. Maar wij moeten deze „vrijwillige armoede" niet gedogen. De rijkdom van „de Christus in de Psalmen" moet in de nieuwe berijming uitkomen. Meermalen hebben wij op deze hoogst belangrijke zaak gewezen. En ook de heer Milo kan er van verzekerd zijn dat wij met heel ons hart willen meewerken om de kerk, om de zaak des Heeren in dit opzicht te dienen.
Laat men deze objectieve gegevens niet wegdoezelen.
Of had de heer Milo in dien tijd het morgenvenster nog niet open?
Wij wezen in genoemde brochure ook op de roeping der kerk. De Psalmen moeten uitgeput worden. De kerk moet zorgen voor een goede berijming, voor een passend kleed. Dan zal duidelijk blijken dat de Psalmen zingen van den Christus, van zijn komen en lijden, van zijn sterven en opstaan, van zijn hemelvaart en zitten ter rechterhand Gods in één woord, van zijn heerlijk Borgwerk. Dan zingen wij van den Heiland van zondaren:

Der Herr ist meine Hilf und Starke,
mein Psalm singt seine Treu und Macht;
mein Heiland hat durch grosze werke
Sieg und Erlösung uns gebracht.

Zo schreven wij jaren geleden reeds. Toen bestond het zeker leerzame boek „Zangers en Speellieden" nog niet!
In hoofdstuk VII wezen wij op het besluit van de Gen. Synode der Chr. Ger. Kerk in 1836 gehouden. Volgens dat besluit mogen wij zingen „de Psalmen en de liederen die men in den Bijbel vindt. Wij hebben er toen op gewezen dat wij dus ook de Engelenzang mogen zingen en andere liederen uit den Bijbel, liederen, welke nu nog niet berijmd zijn. Tevens wezen wij er op dat ook volgens dat besluit, enkele „gezangen" die nu nog achter in ons kerkboek staan, verwijderd moesten worden. Op de mogelijkheden en moeilijkheden van een en ander wezen wij.
Behoort dit tot de nachtploeg?
Of tot „de roeping der kerk?" De taak is zwaar voor de kerk, doch heerlijk. Zij moet die taak in vollen ernst aanvaarden en verrichten. Doch dat houdt niet in dat zij de taak overhaast moet doen. Dan krijgen wij half werk. En onze bedoeling is in de genoemde artikelen geen andere geweest dan op die moeilijkheden te wijzen. Niet om ons van de taak te ontslaan, maar om ons van de volle ernst er van dieper te doordringen. Dat is dus heel wat anders dan met tegenzin, in lauwheid, enz. enige artikelen schrijven.
Verder weidt de heer Milo breed uit over het rhythmische zingen. Wij achten het niet nodig hier breed op in te gaan. Wij hebben op een en ander al gewezen in andere artikelen. Wij vinden het alleen maar jammer dat ook dit gedeelte in dezelfde toonaard geschreven is.
Rhythmisch zingen is in geen enkel opzicht te veroordelen.
De bezwaren vloeien voort uit een gelijkstellen van vlug zingen en rhythmisch zingen. Wij willen alleen eerlijk uitspreken dat de zaak van het rhythmische zingen voor ons niet de voornaamste zaak is bij de nieuwe Psalmberijming. Dwaasheid zou zijn het rhythmische zingen te veroordelen als zondig. Maar een voorstander van het snelle tempo zijn wij niet. Laat men ons die mening houden. Het gaat er niet over gelijk te willen hebben. Wanneer rustig rhythmisch gezongen wordt, zal zulks zingen zeer zeker stichtelijk kunnen zijn. Bezadigd en met wijs beleid moet de kerk deze dingen onder de ogen zien. Wel staat het voor ons vast dat er eerst een goede berijming moet zijn om goed rhythmisch de Psalmen te kunnen zingen. Ook hier is een taak der kerk. Maar deze taak achten wij nog niet zo moeilijk als de taak der nieuwe berijming.
Verder wezen wij er op dat wij niet alleen aan den vorm moeten werken. Het werk van den Heiligen Geest is hoogst belangrijk. Dr Wielenga wees op de stijl van den Heiligen Geest in de Psalmen. Wij hebben in onze artikelen gewezen op het zingen door den Geest. En in verband daarmee zijn ook opmerkingen gemaakt, welke wij betreuren. Want het werk van den Heiligen Geest is zeer belangrijk in de Kerk. En tegen formalisme hebben wij te waken. Wij hebben het rhythmische zingen niet veroordeeld, noch tegengestaan, maar wij hebben gewezen op een veel belangrijker zaak. Daarover in een volgend artikel.
Van der Meiden

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 1950

De Wekker | 4 Pagina's

Voortgezet gesprek over een Nieuwe Psalmberijming 4

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 1950

De Wekker | 4 Pagina's