Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat doen wij in de kerk (11)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat doen wij in de kerk (11)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ons opgaan naar de kerk.
Nadat wij ons bezonnen hebben op de vraag: Wat moet ik in de kerk doen? heeft het nut nog stil te staan bij ons opgaan naar de kerk. Vóór dat wij opgaan moeten wij dus weten, wat wij gaan doen. Daarom is noodig het bovenstaande goed te bestudeeren en in te leven. Dan is vanzelf heel duidelijk, dat wij veel in de kerk niet moeten doen. Opgaan eischt allereerst, dat wij moeten aan en dus niet thuis moeten blijven. Wie eenig besef heeft van v/at boven behandeld is, zal onmogelijk gemakkelijk onwettig thuis kunnen blijven. Alle uitvluchten zullen versterven op zijn lippen als hij zich voor Gods aangezicht plaatst en zich afvraagt of thuisblijven geoorloofd is. Dan moeten wij zorgen op tijd in de samenkomst der gemeente aanwezig te zijn. Als de dienst van God begint, als dus de Christus zelf begint, behooren wij er toch zeker te zijn. Het is wel heel droevig als wij zoo oneerbiedig durven zijn, dat wij te laat komen daar, waar de Heere tegenwoordig is en werkt. Laten wij ook zorgen in de rechte gestalte der ziel op te gaan. Zeer gemakkelijk worden wij vóór den dienst verstoord. Ach, hoevaak heeft de duivel kleine dingen gebruikt om onze ziel te verwoesten. Laten wij toch waken en bidden tegen den verleider en de posten uitzetten bij ons booze hart. Meen toch niet, dat de prediker loeping heeft om uw toorn, nijdigheid, i;wist en ellende weg te preeken. Ga ook getrouw op.
Gij meent uw predikant te grieven door elders te kerken en gij zult hem ook wel leed doen, maar gij teekent toch allereerst uzelf. Gij slaat uw eigen kerk in het gelaat, onteert uw belijdenis, brengt leed aan het lichaam van Christus, onthoudt uw gaven aan kerk en armen en bewijst uw eigen domheid, lafheid en liefdeloosheid. Stel dat gij gelijk hebt, dus de dominé niet goed preekt, of de kerkeraad niet goed handelt, moet gij daarom thuis blijven? En moet dit dan zoo voortgaan? Hebt gij dan geen roeping en beseft gij niet uw taak? Zijt gij zoo dom, dat gij meent geen taak te hebben, of zoo laf, dat gij niet durft te handelen? Gij moet tot uw kerkeraad gaan of tot uw predikant, en in liefde wijzen op wat in uw oog verkeerd is.
Maar gij moet tevens zorgen grondige reden te hebben voor, uw klacht. Als gij dit niet doet of niet durft te doen, bewijst gij uw zwakheid en lafheid. Gij moet, in het belang van Sion, om het heil voor uw eigen ziel, en bovenal om de eere des Heeren, blijven opgaan. De zaken, welke niet in orde zijn, moet gij, naar de Schrift aan de orde stellen, desnoods brengen op de meerdere vergaderingen. Wanneer er geen hartelijk meeleven is met de kerk, geen geestelijke activiteit voor het leven der gemeente, dan zal de begeerte om op te gaan niet heel sterk zijn. Dan hebben we liefst een plaatsje vlak bij een deur, opdat we zoo laat mogelijk binnen kunnen komen en zoo spoedig mogelijk het kerkgebouw kunnen verlaten. Elke vijf minuten er langer te zijn, brengt nieuwe verveling. Voor het werk van predikanten en ouderlingen hebben wij niets dan afbrekende critiek. Gaat het goed in een gemeente, dan zoeken wij onkruid te zaaien, want wij kunnen het niet verdragen, dat wij alleen in de oppositie leven en onze voorspellingen niet uitkomen. Voor hen, die met ijver arbeiden in het belang van Sion, hebben wij slechts hoon; wij schelden hen voor hoogmoedigen, die eigen eer zoeken en roem willen inoogsten bij den kerkeraad
Maar dan verstaan wij niet, dat zij, die Jeruzalem liefhebben, zoeken op te bouwen; zij begeeren biddend mee te werken aan de komst van het Koninkrijk Gods, aan de volmaking der heiligen en aan de stichting van het lichaam van Christus. Zij arbeiden gewillig, ja boven vermogen, en offeren mild en overvloedig, 2 Kor. 8 :3, 4.
En bij dat alles zullen wij dan niet roemen in onszelf, maar leeren dat wij alleen iets kunnen en mogen doen door de genade Gods. En er is veel te doen.
Wij behoeven niet in het ambt te staan, om hartelijk mee te leven en onze gaven en krachten te besteden ten behoeve van den bloei der gemeente.
Om recht op te gaan is goede voorbereiding noodig. Wij moeten goed weten wat wij moeten gaan doen in de kerk. Onze roeping moet biddend worden overdacht en betracht. Dan hoeden wij ons voor allerlei dwalingen. Het is waarlijk noodig, dat wij ons voorbereiden in dit opzicht. Wij hebben in het boven omschrevene laten uitkomen, hoeveel misverstand er in dit opzicht is. Maar om met een open ziel op te gaan, is er ook voorbereiding noodig. Allereerst is noodig de levendmakende werking des Geestes in ons hart. Inplaats dat daar om gebeden wordt, wordt de Heilige Geest dikwerf bedroefd. Waar houden wij ons op den Zaterdagavond en op den, Zondagmorgen mee bezig? Vraag u dat eens af, o ziel, die klaagt over weinig vrucht onder de middelen der genade. En waar is uw ziel mee vervuld, waar gaat uw hart naar uit? Hoe leeft gij voor het aangezicht des Heeren en hoe tegenover uw naaste? Meent gij werkelijk dat God het met uw zonden niet nauw neem.t en alleen anderen oordeelt, die in uwe oogen grootere zondaren zijn? Zondert gij u af, eer gij opgaat naar het Huis des Heeren? Of slaapt ge zóó lang en ontbijt ge zóó laat, dat er geen tijd is voor die afzondering? Geen tijd om voor uzelf te bidden en de Schrift te lezen? Onderzoekt gij de Schrift in betrekking tot uw eigen leven? Leest gij ook nog wel eens een hoofdstuk uit een degelijk boek over het geestelijke leven? Of interesseeren u alleen maar de nieuwste romans? Wanneer gij alle voorbereiding verwaarloost, moet gij dan de schuld der onvruchtbaarheid van de genademiddelen alleen bij uw predikant zoeken? Hoe heerlijk is het als in de huisgezinnen . der christenen op den Zondagmorgen op tijd allen aan het ontbijt zijn; als eerst samen knielend gebeden kan worden; als gezamenlijk de Schrift wordt gelezen en samen gezongen wordt. Daar gaat vrucht van uit. Satan zoekt te verwoesten. Hij tracht den een driftig te maken, omdat zijn overhemdknoopje zoek is; een ander te ontstemmen, omdat hij meent reden te hebben tot ergenis; een derde in te fluisteren, dat het onmogelijk is, om naar de kerk te gaan, want het regent veel te hard. Satan heeft duizenden middelen bij de hand om alle voorbereiding te verstoren en de zielen te verwoesten. Leeren wij dan waken en bidden tegen het werk van dezen verwoester. Laten wij trachten het noodzakelijke en heilige werk der voorbereiding recht te verrichten in de kracht des Heeren, door de genadewerking van den Heiligen Geest. Zonder de kracht van Christus vermogen wij niets, maar door Zijne genade alle dingen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1950

De Wekker | 4 Pagina's

Wat doen wij in de kerk (11)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1950

De Wekker | 4 Pagina's