Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Synodalia (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Synodalia (3)

Zitting van donderdag 7 september

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

Rome.
De derde en laatste zittingsdag van de eerste Synodeweek werd begonnen met het zingen van Psalm 48 :1, de psalm van Jeruzalem, de psalm der Kerk in de Nieuw-Testamentische bedeling.
Na de lezing en bespreking der Acta stelde de praeses aan de orde de instructies van het Noorden en het Oosten over geestelijke stromingen en de Roomse propaganda en activiteit. Ds Henstra rapporteerde namens de Commissie, die over deze instructies te oordelen had.
In de bespreking weerde Prof. Wisse zich op magistrale wijze! De vroegere hoogleraar, nu ouderling der gemeente Driebergen, wees uitvoerig op het grote gevaar dat ons vandaag bedreigt van Rgomse zijde. Hij noemde de Roomse penetratie, de actieve wijze van evangeliseren en de arbeid van Rome onder de protestanten. De aangekondigde dogma-afkondiging van de Maria-hemelvaart is wel het toppunt van de Roomse leerontwikke-ling. In de Maria-leer culmineert de oer-Roomse gedachte dat de mens Gods medewerker is in het stuk der zaligheid. Hoewel het Noorden ook aandacht besteed wilde zien aan die geestelijke stromingen, die in strijd zijn met Gods Woord en de Kerk des Heeren ondermijnen, was de Synode toch van oordeel dat de zaak met Rome iets anders ligt. Zeer stellig moet in prediking en catechisatie alsmede en daar wel allereerst op de Theol. School aandacht besteed worden aan de geestelijke stromingen van deze tijd. Maar de Roomse activiteit roept tot een bijzondere houding. Bovendien hebben we de taak om de leden der Roomse Kerk te wijzen op het evangelie der genade. Hier en daar zijn er ook protestanten, die last ondervinden van de Roomse penetratiepractij ken. Zij moeten met raad en daad terzijde gestaan worden. Een en ander was voor de Synode aanleiding om een kleine commissie te benoemen, die tot taak had om de volgende week met nadere voorstellen te komen. Dit is geschied. Dinsdagmorgen 12 September kwam deze zaak opnieuw aan de orde. Na korte bespreking kwam de Synode toen tot het volgende besluit:
„De Generale Synode der Chr. Geref. Kerken uitgaande van de overtuiging dat de rechte prediking van het evangelie het enig afdoende middel is ter verbreiding van het ware geloof,
Verklaart dat de aangekondigde verheffing tot dogma van de leer aangaande Maria's lichamelijk ten hemelopneming, alle schriftuurlijke grond mist, alsmede in strijd is met de aard en de inhoud der bijzondere godsopenbaring en dat deze dwaalleer dient gewraakt te worden als een manifestatie van de humanistische onderbouw van de Roomse godsdienst;
Betuigt haar instemming met de resolutie van het I.C.C.C. congres te Genève, waarin op krachtige wijze het Roomse streven wordt afgekeurd en aangedrongen wordt op de zuivere beleving der Reformatorische beginselen."
De verklaring spreekt voor zichzelf en moet gezien worden als een getuigenis der Kerk naar buiten. De instemming met de resolutie van het Geneefse congres geeft uitdrukking aan de goedkeuring der Synode van hetgeen in Geneve werd verklaard door de Raad van vele Bijbelgetrouwe Kerken. Ook daar werd speciale aandacht besteed aan de invloed en activiteit van Rome en werd opgeroepen tot een krachtiger beleving van de Reformatorische beginselen. Ook ter Synode werd dit sterk benadrukt. We zijn niet klaar met ons te verzetten tegen Rome. We dienen in eigen kring het beginsel der Reformatie te beleven.
Voorts besloot de Synode alle ambtsdragers dringend op te wekken aan de controvers met Rome in prediking en onderwijs dringend aandacht te schenken en met name op of omstreeks de de Hervormingsdag in de Bediening des Woords de betekenis van de Hervorming te belichten. Hopelijk willen alle Kerkeraden en dienaren des Woords aan dit verzoek voldoen. Prof. Wisse zal een Hervormingspreek uitgeven in de prekenserie „Uit de Levensbron".
Tenslotte besloot de Synode Deputaten te benoemen die een tweeledige taak hebben:
a. de Kerken te dienen bij hun strijd tegen Rome door middel van het verstrekken van advies en het verschaffen van voorlichtings- en evangelisatie-lectuur.
b. contact te zoeken met andere kerken van Gereformeerd belijden teneinde in deze arbeid samen te werken.
Tot deputaten werden benoemd: Ds A. Bikker, Ds J. van Genderen, Ds S. v. d. Molen (voorzitter). Ds J. H. Velema (secretaris) en oud. J. Slagboom.
We geloven dat de Synode hierin een echt Reformatorische beslissing nam en hopen dat deze deputaten mogen arbeiden „tot versterking en verdediging van het reformatorisch beginsel", zoals de naam van dit Deputaatschap luidt.

Wezenverzorging.
De zaak der Wezenverzorging kwam even ter sprake n.a.v. een instructie van het Westen welke beoogde dat de Synode in contact zou treden met het bestuur van de Ver. voor Diaconieën om de wezenverzorging opnieuw van alle zijden onder de ogen te zien. De betreffende commissie, rapporteur oud. v. Leeuwen, had een onderhoud gehad met het Bestuur van genoemde vereniging. Helaas was in dit onderhoud niet ter sprake gekomen de instelling van een studiecommissie betreffende gezins/gestichtsverzorging op de laatste vergadering van de vereniging n.a.v. de gevoerde polemiek in verschillende kerkbladen. Daarom sprak de Synode uit dat in afwachting van de resultaten van de ingestelde studiecommissie het beleid van de Wezenverzorging aan het Bestuur der Vereniging kan voorden toevertrouwd.

Contrôle der Kerkelijke kassen.
Een zakelijke instructie kwam toen aan de orde n.l. die over het financieel beleid. Niet minder dan 3 part. synodes hadden instructies over deze aangelegenheid ingezonden. Wel een bewijs hoezeer dit in de kerk leeft. Een vrij brede bespreking volgde over deze zaak, die zeker niet van belang ontbloot is.
We willen die bespreking hier niet uitvoerig weergeven. Alleen vermelden we dat allen overtuigd waren van de noodzakelijkheid van de instelling van dit deputaatschap, terwijl anderzijds gewezen werd op het gevaar dat er kan schuilen in een dergelijk deputaatschap, wanneer de verschillende andere deputaatschappen b.v. gebonden zouden zijn aan de financiële adviezen van dit nieuwe deputaatschap. Dan zou dit een super-deputaat-schap worden. Hier dreigt hiërarchisch gevaar. En dit mag natuurlijk tot geen prijs. Dit gevaar werd vermeden door de instructie die deze deputaten ontvangen. Deze zaak werd nader bezien. Aan het eind van de tweede zittingsweek werd besloten 3 deputaten te benoemen „van controle, advies en overleg inzake beheer der kerkelijke kassen". De taak van deze brs. zal zijn om periodiek de verschillende kassen te controleren, het maximum van het kasgeld van elke penningmeester vast te stellen en advies te geven inzake belegging van de gelden boven dit bedrag, terwijl de penningmeesters der verschillende kassen elk kwartaal een collecte-staat naar deze Deputaten hebben te zenden. Benoemd werden de brs. Ds W. F. Laman, oud. J. v. Leeuwen en A. Roodenburg — drie financieel deskundigen. De instelling van dit „zakelijk" deputaatschap zal het financieel beheer ten goede komen.

Depp. Evacuatie- en Oorlogsschade.
Een gedeelte van de Donderdag vergaderde de Synode in Comité. Verslag hierover is dus niet geoorloofd.
In aansluiting op de behandeling van de financiële zaken kwam ook aan de orde het rapport van Depp, voor Evacuatie- en Oorlogsschade. De arbeid van deze deputaten wijzigt zich. Het gaat nu niet meer om de vaststelling van oorlogsschade, maar om het uitgekeerd krijgen van de her-stelde schaden en om te komen tot bouw van nieuwe kerken voor de geheel vernieuwde gebouwen. Deputaten dringen er met alle klem op aan en ter Synode werd dit nog eens dubbel onderstreept dat alle kerkeraden ter verkrijging van bouwvergunning zich. dienen te wenden tot deze Deputaten (secr. J. Groenendijk, Du Toitstraat 1, Gouda). Aan elk kerkgenootschap wordt jaarlijks een bepaald bouwvolume toegewezen.
De regering onderhandelt via deze Deputaten, die dit bouwvolume verdelen.
De Instructie van deze deputaten werd uitgebreid in dier voege dat voortaan ook bouwaangelegenheden, verband houdende met onteigening en wederopbouw onder dit Deputaatschap ressorteren. ledere kerkeraad neme daar nota van!

Theol. School.
Aan het einde van de eerste zittingsweek werden de zaken der Theol. School besproken. Een waardig slot, dat later bleek een onvergetelijk slot te worden.
Dr B. J. Oosterhoff is rapporteur van de Commissie, die de zaken van de Theologische School te bezien had.
Het Noorden wilde een Commissie die tot taak heeft om de zaak van het Admissie-examen onder de loupe te nemen. Dr Oosterhoff bepleitte aan-name van deze instructie. De taak van deze Commissie zal zijn niet om het Admissie-examen als zodanig disputabel te stellen — ieder synodelid was overtuigd van de hoofdzakelijkheid van de handhaving van het Admissie-examen — maar om te onderzoeken of er normen uit de Heilige Schrift, de Belijdenis, de Kerkorde en de historie zijn vast te stellen voor het Admissie-examen. De rapporteur verdedigde dit op de volgende gronden: Het is voor buitenstaanders niet duidelijk wat er op het Admissie-examen gevraagd wordt; er is vaak een verkeerde voorstelling van dit examen; men wil graag objectieve richtlijnen en men wil dit examen graag zien in het licht van Schrift, Belijdenis, Kerkorde en historie. De Synode ging hiermee accoord nadat menig woord over deze zaak gesproken was. De Commissie zal bestaan uit de brs: Ds C. v. d. Zaal, Ds J. C. Maris, Ds J. Tamminga, Ds du Marchie van Voorthuysen.
De voorstellen van het Curatorium betreffende „De Wekker", door de Commissie grotendeels overgenomen, werden aanvaard. Ds W. Kremer werd dientengevolge benoemd tot waarnemend hoofdredacteur. Prof. L. H. v. d. Meiden werd in de plaats van Prof. Geels redactielid. Op voorstel van de Commissie werd de redactie uitgebreid met een vierde lid: Ds J. C. Maris. Zijn positie zal nader geregeld worden. De vergoeding van hoofdredacteur en redactieleden wordt verhoogd.
Wat de Theol. School en het onderwijs zelf betreft vermelden we het besluit van de Synode om de over 2 jaar aftredende hoogleraren, Prof. v. d. Meiden en Prof. v. d. Schuit te verzoeken nog een jaar aan te blijven, indien de Heere hun het leven spaart. Op de gewone Generale Synode van 1953 zullen dan nieuwe hoogleraren benoemd worden. Het voorstel van de Commissie om er bij het Curatorium op aan te dringen op de volgende Synode te komen tot de benoeming van drie hoogleraren, indien tenminste enigszins mogelijk, werd aanvaard. De exegetische vakken zullen dan verdeeld worden over een hoogleraar in de Oud-Testamentische en een hoogleraar in de Nieuw-Testamentische vakken terwijl dan de practische vakken onderling geregeld kunnen worden. De exegese Ouden Nieuw-Testament is voor één man eigenlijk te zwaar.
Ds W. F. Laman werd opnieuw benoemd tot penningmeester der Theol. School. Prof. v. d. Meiden wilde niet meer herbenoemd worden tot tweede penningmeester. In zijn plaats wordt Ds J. P. Geels aangewezen.
De Synode hechtte verder goedkeuring aan het besluit van Curatoren tot invoering van de reorganisatie van het onderwijs. Terecht prees de Commissie deze reorganisatie als een prijzenswaardige vooruitgang.
Ter sprake kwam ook de uitbouw van de Theol. School. Moet het bestaande gebouw uitgebreid worden of moet de Theol. School elders gevestigd worden b.v. in een universiteitsstad? Deze kwestie werd niet definitief beslist, maar uitgesteld tot de volgende Synode.
Aan het Schoolgebouw zal verricht worden wat noodzakelijk is.
Toen was het Wekker-verslag aan de orde. De Hoofdredacteur las zijn lyrisch verslag voor. Even schiet de vraag door ons heen: Zal het de laatste keer zijn dat Prof. V. d. Schuit het Wekkerverslag uitbrengt?
Dan breekt een verrassend moment aan, waarin de Synode met stomheid wordt geslagen. Prof. v. d. Schuit deponeert voor de verbaasde ogen van de praeses 10 briefjes van ƒ 1000,— bestemd voor de verhoging van de vergoeding van zijn eventuele opvolger gedurende 20 jaren. Waar komt dit geld vandaan? Wat gebeurt hier? Maar nog is het einde der verwondering niet gekomen. Andermaal gaat de professor voor de praeses staan en telt nu 18 briefjes van ƒ 1000,— neer bestemd voor het Emeritaatsfonds van Hoogleraren! Ieder is sprakeloos. Zij die critiek wilden uitbrengen op ons kerkelijk blad zwijgen. Wie kan spreken na zo'n verrassing? Ja toch een afgevaardigde spreekt. En dan verklaart Prof. v. d. Schuit deze geste. Hij heeft kans gezien gedurende de 18 jaren van zijn Hoofdredacteurschap dit geld uit te sparen.
De hoofdredacteur heeft dus wel een zeer zuinig en zakelijk beleid gevoerd! Terecht wordt hem hiervoor dank gebracht. Dan is het einde van de eerste Synodeweek gekomen. De praeses leest Ps. 121; we zingen Ps. 72 :11; de assessor dankt. We zijn allen onder de indruk van dit wonderlijke slot. Hierover wordt op de thuisreis nog veel nagepraat en nagedacht!

De tweede Synode-week.
Dinsdagmorgen 12 September zijn weer 48 Synodeleden in Den Haag bijeen. Enkele primi laten verstek gaan en hebben hun secundi gestuurd. Overigens is er weer dezelfde sfeer als de vorige week met dit verschil dat we nu én aan het interieur èn aan elkaar gewend zijn. Ps. 68 :14 klinkt uit aller mond. De praeses bidt ook nu om de leiding van de Heilige Geest.
H.M. de Koningin heeft een dankbetuiging gezonden voor ons zeer door Haar gewaardeerd telegram. Ds Henstra is onderscheiden met het bronzen kruis wegens zijn moedig gedrag als veldprediker tijdens de oorlogsjaren, en wordt daarmee gefeliciteerd.
Enkele kleinere stukken kwamen die morgen aan de orde. We noemen het rapport van Depp. art. 19 D.K.O.; deputaten die hebben te zorgen voor de opleiding van studenten, die eigen studie niet kunnen bekostigen. We noemen alleen het feit dat de inkomsten van deze kas sterk dalen en de reserves aangesproken worden! Er was de eerste 7 maanden van dit jaar een tekort van ƒ 1000,— per maand! Ieder begrijpt dat wanneer dit zo doorgaat de aanname van studenten in de toekomst nog zou moeten worden verminderd. Deputaten worden daarom gemachtigd een opwekking tot de kerken te doen uitgaan waardoor de inkomsten worden gestimuleerd.
De Synode stemde volledig in met de gevolgde handelwijze van Deputaten om geen uitkeringen meer te verstrekken dan nadat via Inspectie der Dir. Belastingen alle nodige gegevens omtrent de financiële positie der studenten of hun ouders zijn ontvangen.
Verschillende ingekomen stukken passeerden de hamer.
De boeken van de penningmeester der Synode zijn in orde bevonden. Dit verslag wordt besproken alsook de begroting voor de komende drie jaar. De onkosten groeien. De verschillende deputaatschappen kosten geld. De kosten van deze Synode worden geraamd op ƒ 4.300,—.

Een belangrijk rapport
In de middagvergadering stelde de praeses een belangrijk rapport aan de orde, dat in 4 delen uiteenviel. Ds Maris rapporteerde en verdedigde het rapport waarvan de Synodeleden kennis hadden kunnen nemen.
De Geref. Kerken hebben deputaten benoemd tot herziening van de kerkorde. Zij willen nu dat ook onze Synode deputaten zal benoemen om over deze aangelegenheid nader in overleg te treden. Nu wil het geval dat onze Kerken in 1947 de Kerkorde herzien hebben. Het zou niet juist zijn om nu weer te beginnen. Daarom werd besloten een exemplaar van onze nieuwe Kerkorde aan de Geref. deputaten te zenden. De Synode besloot drie deputaten te benoemen om de tot stand koming en de inhoud van onze herziene Kerkorde nader toe te lichten, kennis te nemen van de werkzaam-heden van Deputaten der Geref. Kerken en eventuele vragen of voorstellen van Geref. Deputaten door te geven. Benoemd werden Prof. Hovius, Ds P. J. de Bruin en Ds J. C. Maris.
Een tweede kwestie betrof de herziening van onze formulieren. De P.S. van het Westen had deze zaak aan de orde gesteld. Gewezen werd „op het feit dat er in onze formulieren uitdrukkingen voorkomen, welke met behoud van de huidige betekenis zeer wel gemist kunnen worden of op andere wijze beter kunnen worden gezegd." Zo werd b.v. gevraagd naar een meer stijlvolle aankondiging van het huwelijk en de kerkelijke bevestiging daarvan; op de uitdrukking in het Bev. formulier „Die gestolen heeft stele niet meer" enz.
De Synode besloot enkele deputaten te benoemen die hebben na te gaan of een generale en radicale wijziging van de Liturgische formulieren nodig of wenselijk is en of het wellicht wenselijk geacht moet worden voorlopig als Chr. Geref. Kerken zelfstandig kleinere en minder ingrijpende wijzigin-gen aan te brengen.
Tot deputaten werden aangewezen: Prof. L. H. v. d. Meiden, Ds B. Nederlof, Dr B. J. Oosterhoff, Ds Joh. Prins en oud. J. v. Weerd.
Een derde kwestie raakte de openbare belijdenis des geloofs. Allereerst werd door het Noorden gevraagd naar vragen bij het doen van openbare belijdenis des geloofs. Zoals bekend is er in de verschillende gemeenten geen eenheid m de Belijdenisvragen. De Synode gaf aan de Deputaten, benoemd voor herziening der liturgische formulieren opdracht de wenselijkheid en de mogelijkheid onder ogen te zien voor de aflegging van de belijdenis des geloofs een passend formulier te ontwerpen met bijbehorende vragen. Prof. v. d. Meiden ontwierp in 1947 reeds nieuwe belijdenis-vragen. Deputaten zouden van dit werk gebruik kunnen maken.
Dezelfde Particuliere Synode had een instructie ingediend waarin aangedrongen werd op de beleving van het onlosmakelijk verband tussen het afleggen van belijdenis des geloofs en het gebruik der Sacramenten.
De Synode sloot zich geheel aan bij het oordeel der Commissie, die zich in haar rapport op het verleden beriep en vroegere uitspraken citeerde. Het verband tussen het afleggen van Belijdenis en het gebruik der Sacramenten staat vast en het karakter van de belijdenis als belijdenis des geloofs werd evenmin disputabel vastgesteld. Met grote nadruk werd verwezen naar de uitspraken van 1574, 1836 („zullende echter een iegelijk worden vermaand, dat niemand erkend mag worden voor een lidmaat van de Kerke Christi, dan op belijdenis des geloofs en geenszins ten gevolge van het van buiten leren van enige waarheden"), 1879 en 1913. In de bespreking van deze belangrijke zaak kwam heel duidelijk naar voren enerzijds het principe van belijdenis des geloofs, dat sterk gehandhaafd dient te v/orden, anderzijds de moeilijkheden in de practijk. De uitdrukking „belijdenis der waarheid" werd in de bespreking afgekeurd indien men daaronder verstaat belijdenis van de van buiten geleerde leer. Niemand kan belijdenis der waarheid afleggen, die niet tegelijk belijdenis des geloofs aflegt. „Een iegelijk die uit de waarheid is hoort Mijne stem".
De Synode bleef zich dus begeven in de lijn der vaderen door zich bij de vroegere uitspraken aan te sluiten, terwijl op de naleving van deze oude uitspraken ernstig bij de kerken werd aangedrongen.
Tenslotte kwam de kwestie van de Psalmberijming aan de orde. Het Westen had gevraagd naar de bedoeling van art. 69 dei; D.K.O. Wordt in dit artikel de mogelijkheid geopend van het vrije lied? Is het juist dat de Avond- en Morgenzang gezongen worden? Wat dit laatste betreft werd gewezen op de historische ontwikkeling. Art. 69 laat inderdaad de mogelijkheid open van het vrije lied maar dan met dien verstande dat dit beperkt blijft tot de berijming van liederen en eventueel andere schriftgedeelten buiten de psalmbiundel, die voor berijming en kerkzangen in aanmerking zouden komen. Natuurlijk zal dit niet aan de plaatselijke kerken overgelaten kunnen worden. Eventuele voorstellen dienen ter Generale Synode behandeld te worden.
De Synode sprak zich reeds in dezelfde geest uit. Geen menselijke gezangen; wel Gods Woord, ook buiten het boek der psalmen in de eredienst. Diezelfde Synode van 1836 handelde reeds over de Psalmberijming. „De Leeraars, Kerkeraden en ledematen der gemeente zullen intussen vermaand worden om de ongelijkvormigheden of tegenstrijdigheden der tegenwoordige Psalmberijming met het Woord Gods aan den algemenen Correspondent in te zenden".
Na 114 jaren hield de Synode zich met de Psalmberijming bezig dank zij de instructies van het Noorden en het Westen.
Het was een zegen dat de Synode zich rustig over deze zaak bezonnen heeft en er niemand ter Synode was, die deze zaak in een bepaalde richting wilde drijven. Wie de prae-adviseur Prof. V. d. Meiden over deze zaak heeft horen spreken zal onder de indruk gekomen zijn van de ernst van deze kwestie en begrepen hebben dat het hier werkelijk niet gaat om iets nieuws en om nieuwlichterij.
Prof. v. d. Meiden legde sterk nadruk op de profetische roeping die de kerk heeft om het woord Gods zo duidelijk mogelijk te vertolken, ook wat de psalmberijming betreft. Het christologisch element komt in onze psalmberijming niet genoeg tot zijn recht. In hoeverre dient de exegese, die de H. Geest zelf van sommige psalmen geeft in het Nieuwe Testament verwerkt te worden in de psalmberijming?
Is de psalmberijming, in overeenstemming met de grondtekst?
Sommige broeders wilden de zaak niet aan een onderzoek onderwerpen en zelfs geen deputaten benoemen. Zij zagen vele gevaren. Met 41 tegen 7 stemmen besloot de Synode tenslotte om Deputaten te benoemen, die de opdracht hebben de wenselijkheid en mogelijkheid van een nieuwe psalmberijming te onderzoeken. Deze opdracht betekent nog heel iets anders dan de invoering van de berijming Hasper, zoals sommigen denken. De zaak moet van alle kanten bekeken worden. Uiteraard zal ook de berijming Hasper onder de loupe genomen worden.
Maar voor enige ongerustheid is geen sprake. Het raakt hier een zaak van diepe ernst, die als zodanig dan ook behandeld is, dank zij het boeiende praeadvies van de hoogleraar in de Liturgiek.
In een slot-artikel verslaan we D.V. de behandeling van art. 15 en het Rapport van Depp, voor Contact met de Geref. Belijders.
Tot deputaten werden benoemd: Prof. L. H. v. d. Meiden, Ds M. Baan, Ds A. Bikker, Dr B. J. Oosterhoff, Ds Jac. Overduin, Ds B. van Smeden en Cand. W. v. 't Spijker.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 september 1950

De Wekker | 4 Pagina's

Synodalia (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 september 1950

De Wekker | 4 Pagina's