Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een goeje verstaander ...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een goeje verstaander ...

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Kerken naar art. 31 zijn wel heel diep overtuigd, dat zij, en zij alleen, de ééne ware kerk van het vrije Evangelie in ons Vaderland zijn. Buiten die kerk is geen zaligheid.
Deze kerk is vrijgemaakt van pauselijke hiërarchie en menschelijke bindingen. Wie zich niet bij deze ware kerk aansluit is Roomsch, is synodocratisch, is schismatiek, heeft feitelijk geen deel aan de ambtelijke verkondiging. Het zal de groote vraag zijn, of in dit soort kerken nog sacramenten en ware dienaren des Woords zijn?
Misschien meent ge dat ik wat doordraaf?
Ik wenschte het, maar dan moet mij eerst veel verhelderd worden, wat mij nu niet zo klaar is.
Ds. Jongeling, predikant in de vrij gemaakte kerk van Apeldoorn, schrijft in de Reformatie stukken over de kerk, buiten welke geen zaligheid is.
Zie hier wat wij te lezen krijgen:

„De kerk is dus niet een mystieke verborgen grootheid, los van ambten en bedieningen maar de kerk is de kerk in die ambten en bedieningen. Welnu, buiten de kerk is geen zaligheid. Buiten de ambtelijke verkondiging van het Woord, dat aan de kerk is toevertrouwd, is er geen delen in de schat des heils. En wat is er nu met die hier in Nederland geplante kerk in de loop der historie gebeurd? Wel, na diepgaand verval is die kerk door Gods genade vrijgemaakt van het juk, dat haar in de pauselijke hiërarchie was opgelegd. Nu moeten we niet zeggen, dat de ene kerk in Nederland gesplitst is in twee afdelingen. Maar: de ene kerk die in Nederland was geplant, is door de Heere in stand gehouden. Daar, bij die ene kerk, was en bleef het Woord, was en bleef de schat der zaligheid, om daarvan uit te delen in de ambtelijke bediening. Wie zalig werd in Nederland, werd zalig in gemeenschap aan die ene kerk, aan wie het Woord was toevertrouwd. En wie zalig werd, nog in het Roomse instituut zijnde, werd zalig, niet dank zij dit instituut, maar ondanks dat instituut. De kerk was daar niet meer, maar daar waren nog wel resten van het bezit der kerk, het geestelijk bezit". „En zo hebben we mogen beleven, dat de Heere wederom die ene kerk, hier voor eeuwen geplant, in stand hield, die kerk, aan wie het Woord Gods was toevertrouwd, het vrije — niet gebonden — evangelie der genade. Welnu, buiten die kerk is geen zaligheid. Buiten die ene kerk van Nederland, die door Zijn genade Zijn Woord heeft mogen bewaren, die schat der zaligheid, door Hem steeds weer daarheen gevoerd. En wie nu zalig wordt, zijnde in het synodalistisch instituut, die wordt niet zalig door het evangelie dat officieel in dat instituut gelding heeft, maar die wordt zalig krachtens het vrije evangelie der genade, dat aan de kerk is toevertrouwd en dat door die kerk is bewaard, dank zij Gods trouw en genade. En waar het zo staat, daar behoren we niet van buiten af te eten van de schat der zaligheid, die aan de kerk ter bewaring en uitdeling is gegeven, maar daar behoren we ons bij die kerk te voegen, opdat wij binnen haar muren delen in de rijkdommen en weelden van Gods genade."

Tot zoover deze kerkbeschouwing.
Wonderlijke tegenstelling: dat „officieele" Evangelie en dat „Vrije" Evangelie. Opzienwekkende begripsbepaling: Buiten die ééne kerk van het „Vrije" Evangelie geen zaligheid en dan tegelijk bij een achterdeurtje nog roepen: en in de Roomsche kerk toch zaligheid, maar dan ondanks het instituut. Je kan met die „resten" toch nog een heel eind komen.
Zou het mogelijk zijn, dat de mystieke grootheid der kerk en haar zichtbare gedaante, m.a.w. dat de verhouding van de onzichtbare en zichtbare kerk hier in gedrang komt?
Zou het mogelijk zijn, dat hier alle nadruk wordt gelegd op het zichtbare en dat het mystieke lichaam van Christus hier schade dreigt te lijden?
Ik vrees, dat wij hoe langer hoe meer in een sfeer komen, waarin de onzichtbare kerk in gedrang komt, en zij alleen gezocht wordt in den hemel.
Ik acht dit in strijd met de Schrift, en met al, wat de Gereformeerde theologie in haar bloeitijd ons heeft nagelaten.

A. (Apeldoorn) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1950

De Wekker | 4 Pagina's

Een goeje verstaander ...

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1950

De Wekker | 4 Pagina's