Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Bijbelboek Esther (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Bijbelboek Esther (I)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het boek Esther wordt weinig gekend en bij de verklaring van dit boek is het gevaar van allegoriseren (vergeestelijken) zeer groot. Toch moeten wij niet vergeten dat dit boek veel rijker is dan bij oppervlakkige lezing gemeend wordt.
Dadelijk zullen wij willen toestemmen dat er in dit boek treffende karaktertekeningen gevonden worden; toestanden der zielen van voorkomende personen worden bijzonder omschreven. Meer is dat Gods voorzienigheid ook duidelijk in dit boek uitkomt, Ps. 33 :10, 11. Het boek leert ons ook duidelijk dat Gods volk onder veilige hoede gaat en dit heel treffend ervaart. Dit boek leert ook klaar dat het volk Israël leefde onder de Messiasbelofte. Tegenover het edict des doods staat de vrijbrief des levens.
Dit boek behoort, volgens de volgorde in de Hebreeuwse Bijbel, tot het derde deel, genoemd de „Geschriften"; nader gezegd: tot de vijf feestrollen. Deze feestrollen werden door de joden op de grote feesten gelezen. Op het Purimfeest werd het boek Esther gelezen.
De naam Esther is een Perzische naam en deze naam betekent ster. Anderen menen dat deze naam ook afgeleid kan zijn van het woord stri, dat jonkvrouw betekent. De Hebreeuwse naam luidt Hadassa en betekent mirtenbos of mirt.
Esther was een nazaat van hen, die in het jaar 597 voor Christus" (Aalders) onder Jojachin, koning van Juda, waren weggevoerd. Bekend is dat zij een nicht was van Mordechai en dat eze haar tot dochter had aangenomen. Na het edict van Cyrus, dat de vrijlating proclameerde, was zij met vele anderen achtergebleven.
Deze Esther werd koningin, nadat Ahasveros, de Perzische koning, zijn vrouw Vasthi verstoten had. Esther wordt gebruikt om een helse aanslag op het volk der joden te verhinderen. Wie dit boek leest zal moeten toestemmen dat ook in deze historie de strijd gevoerd wordt tussen het vrouwen- en slangenzaad, tussen Israël en Amalek, Christus en Belial, en dat het Zaad der vrouw triumfeert over het zaad van de slang. De kerk van Jezus Christus is strijdende kerk, kerk in de diepte, als de mirten in de diepte, maar moet nooit vergeten dat de Morgenster over haar blijft waken en stralen, waardoor de mirten in de diepte kunnen groeien. Ook dit Woord van God is voor de strijdende en bestreden kerk een bron van licht en troost. Opene de Heilige geest er steeds ons oog en hart voor.
Wie de schrijver van dit boek is weten wij niet. Wel wordt in 9 :20 gezegd dat Mordechai deze geschiedenissen beschreef, maar wat verder te lezen staat verspreidt geen licht over de schrijver van dit boek. Ook de traditie zegt in dit opzicht ons niets. De Heere heeft meermalen de namen der auteurs voor ons verborgen, misschien wel opdat wij meer acht op zijn Woord zullen geven. Daarmee achten wij het niet uitgesloten dat Mordechai , het geschreven heeft. Het is ook mogelijk dat een ander het deed en gebruik kon maken van wat Mordechai schreef. Misschien pleit 9 : 19 voor de laatst genoemde opvatting.
Heftig is vooral bestreden het goddelijk gezag van dit boek. Men sprak van een Estherlegende, een boek dat opwekt tot jodenhaat en de wraak verheerlijkt; van een soort mythologie; het Purimfeest zou beschouwd moeten worden als een Babylonisch nieuwjaarsfeest. Luther vond dat dit boek nooit geschreven had kunnen worden als een canoniek boek. Toegestemd moet worden dat wij voor vele vragen geplaatst worden. Maar eer wij het goddelijk gezag van dit boek bestrijden en het uit de canon werpen, moeten wij wel bedenken dat de gewijde geschiedenis recht gedaan moet worden en daarbij moet niet vergeten worden dat het oosterse leven er in beschreven wordt. Verder zij opgemerkt dat erkend moet worden dat het Perzische leven en de Perzische gewoonten er nauwkeurig in beschreven worden. Nauwkeurige geschiedkundige gegevens worden er in geboden en waardevolle archeologische bijzonderheden vinden wij in het Oude Testarnent en in de „Inleidingen" op het boek Esther, te vinden in de commentaren, worden zeer vele voorbeelden gegeven.
Tegen het goddelijke gezag en de geloofswaardigheid van dit boek wordt nog meer ingebracht. Allereerst wijst men er op dat in de ongewijde historie de namen van Vasthi, Esther, Mordechai, Haman enz. niet voorkomen. Terecht is er op gewezen dat vele ongewijde bronnen zijn verloren gegaan, maar afgedacht daarvan stellen wij vast dat wij de waarheid niet gaan toetsen aan wat ongewijde bronnen zeggen of verzwijgen. Het is ook niet waar dat deze despoot Esther niet als vrouw kon kiezen, want hij kon willekeurig handelen. Vele andere bezwaren zijn zonder grond.
Er zijn ook ander-soortige bezwaren genoemd. Esther hield haar afkomst verborgen, verzweeg haar nationaliteit, 2 :10 en 20; 3 : 8—11. Mordechai gebood dit en Esther gehoorzaamde. In 2 :19 wordt vermeld dat Mordechai in de poort zat; het is wel te verklaren dat Mordechai zo dicht mogelijk bij het paleis wilde vertoeven om op de hoogte te blijven van wat met Esther gebeurde. Maar dan moest niemand de relatie tussen Mordechai en Esther kennen. Toegestemd moet worden dat deze geheimhouding wel een consequentie in zich droeg; vgl. Dan. 1:8, v.v. Het verzwijgen behoeft niet als lafhartigheid verklaard te worden.
In het boek Esther lezen wij over Esthers huwelijk. Maar was dit huwelijk niet in strijd met de Heilige Schrift? Zie b.v. Exod. 34 : 16; Deut. 7 : 3. Allereerst zij opgemerkt dat Esther genomen werd, 2 : 8. Moest zij bukken over overmacht? De vraag is dan of zij geprotesteerd heeft tot het laatste en alles heeft gedaan om dit huwelijk onmogelijk te maken. Dan zou haar geen blaam treffen; vgl. Deut. 22 : 23 tot 27. Maar van protesten en tegenwerpingen lezen wij niet veel. Zij weigert wel de schoonheidsmiddelen en zij toont zich wel eens geestes met Mordechai, maar verder wordt ons niets bijzonders vermeld. Is door Esther toch veel gedaan wat niet vermeld is? Wij moeten wel heel voorzichtig zijn in ons oordeel.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 januari 1951

De Wekker | 4 Pagina's

Het Bijbelboek Esther (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 januari 1951

De Wekker | 4 Pagina's